VOOR DE JEUGD

ooM Kooi^

Beste neven en nichten!

Wij 'beginnen maar weer met liet geven van de nieuwe raadsels van

OPGAVE 603

Jongeren:

1. In bet 'boek Jozua komt een tekstgedeelte voor van 79 letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende bekend is? 3 17 12 49 68 36 39 werd door een jongeling met een sliixgersteen gedood. 21 61 22 10 keerde terug naar Moab. De profeet 57 4 70 14 24 44 legde dromen uit. 64 28 23 37 5 79 40 6 wordt de ziener van het eiland Patmos genoemd. Driemaal ben ik met roeden 29 1 46 11 8 19 38 54 geweest. De hemel is Mijn 73 20 65 43 2. Want ik ben tot hinken 16 30 74 63 72 51. 13 66 60 47 50 is een kleur. Een man, rijdende op een 27 59 32 34 paard (Zacharia). Uw woord zal ik niet 18 75 9 53 78 25 48 15 (Psalm 119). 76 35 71 is gelijk 77 69 41 is gelijk 45 56 33 is een huisdier. 58 42 is een afkorting en betekent: Zo de Heere wil. Indien zij 67 52 31 aan het groene hout doen (Lukas). 55 7 50 was bij Israël een maat voor natte waren, bijv. olie (Exodus). 26 moet geraden worden.

2. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden t& '& mf~ een gedeelte geven uit de tc^^*''? ibrief aan de Korinthiërs, hoofdstuk 15. a. Adam en Eva waren het eerste ouderpaar. b. De Heere heeft hemel en aarde gemaakt. c. Simson was een richter met grote kracht. d. De kinderen der mensen hebben Gods Woord verworpen. e. 'De •be2x> ldiging der zonde is de dood. f. Zij is gevallen, die grote stad. g. Farao ging de Israëlieten achterna. h. Uw wet is al mijn vermaking.

8. Noem de naam van: a. de eerste der drie jongelingen, die in de vurige oven geworpen werden. b. de vader van Mozes. c. Naomi, die zij zichzelf gaf. d. de geboorteplaats van Abraham. e. de plaats waar het 'beeld was van de godin Diana. f. de neef van Abraham, die in Sodom woonde. Welke naam vormen do eerste letters van de boven gevraagde namen?

Ouderen:

1. Maak uit: NATODIERBERKENDEELHINDE een tekstgedeelte, dat voorkomt in het tweede boek van Samuel, hoofdstuk 23.

2. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte geven uit de brief aan de Romeinen vóór hoofdstuk 4.

a. Want niemand kan twee heren dienen. h. Zij 'hebben mijn leven in een kuil tiitgeroeid. c. De anderen hebben zich niet bekeerd. d. Zij zullen allen rekenschap moeten geven. e. Wij hebben gezondigd en gedaan dat kwaad is in Uw ogen.

3. Een tekstgedeelte uit het boek Genesis bestaat uit 101 letters. 2joek dit tekstgedeelte met behulp van de volgende gegevens:41 82 8 3 31 59 is een ambtsdrager in de kerk. Gelijk in de veelheid der 81 45 79 92 10 67 ijdelheden zijn.

Een 22 63 48 88 is het symibool van vrede.

En 20 36 101 25 87 65 61 46 zijt allen eensgezind (brief van Petrus). En de 38 64 83 35 75 9 89 72 30 branden zullen en vergaan.

Het schepsel is de ijdelheid 4 57 7 42 54 52 16 84 55 44 40. 73 2 21 34 45 36 is één der boeken van Mozes.

Zet mij als een 43 74 70 98 27 op uw hart (Hooglied 8). De 62 86 71 56 76 des Heeren, die maakt rijk.

Obeds vader heette 77 93 28 68. Het ware hem beter als 'hem een 5 24 49 39 11 80 6 58 96 17 om zijn , hals gebonden ware. Uw huis worde u 60 23 53 18 15 gelaten.

Indien wij 33 78 94 100 37 hetgeen wij niet zien. Het derde deel der zon wend 95 91 26 12 97 69 51.

En tot elk daarvan zeggen:90 50 ] 66 32 uit (Jesaja 30). Ik zal in Uw 19 47 99 verkeren (Ps.). "^-dat gij niet één 85 13 29 54 kunt wit m.iken.

14 auoet geraden worden.

De oplossingen dezer raadsels mogen nog NIET ingezonden worden. Thèns volgt nog een gedeelte van het verhaal o'ver

JOHAN RAMAWARMA 20

Nadat van het Baseier Zendingsgenootschap bericht ontvangen was, dat men met volle vrijmoedigheid 'besloten had Ramawarma tot het predikambt toe te laten, had vrij spoedig daarop de bevestiging plaats. Uit verschillende plaatsen waren de belangstellenden opgekomen, waarbij ook de jeugd zich niet onbetuigd liet, want het is te begrijpen, dat de ibevestiging van één hunner eigen landgenoten, en dat nog wel van iemand die in het 'heidendom was opgevoed, voor hen een grote en gewichtige gebeurtenis was. Er was onder meer een aantal weesjongens gekomen, die psalmen en lofzangen zouden zingen, terwijl ook de meisjes van een instituut uit de omgeving niet onltiraken. Ook waren er militairen, die of uitgenodigd, of geheel uit eigen beweging waren gekomen. Zelfs de overste van het in Cannamir gelegerde Europees berg-Schotten-regiment, Monklaud geheten, behoorde tot de aanwezigen. Dat had niemand verwacht, want hij was door zendeling Hebich wel uitgsnodigd, maar hij had helemaal geen toezegging gedaan, dat hij komen zou. Te tien uur des morgens 'begon de dienst, welke ook door heidenen en Mohammedanen, zelfs door een aantal rooms-katholieken werd bijgewoond.

Na 't binnentreden van het bedehuis der zendelingen met Ramawarma sprak zen­ deling Hebich eerst de apostolische zegen uit, waarop na psalmgezang het gebed volgde. De zendeling verzocht vervolgens nog een vers te zingen, om daarna het doel en de gewichtige betekenis van de bijeenkomst te gaan verklaren. Hij wees er daaAij op, dat zij tezamen gekomen waren om een zwarte broeder, die reeds dertien jaar in dienst der zending werkzaam was geweest, in het predikam'bt te bevestigen. Voorts stond hij stil bij het grote belang voor de toekomst, dat ook zij, die in het land geboren en getogen waren, in het ambt bevestigd werden, terwijl hij er ook de nadruk op legde, dat de zending niet op last van mensen geschiedde, maar op het bevel des Heeren Zelf, Die kort vóór Zijn hemelvaart tot Zijn discipelen gezegd had: „Gaat henen in de gehele wereld, predikt het Evangelie alle kreatursn".

Hierna begcn hij met zijn eigenlijke prediking, waarbij hij zich niet alleen richtte tot de cliristenen, maar ook tot de heidenen en Mohammedanen, die wel in het 'bestaan van de God van Abraham geloven, maar die niet erkennen, dat de Heere Jezus Christus de Zoon van God is en de aïïerhoogste Profeet, Priester en Koning. In plaats van Hem beschouwen zij Mohammed als de hoogste profeet. De zendeling wees hen er echter op, dat er slechts één Naam onder de hemel gegeven is, waardoor wij moeten zaHg worden, en die Naam is: Jezus, Die arm werd terwijl Hij rijk was, opdat Hij ellendige, verloren zondaren, die in zichzelf doodarm zijn, rijk zou kunnen maken, niet rijk naar de wereld, maar rijk in God. Kortom, hij hield alle aanwezigen de noodzakelijkheid voor om in die enige Naam behoudenis te zoeken, voor het oordeel, waarmede elk mens, hij zij blank of bruin, bruinzwart of zwart, bij het sterven te doen zal krijgen. (Na vervolgens nog de zaak der zending warm te hebben aanbevolen, bovenal in de gebeden, besloot hij zijn toespraak met de woorden der Heilige Schrift: „Heden, 2X3 gij Zijn stem hoort, zo verhardt u niet, maar laat u leiden".

Vervolgens betrad Ramawarma de kansel om op zijn 'beurt de aanwezigen toe te spreken. Nog slechts even echter was hij begonnen, toen iemand, nauwelijks hoorbaar, op zendeling Hebich toeliep en hem iets in het oor fluisterde. Hebich verliet hierop onmiddellijk zijn plaats om zich naar buiten te begeven. Er was toch hoog bezoek gekomen, namehjk de radja (vorst) van Tsohirakel met zijn luisterrijk gevolg. Hij had van de plechtigheid gehoord en wilde haar gaarne bijwonen.

OOM KOOS

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen