VOOR DE JEUGD

G OM KOOI ^

Beste neven en nichten! De vorige maal hebben wij de oplossingeu vermeld van de raadsels der opgavraa 597 tot en met 600. Thans ziülen we de namen noemen van hen, die met hun oplossingen een prijs b& haald hebben. Het zijn in alfabetische volgorde de volgende neven en nichten:

1. Henny Aalbers te O. 2. Herman van Arnhem te M. 3. Greetje E. van Bodegraven te L.a.d.V. 4. Piet van den Berg te D. 5. Sientje Doomewaard te O. 6'. Eefje Evers te E. 7. Jan P. den Hartog te Br. 8. Egbert Hekman te D.H. (O.).

Ieder van jullie mag nu een boek kiezen uit het lijstje, dat hieronder voorkomt. Als de keus gemaakt is, neme men een briefkaart met een postzegel van 8 cent er op en schrijve daarop welk boek men heeft uitgekozen.

Mochten één of meer van jullie de op het lijstje voorkomende boeken reeds in bezit hebben, dan kan een ander lijstje worden aangevraagd.

De korrespondentie moet dus per briefkaart plaats hebben en gericht worden aan: Oom Koos, postbus 2019 te Utrecht.

Hier volgt thans het lijstje: oor grote jongens en meisjes:1. Walvoorts zanger. 2. De geheime kamer. 3. Willem Farel I. 4. Willem Farel IL 5. De trouwe Zwaab.

YooT jongens en meisjes:1. Vogels in de natuur. 2. Gerrit van het Heidedorp. 3. Geen andere goden.

Voor jongens:1. De vrijwühger van 1830. 2. Bouke Bijlertsma. 3. Het leven een wonder. 4. Eén dorp en toch twee, 5. Vijf jongens op een \dot.

Voor kleine jongens: Rondom Scheldehof.

Voor kleine meisjes:1, Lieske. 2. Anneke met vakantie. Nu gaan wij over tot het geven van de nieuwe raadsels van

OPGAVE 605

Jongeren:

1. Noem de naam van: a. de plaats waar de eikenbossen van Mamre dichtbij waren. b. De spelonk waar David schmling vond. c. Jakobs oudste zoon. d. een rvriester, die David trouw bleef tijdens en na de opstand van Absalom. e. een verraderlijke \'rouw uit de tijd der Richteren. f. een goddeloze koning over Israël. Welke naam vormen de eerste letters van de gevraagde namen? In welk ven van Numeri 33 komt deze naam voor?

2. Een tekstgedeelte uit het boek Numeri bestaat uit 44 letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende bekend is:2 26 38 15 is een metaal, dat in de Bij'bel meermalen wordt genoemd. Zij aten van het overjarig 32 10 •37 17 8. De vader van Bileam heette 5 31 9 18. De 1 27 34 12 blaast waarheen hij wil. 21 28 39 13 44 is de naam van een wetgeleerde, die door Paulus aan Titus werd aanbevolen. Op Hem zullen de 3 22 33 16 25 41 7 23 hopen. Voeg bij uw geloof 30 4 20 24 (2 Petrus).

Hij zal op de weg uit de 6 19 38 43 drinken (Psalm 110). 11 40 29 Hem in al uw wegen. 14 39 8 42 was een dochter van Fanuël uit de stam Aser.

3. Zoek uit elk der onderstaande zinnen een woord, zó, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit Jeremia 31.

a. Ik lag neder en sliep. b. Omdat zij in God niet geloofden. c. Gerechtigheid en vrede zullen elkander kussen. d. Komt tot Mij allen, die vermoeid en belast zijt. e. Zijt getrouw tot de dood. f. Ik zal hem op een hoogte stellen. g. Gaat uit van haar, Mijn volk. h. Hij weet wat maaksel wij zijn.

Ouderen;

1. Een tekstgedeelte uit het 2e boek Koningen bestaat uit 70 letters. Zoek dit tekstgedeelte met behulp van de volgende gegevens:44 1 30 3 23 39 59 20 was de stamvader van koning Saul. 10 42 15 6 57 2 doodde bij zijn dood meer vijanden dan tijdens zijn leven.

31 19 28 is een drank door Paulus aan Timotheüs aanbevolen. 46 13 33 67 26 is een plaats genoemd in Genesis 10. 18 25 49 16 51 17 12 29 63 is een getal 'beneden 2.5. Elia werd door 47 5 22 45 60 van voedsel voorzien. Zij zochten Hem dan te 61 41 53 14 32 , 58. Doet het getier uwer 11 64 36 54 68 66 50 8 van Mij weg. Wat 52 38 48 35 het een mens, zo hij de gehele wereld gewon. Herodes deed Hem een blinkend 56 69 55 27 34 aan. 43 70 40 was een vrome koning over Juda. 24 7 21 dat, en gij zult leven. Men drukte zijn voeten in de 65 9 4 56. 62 moet geraden worden.

2. Zoek uit elk der onderstaande zinnen een woord, zó, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte geven uit Jesaja, na hoofdstuk 63. a. Want zo hoog de hemel is boven de aarde. b. Mijn vijanden smaden Mij al de dag. c. De hand des Heeren is niet verkort. d. De Heere heeft Zijn troon in de hemel be\'estigd. e. Doet het al ter ere Gods. f. Deze mens heeft niets strafbaars gedaan. g. Zij zullen beangst zijn over de dingen, die komen zullen. h. Waarom hebt Gij mij zo gemaakt.

3. Maak uit: ACHABIZEBELJONAFORORSES drie namen van personen, die genoemd worden in het eerste hoofdstuk van Mattheüs.

De oolossingen dezer raadsels mogen nog niet ingezonden worden. Wij geven thans nog een gedeelte van het verhaal over

JOHAN RAMAWARMA

21.

Terwijl Ramawarma nog maar kort aan het woord was, kwam heel onverwacht een zeer hooggeplaatst persoon de zaal binnen. Het was de radja van Fschirakal, die vernomen had, dat Ramawarma als christenprediker zou bevestigd worden. Hem werd door zendeling Hebich een plaats aangewezen, terwijl zijn gevolg buiten bleef wachten. Het is te begrijpen, dat deze radja zich in een voor hem wel zeer vreemde omgeving bevond, maar dit verhinderde hem toch niet met aandacht te luisteren naar wat Ramawarma, die gewoon met zijn toespraak doorging, zeide. Hij verhaalde eenvoudig en duidelijk zijn eigen levensgeschiedenis, van zijn dwaalwegen en inwendige bestrijdingen, maar ook hoe hij eindelijk de parel van grote waarde, de Heere Jezus, gevonden had en in Hem de vrede gevonden had, die hij nergens had kunnen \dnden. Voorts richtte hij zich tot de hoge Engelse ambtenaren, die zich onder de aanwezigen bevonden. Hij bedankte hen voor him aanwezigheid en beval hen de miljoenen zijner landgenoten, die nog in het heidendom voortleefden, aan. Hij wees deze ambtenaren er op, dat God aan Engeland de heerschappij over zijn zwarte broeders toevertrouwd had, maar tot geen ander doel, dan dat de Engelsen de weg zouden bereiden voor het Evangelie. Hierna sprak hij degenen aan, wier hart nog geen keuze gedaan had tussen de levende God en de dode afgoden en die nog geheel gevangen zaten in de kluisters van het heidendom of van een valse godsdienst.

Het was al vrij laat toen Ramawarma eindigde. Op zijn verzoek werden een paar psalmverzen gezongen, waarna de bevestiging plaats vond. Zendeling Hebich las daartoe het formulier voor en stelde vervolgens em'ge vragen, welke door Ramawarma bevestigend beantwoord werden. Hierop legden Hebich en nog drie andere zendelingen hem de handen op en sprak ieder van hen een zegenwens uit. Nadat nog een passende psahn gezongen was, werd de plechtigheid met gebed beëindigd.

Hoewel de zendelingen nog even met de radja hadden willen spreken, gaf deze hun daartoe echter niet de kans, gelijk in het vervolg blijken zal.

OOM KOOS

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen