Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ja allen, di€ U veruxichten, Ttuüen n»#< heschaamd worden.

Psdm 25 : 34

II.

Hij Ifaetrekt hen in zijn psalm tot bemoediging. Hij leeft met hen mee en kan begrijpen welke gevoelens hun hart vervullen. Hij wü, dat ook zij hun hoop op de Heere stellen. Hij weet, dat de Heere niet alleen aan hem gedenkt, maar dat Hi] het maken zal met allen, die hem volgen.

Christus overtreft David ook in dit opzicht.

Hij is verbonden a: an de Zijnen. Hij stelde Zich al van eeuwigheid besdhikbaar om hen te verlossen. Hij trekt in de tijd, geeft Zijn Geest, maakt Zichzelf bekend. Zo heeft Hij een volk, van wde gelden mag: „Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad".

Dat volk begeert onder Zijn heerschappij te leven en onder geen enkele andere macht; niet van de satan, niet van de wereld, niet van hun eigen zondig vlees. Hij is verantwoordelijk voor hun zaligheid, want dat heeft Hij op Zich genomen om hen te verlossen. Hij denkt in Zijn lijden aan de nood der Zijnen. Hij draagt hen op het hart. Hij blijft werkzaam in het gebed voor de Zijnen. Hij laat hen niet alleen tobben in hun aanvechtingen en verzoekingen, maar spreekt hen toe, opdat ook zij hun hoop op de Heere zouden stellen.

David spreekt terecht van allen, die de Heere verwachten.

Zij hebben ook alles tegen, omdat zij David gevolgd zijn. Ook voor hen is er geen rust. Ze moesten alles achterlaten en voor het oog is er geen uitkomst.

Toch m'Oet er diep in hun hart nog een verwachting zijn overgebleven, want anders waren zij omgekomen en hadden zij de weg niet kunnen vervolgen. Zien ze op de uitwendige omstandigheden, de macht van Absalom, de naderende strijd, eigen zwa'kheid, dan is er geen verwachting. En zij lopen juist gevaar daarop te veel te letten en niet te zien op de Heere en op Zijn trouw. Maar ook lag er nog de verbinding aan David en het feit, dat zij hem gevolgd waren in al zijn lijden, zegt dat ©r toch weinig vientrouwen moet zijn geweest, dat de Heere hel ZBU maken.

Voor hen is ook het woord, dat de Heere tot vertroosting der Zijnen spreekt. Het kan inderdaad voor eigen gewaarwording zijn: „Mijn hoop is van de Heere vergaan", dat er toch in het verborgen nog een vasthouden aan de Heere en Zijn sterkte is. Het kan zijn dat alles Zegt, dat ©r geen heü meer te wachten is, als de Heere Zich onttrekt en de zonde ontdekt wordt en alle verwachting Wordt afgesneden, dat er toch im'Z een Uitzien en wachten is. Het kan zijn, dat alles wordt afgebroken en dat er van voorgaande zaligheid niets overblijft en dat de Heere in wegen gaat, die voor het vlees niet te begrijpen zijn, dat er nog iets i.s, dat aan de Heere doet vasthouden.

De discipelen zijn ook met de Heere Jezus gebleven in al zijn verzoekingen. En al Gods kinderen hebben toch dit mee, dat ze wel geschud en geslingerd en beproefd kunnen worden, maar dat er toch altijd iets in het 'hart overblijft, dat naar Hem en Zijn hulp en genade doet uitzien.

Dit geldt voor de ganse kerk des Heeren van alle tijiden. Die kerk wordt ook altijd gehaat en is altijd vervolgd geweest, al is het dan niet steeds met het zwaard, dan toch door de geest van het ongeloof, die zoekt niet alleen Christus ten val te brengen, maar ook de Zijnen te doen wankelen. Het is hier de strijdende kerk, die hier niets anders te wachten heeft dan haat en vervolging. En elk van Gods kin.deren krijgt daarvan zijn deel. Is het geen iuv/endige druk, dan zijn het weer de uitwendige omstandigheden, die brengen in banden en nood. Het is een volk, dat uit de grote verdrukking komt, dat met Hem vervolgd wordt.

David spreekt hen bemoedigend toe. Hij gelooft, dat de Heere hen zal bewaren, dat Hij op Zijn tijid tot verlossing zal optreden. En het gaat er hem om, dat zijn volgeliagen dat op rechte \vijze zullen zien, opdat hun verwachting van de Heere versterkt worde en zij alle vrees en twijfehnoedigheid laten varen. Zij hebben nodig van zichzelf 'af en geheel en alleen op hem te zien waar God hem verkoren heeft tot voorganger over Zijn volk en de Heere bevestigen zal wat Hij gesproken heeft. Het is alsof David zegt: ge moet niet letten op de vijanden, die u vervolgen en zoeken te doden; ge moet ook niet zien op uzelf, op uw vermoeidheid, krachteloosheid, op uw onwaardigheid; maar ge moet op mij zien, want de Heere kan niet van mij af en daarom zijt ge zo veilig. Gij hebt u alleen en geheel S'an mij toe te betrouwen en over te geven. Om mijnentwil zal de Heere u genadig zijn en Zich ever u ontfermen. Het is of we David met veel drang en 'liefde horen spreken om hun harten in te winnen om op hem te zien, opdat zijn volgelingen zo gesterkt en bemoedigd zouden worden.

Zio spreekt de Zoon Davids oog door Zijn Woord en Geest tot moedgeving van allen, die vervolgd worden en in hun druk dreigen onder te gaan. Wat kan er al niet hen bezwaren en beschuldigen! Wat kunnen ze als moedeloos dreigen te verzinken. Maar zij hebben dit voorrecht, dat Hij hen voorgegaan is in de strijd, 'dat Hij in al hun benauwdheid ibenauwd is geweest, in aUes verzocht. Hij kent hun beschuldigers en aanklagers, al hun zorgen en noden. Hij weet, dat zij zo gemakkelijk Hem uit het oog verliezen en letten op zichzelf en alles buiten Hem. En zij hebben alleen maar nodig door het geloof op Hem te zien, in Hem gevonden te worden. Hij spreekt door Zijn Woord tot bun bemoediging. Hij gaat Zichzelf verklaren en bekendmaken. Hij neemt hun harten in. Hij laat zien Wie Hij is en dat de Heere om Zijnentwil weer vrede zal geven.

David kon zijn volgelingen in uitzicht stellen, dat de Heere hem zeker weer op de troon zou brengen in Jeruzalem en dat dan zij allen zijn troon weer zouden mogen omringen in vrede en welvaart.

Christus kan nog meer heil ontsluiten. Hij is wel vemederd tot de dood toe, maar Hij leeft en heerst als Koning en vergadert al de Zijnen onder Zijn heerschappij.

Meerkerk

Ds. G. Blom

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 1959

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 1959

De Banier | 8 Pagina's