Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

REPLIEKREDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

REPLIEKREDE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gaarne wil ik de mini'Ster dank zeggen voor de aandacht, weHce bij beeft gegeven aan 'hetgeen ik naar voren heb gebracht.

De miniS'ter beeft echter niet alles beaiittwx> ord. Met name beeft 'de minister niet gezegd — en 'daarover moet ik mijn spijt uitdrukken — welk standpunt hij inneemt ten opzichte van het in bet openbaar vertonen van films en het brengen van een zodanige wijziging in de Zondagswet, dat vast komt te staan, dat de igemeentebegturen 'bevoegd zijn bepalingen ter zake te maken. Om'dat ik de overheid zie als Go'ds dienaresse, dde Go'ds wet beeft te hanidbaven, wil ik moigmaals met naidruk de aandacht van 'ds minister hiervoor vra'gen.

M de tweede pilaats wil ik iets zeggen over de B.B. Er kan enig misverstand zijn, maar ik meen, dat ds minister terecht heeft gedacht, dat ik de Bescherming Bevolking ook n'o-dig acht ten tijde van een bezetfciing. Heb ik bet gO'Cd verstaan, dan achtte de minister meer een taak voor de B.B, aanwezig vóór ide bezetting. Maar bet bj'kt mij toch onjuist te denken, dat, wanneer er een bezettinig plaats heeft, de Bescherming Bevolking niet meer nodig zou zijn. De ervaring heeft wel geleerd, dat h'ulp nodig is, zolang er oorlo'^handelinigen zijn. Voor de be\'alking zaHen bet bezwaar en het gevaar even groot zijn, wanneer getracht wordt ons land te overweldigen als wanneer getracht woixJt ons land te bevrijden. In het laatste 'geval zal het misschien zelfe groter zijn, omdat een beczetter zal bbjven aolanig dat maar enigszins moigebj'k is, ook al veixDorzaakt dat veel gex'aar. Nu beeft de minister wel gezegd, dat de miüitairen veronderstellen, dat dit niet zal igebeuren en 'dat dat niet zal 'gebeuren, maar de pra'ktijk beeft geleerd, dat die verondersteMinigen bijna a.lHjd onjuist zijn en dat wij ons moeten ins'teBen O'p een bescberamig, dde zo 'groot mogelijk is. Ik erken volkomen, dat hdeain ook grenzen zijn. Het onmo'gebjke 'kunnen wij n'ooit vragen en wi] moeten oO'k edet er op rekenen, dat wij iets kunnen doen, dat ons absoluut beschermt. Toch zou ik het op prijs stellen, wanneer hieraan aanidacbt werd geschonken en men bet niet z» zou zien, dat dde bescharnidinig alleen nodig is ais voorbeneidin'g. De vraag rijst I'D dit verband, of het een gelukkige 'greep is dienstplichtigen bij de besohermdnig in te schakelen. Dezen zullen immers een dubbele taak krijgen, nameüjk een taak als ddenistp'Mchtige in het fager te dienen en ©en taak om 'de beschierming •\'an de bevoïï-dng te volvoeren. Neemt men hen in het teger, dan is de Bescherming Bevo'lkdnig inkompleet.

Jk wil ook iets zeggen over de eigen poH'tie. De minister acht het nd'st mogelijk, die aan de gemeenten terug te geven. De minister beeft 'gezead dat ik mijn opmerking hierover heb 'gemaakt in verband met de ^^Ifstandigbe'id van de (gemeenten. Enerzijds is dat waar, maar anderzijds heb ik bet gesteld in verband met de veranitwoordelij'kheid van de burgemeesters voor < ie openbare orde. Ik heb er juist op gewezen, dat het voor 'de biurgemieesters zeer mioeilijk zial zijn de verantw'oordebjkhedd te dragen, wanmeer men 'geen eigen politie beeft. Hoewel ik begrijp, idat het niet gemakkebjk zal zijn de 'gemeenten weer een eigen po'Mitie te geven, wil ik daarop toch aandrin'gpn. Naar mijn mening is er toch wel wat kleinerend gesproken over onze vroegere dorpsveldwachters. Ik weet wel, dat zij misschien wat minder onderlegd •wasien dan tegenwoordig het (geval is, maar zij oefenden zeer trouw hun dienst uit. Het 'ging er toch primair om de openbare O'rde te handhaven, en dat hebben zij uitstekend gedaan.

Wat de 'decentralisatie betreft, wil ik noig dit opmerken. De minister heeft terecht geaegd, dat er in vele 'gc/allen 'gestreefd wordt naar geHjkheid. Dat is een zeer m'Oieihj'ke kwesti'e. Is bet nu, wat dde dscentrabsaitie betreft, wel juis.t, dde taken, die eigenlij'k overal op gelijike wijze wo.rden ui'bgevoerd, af te stoten naar de iageie organen? Dient men daarmede de zelfstandigheid en die autonomie van de 'gemeenten? Ik heb bij andere gelegenheden en misschien ook wel hier naar voren gebracht, dat ik vrees, dat, wanneer men dde taken gaat decentraliseren, het gevolg zal zijn, dat er weer vele instrukties zullen komen om aan te geven hoe dit moet igebeunen. Ik zou veel liever zien, dlat dis taken, 'die oentraal moeten worden vetTracht, ook ceo- traal verrioht blijven, maar dat óe plaatselijke taken pliaatsielijk venTioht woi'tlen. ik geloof, dait wij tdlaain aii. veel profijt zouden hebben. Alls aiSles gelijk moet worden, uiibgevoerd, 'geloof dik niet dait de zelfstanidjgheid daardoor bevord'erd wordt.

Jk geloof ook niet, dat het mcigelijk is door de financiële verhoiidinig, zoials dez» nu bestaat en zoals deze waamschijn'hjk mi zal worden, de aiodirge zelfveraa^twoordelijkheid op de plaatselijke bestuurders te leggen.

Er is terecht gezegd: Men wil overall alfe ige'Hjk hebben. N'u gaat het wel eens /», dat .men altijd het grotere wil heb-Ijt'n. Dam zagt men wel: Het zaïl er tooh mooten komen, wamt m Groniinigen is hett 2X> en dus moet het in N'ü'is.'jimgen precies < «> gebeuren. Nu vraag ik mij af of daar die financiële regeling niat heen leidt en of tot booh .niet uitermate nioodzaikehjk is om te dieniken aan een eigen betlastiniggebied. Ik w^eat, dat dit misschien ilater welleens nadei-kamworden besproken, miaair ik wil toch even aamisMppen, dat men imoet dtenken aan een eigen beilastiniggebied, waardoor de ve; iainitwoordeHjkhead voor de hestuturder toch wel iets 'anders zal liggen daai wanmeer men uit de centraile kas wellicht ieits kaji krijgen 'Om zijn vedangens èi vervulling te zien gaan.. Ik meen, dat wij met de grote agglomeraties nog niet veeil zijn opge.soboten. De miinister heeft wel gezegd: Door ons sitandpuint 'Tii«t ite bepalen, zouden wij eigenijk wel leen heslissdnig geven, maar het ail itooh noodzakehjik zijn, dat er wat gebeuit. Daarom zou ik willen ivi: aig(!n: ; Wammeei' igebeniilt er wat? Zoials de toe-

•siajid op het ogenblik groeit, kan het toch niet blijven doomgaan. Er zal toch inididrdaad ieits moeten 'woirden, igedaam. Ein al zou men dam misschien nog niet hat juislte hebben, laten \vij dami maaieven een voorbeeld neimen aam heigeen de militaire kommiamdaat werd geleend: WaiiWiöer er te handelen is, moiet ©r gehandeld worden. Het 'is bebar, idat men niet geheel juist 'handelt > dain dat men ni'ets 'doet. Wat de grenswi jzigin g betreft, heeft de minister gezegd, dat hij er geen voorstan'der vain 'is zo nu en daui enige kleine wijizigiiïgen ite igaam aanbrenigen, maar, zo zegt hij, het moet noodzakelijk zijm. Daai-m'ede kaar ik 'het wel 'Ceiis zijn, m'aar ilc vrees, dat wij over da vraag, wat raoodaakelijk is, wel enig verschil vam mieniing hebben. Dam 'staan wij precies gelijk; wij zeggen: niet dau' in uiterste noodzaak, miaar over de vraag wanneer 'die lui'tea-ïlte'noodaaak 'er 'i.*, verschillen wij 'weil vam sneinag.

Nu is 'door de miin'islter 'aaingehaald de gdnig vam zitken ten aanziien van 'de grenswijziging Dordrecht—Dubbeldam.

Ik zou er juist met dat voorbeeld voor cgeu' op willen wijzen, hoe voorzichtiiig men toch wel moat wezen m'et in, bes'taanide toesitanden verandMiiMg te brengen Is 'Cen verandarinisr-eenmTaial aaniaebracht, dam is het 'gebeurd en geldt hier todh*" wel sterk: Bezint eer 'gij biegirtt. Nu heb ik menigni'aal de 'minister voorgehouden: iwees voorzichtig, m'aair toen de ministeT sprak, 'heb 'ik 'toch wel de gedachte igekregen, dat ik niet de minister moest iaaiwaden om voorza'Chtig te zijn in 'hetgeen de miiniister zegt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1959

De Banier | 8 Pagina's

REPLIEKREDE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1959

De Banier | 8 Pagina's