Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Ik, ellendig mens, wie zed mij verlossen uit het licliaam dezes doods?

Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere.

Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde. Romeinen 7 : 24-26

Het is tot rijke troost voor degenen, dde de Heer© vrezen, dat Gods Woord tedkens spreekt van de verlossing, Ae in Christus Jezus is. Dat Woord getuigt van 'n verbond, opgericht van eeuwig-: fc, eid met Gbris'bus en 'in Hem melt al de uitverkorenen, en wijst op de vastheid en onveramderlijikh'eid van dat verbond itt verschillendie bewooTdinigen.

Driemaal lezen wij in de Heilige Schrif-t, de werken Gods zijn voibraoht. Van de scheppiing lezen, wij in Gen. 2:1: , ^0 zijn volbracht de hemel en de aaide, en al hun heir". De hemel met de heilige engelen en de aarde met al wat er op was; het scheppen was volbracht. Van die herschepping en wait rt'oe no-dig was, heeft Christus tiitgeroepen aan het hout des kruases: Het > "> ]bracht". Hij heoft een eeui'.vi'pe rarlossing tot stand gebracht, door volidoening te geven aan het heilig Godde-Ijk i'echt en door de volkomen; gehoorpamheid aan Gods wet.

Nog werd ook in een gezicht geziegd tot Johanmes op het eiland Pattnos (Openb. 21 : 6): Én Hij sprak tot mij: et is jesohied. Ik ben de Alpha en de Ome-Iga, 'bet begin en het eindie". Wat was er dan geschied? Dat zeggen ons de jVerzen 1 en 2. „En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; wamt de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan en die 'zee was niet m^eer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jemzalem, nedeirdalende van God uit de hemel, toebereid als eeii' bruid, dde voor haar man versierd

Johannes zag de bruif "• ^rk in haar voltooide beerlijikheid. Daar is een onlosmakelijk verband tussen de schepping, verlossinjg en de heerlijkheid. God geeft Zijn werk niet over aan het geweld van satan, zonde en wereld, maar Hij zal voor Zijn kerk zorgen en waken, totdat zij de Vader zal worden voorgesteld, als een gemeente zonder vlek en rimpel.

Het vernieuwen van de schepping staat in verband met de verlcssdmg door Christus aangebracht voor alle geigevenen des Vaders. Door Christus ontvan.gt dat wik straks een nieuwe hemel en een nieu^TO aarde, waarin gereohttgheid' Woont. Maar hier op deze aarde zijn zij nog in de strijd, nog in bange worste-™g tegen leen driehoofdige doodsvijand, WaarL'i zij vaak vrezen te zullen ondergaan. En dit is nu de vertroosting, dat God verklaart in Zijn Woord, dat Hij alles in Zijn eeuwige raad heeft vastge-" 1 en in Christus Jezius heeft ge-""Tooht, die nu gezeten is aan de rechterhand der Majesteit in de hoogste hemelen.

Eenmaal zal Gods volk uit dit tranendal verlost ^vo^den, en met bHjdschap worden gekroond, wanneer zij zonder zonde God zullen dienen dag en nacht in Zijn tempel. Hun ro-em is all'een in Christus, Die voor hen de verlossing heeft teweeggebracht. Zo wordt het een vO'Hc, dat bedde klaagt en roemt. Dan beluistiert men Gods volk als sprekend uit de 'klacht, en later spreekt dat zelfde volk mieit vrohjk roemende lippen. ZeMs kaïi' men Gods kind in een kJaigendte roiem en ia een roemende Macht beluisteren, zie maar de ibovenstaande woorden van Paulus.

In de zes hoofdstukken, .die voorafigaan, heeft de apO'Stel Paulus het 'ieeisifcuk behamdeJd, d!at de gelovigen zijn, vrijgem'aakt van 'de weit ais wet van het werkverbond, omdat ten eerste hun sdiuld v* rzioend is in Clirist-as en zij gerechtvaardigd zijn van de zon^de, en ten tweede omdat zij 'door de Geest van Christus geheiligd zijn van de smet derzonde, en zij hun vrucht uit Christus trekken tot heiligmaking.

Dat 'grote voorrecht, vrijigemaakt te zijn van de vloek der wet, is langs een wettige weg tot stand igekomen. Daarvan spreekt hij in hoofdstuk 7 : 1^: Want een vrouw, dde onder de man staat, is aan de levende man verbonden door die wat, maar indien de man gestorven is, zo is zij vrijgemaakt van de wet des mans". Zo, wil Paulius zeggen, ben ik ook gestorven aan de wet. Hij ihanidhaaft de igiwndgedachte, dat sterven aan 'de wet is vrijmaking van de heilige eis der wet, om'dat Chri'stus die heeft vervuld'. Hat houdt ook in, een vrijmaking van de vloek der wet, om'daJt Christus de wet van haar vloek ontwapenidi heeft. Maar dat sterven aan de wet, duumt het gehele lex'en van Gods volk, tot aan het ein'de toe. De Heere geeft Zijn voJk een stervend teven.

Buiten dat sterven is er geen leven uit Christus als de enige - grond van zaligheid. Gods volk moet sterven, opdat Ohri'Stus in hen leve. Dat heeft de Heene Jezus duidelijk geleerd (Jch. 12 : 23-24): Maar Jezus antwoordde hun, zeggende: e uire is gekomen, dat de Zoon des mensen zal verheerlijkt worden. Voorwaar, voorwaar zeg Ik u; indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo 'blijft het alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vracht voort".

Dus Christus Zelf moest eerst sterven en daama in Zijn heeTlijkheid mgaan. Alzo ook Zijn volk, zij hebben een stervend leven.

Maar nu rijst de vraag, als Gods voïïc vrijgemaakt is van de wet, is bet dan volmaakt? Is Chrisitus hun niet 'gegeven tiet wjshedd, Teohtvaairdigheid, 'heiligmaking en volkomen verlossing? Spreekt Pauius niet in Rom. 8 : 1: Zo is er dian nu geen venioemenis voor dagenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wau'dden, maar naar de Geest"? En sprekende in het zes'de hoofdstuk over 'het volk Go'ds, dat zij heiHg zijn in Christus, wil dat zeggen, dat zij a'u, •vrij zijnde •van de wet, tot vokaaakte onderihO'uding zijn gekomen?

Op die vraag geeft Romeinen 7 het ant-•woord. Hoewel zij in ChriS'tus hebben een vooiweipehjke en hjdeüjke heiligmaking, en aJs zodanig volmaakt zijn, ibHjven zij in de onderwerpelijke, dadelijke heiimaking, strijdende en stenvende tot de laatste 'snik toe. Want het is niet waar, wat Pelagius zei, dat Paulus in Romeinen 7 spreekt van de tijd vóór 2ajn bekering. Augustinus heeft dat dan ook krachtig en duidelijk weerlegd.

Neen, Paulus verklaart zelf, dat hij in 2djn eertijds leefde zonder de wet. Dat heeft Go'd hem geleend door de vedichdnig des HeiMgen Geestes. Miaar, zegt Iiij, als het gebod 'gekomen is, is de /•»nde levend geworden. Oo'k spreekt hij in Rom'einen 7 niet van de eerste begin'seJen op de levensweg, maar van de f*efeninigen des geloofs in 'de verdere 'veg. Zelfs de meastbegenaidigde is in - jchzejf een ellendige.

Hendigen zijn •wij allen. Wij zijn aüie banneünigen, die buiten ons oorspronke^ Jijk vaderland om'dolen, en als uitlandSgen omzwerven buiten God en Chri'Stus van nature. Maar Go'ds volk heeft daarmee te doen gekregen, zij 'hebben de belevinig, de inleving der ellende. Zonder wedergeboorte en kraobtdadige werking 'des H-edl-igen Geestes zijn wij zonder God in de wereld, •vreemidelingpn van God en Christus, vreemdelinigen ook van onszelf. Dan kennen wij de staat onzer ellende niet.

Zo •was 'het ook met Pa-ulus vóór zijn waanaohtige bekerinig, maar op de weg naar Damaskus loeeg hij ogen om zijn diepe eiende te zien. Toen werd hij een verloren mens, een voeiemdelinig en zondaar voor God. Toen is de wet gekomen en de zonde levend igeworden. De wet in zijn geesteüjke uitgebreid-Iheid stelde hem in alles schuldig.

Dit is nu de ervaring van al Gods volk. Zij worden ontdekt aan de 'staat hunner ellende en zien bet diepe 'bederf, M'aarin zij liggen. Daar wordt het een verloren en afgesneden zaak. Dat igeesteKjk licht in de ziel openbaart de zonde inwendig in höt hart. En dat licht bbjf t inw endig de zonde ontdekken, ja hoe langer ho© meer. Daarom vreest dat volk, dat zij geheel onder de macht en heerschappij der zonde zullen vallen, dat de zonde hen overvallen zal 'tot hun eeuwig verderf.

En hebben zij wel eens hoop gehad op God in Chr'istus, door bat heilig Ea'angeüe en onder de bediening van Gods Woord, evenwel vrezen ze menigmaal, dat zij nog geheel zuUen afvallen en dat 'in hun 'hart nimmer ware. igenaxie •was, dat zij 'het zich hebben toeigeëigend ten onrecbbe. Hoe worden zij daaronder •vernederd en verlegen. Zij liggen in 'hun gevoel verko'cht onder 'de zonde en onder de vloek der wet.

Alle hoop ontvalt, geen •verwachting bhjft meer over, want zeMverbeteriag is niet meer moigelijfc, alie beloften daartoe aan de Heere ged'aan hebben gefaa'ld. Met al hun gO'ede voornemens is bet op de igroofete teleurstelling uitigelopen. Al hun zorgen, tobben, strijden hebiben 'geen oplossing kunnen verkrijgen, omdat men daarin 'grond zocht voor de eeuwighieid. Het wordt voor ZMDC een ziel steeds meer niood. In hun hart zouden zij zo graag voor God willen 'leven, maar zij kunnen bet niet van^ wege de kracht der zonde. Zij zijn geestelijk onrein - van bat hoofd tot 'de voeten.

En 'willen zij nu die zonden voor God bedekken? Neen, zij zijn geen antinomianen, het is er 'hun om te doen, om van de zonide verlost te worden. Zelfs Paulus, de vergevorderde en zeer 'geoefende apo'stel wist - dat, dat .de söhuld der zon^ de was weggenomen door zijn Borg en Mididskar, zuchtte onder het Jnikl-evend bederf der zonden, ; waaruit - wij kunnen zien, dat die kinderen Go'ds strijdend door 'dit leven gaan. De zwakgelovigen hebben zware 'Strijd omtrent hun aandeel aan de genade Gods in Christu'S, en de meer geo'efenden .hebben zware sfrijd, om de zenden gedood te mogen krijgen.

Rotterdam

Ds. Chr. van Dam

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1960

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1960

De Banier | 8 Pagina's