Rooms-katholieke militairen op bedevaart naar Lourdes

Beantwoording der vragen van de heren Van Dis en Kodde door de Minister van Defensie

Op 19 mei j.l. werd door Ir. van Dis en de heer Kodde aan de minister van Defensie, de heer Visser, een zestal vragen gesteld over en in verband met het geven van zes dagen buitengewoon verlof aan een groot aantal Tooms-kaitholieke m.ilitairen! voor het ideelnemen aan een dusgeniaamde bedevaart naar Lourdes, alwaar door Rome sedeit vele jaren met Maria ©en gruweilijk© afgoderij bedreven wordt.

Opdat men de vi'agen en antwoorden met elkaar kan vergelijken, z: iillen we eerst de vragen nog ©enis herhalen en dan de antwoorden laten volgen:

VRAGEN

1. Is het waar, dat aan ongeveer duizend rooms-Jkathöliefce dienstplichtige miütaaren vanaf 9 juni 1960 zes dagen buitengewoon verlof w«rdt gegeven om te kunnen deelnemen aan de derde intemationaile militaire bedevaart naar Lourdes?

2. Is het waar, dat hierbij door het ministerie van Defensie aan de organisatoren dezer bedevaart medewerking wordt gegeven, o.a. door het beschikbaar stellen van een militaire kantine, tenten, dekens enz.?

3. Indien het in de eerste vraag gestelde door de minister bevestigend beantwoord moet worden, moet hij dan niet erkennen, dat de rechtvaardigheid eist, dat ook aan niet-rooms-katholieke militairen, zij het op verschillende tijidstippen, zes da: gen buitengewoon verlof wordt gegeven? ­

4. Indien het in de tweede vraag gestelde bevestigend beantwoord moet worden, acht de minister het dan w©l verantwoord, dat vanwege zijn departement op de in deze vraag aangegeven wijze ten behoeve van een specifiek rooms-katholieke aangelegenheid medewerking wordt verleend?

5. Wanneer het dienstbelang het toelaat aan duizend rooms-katholieke dienstplichtige militairen zes dagen buitengewoon verlof te geven vooi een — naar rooms-katholieke opvatting — godsdienstig doeleinde, moet die minister dan niet toestemmen, dat het uiterst grievend en onbillijk is aan müitaicen, die om godsdienist^e redenen des zondags niet reizen, het mxïgen terugkeren op maandagmorgBn van kort verlof te weigeren?

6. Wanneer de minister het in de vijfde vraag gestelde bevestigend moet beantwoorden, vwl hij dan bevorderen dat militairen, die om godsdienstige redenen des zondags geen gebruik van openbare middelen van vervoer maken, verlof gegeven wordt op maandag van hun kort verlof te m, ogen terugkeiien, zo, dat zij zich met de eerst© reisgelegenheid naar hun garnizoensplaats begeven?

ANTWOORDEN

1. Aan ongeveer 750 rooms-katholiek© militairen^ die op 9 juni 1960 zies maanden v/erkelijke dienst voor eerste oefening hebben volbracht, wordt zes dagen buitengewoon verlof gegeven om te kunnen deelnemen aan de derde inteimationale militaire bedevaart naar Lourdes.

2. Het is niet juist, dat door het Nederlanidse Departement van Defensie aan de organisatoren dezer bedevaart «en militaii'e kantin© en tenten ter beschikking zijn gesteld. Daar de deelnemers in een militair terutenkamp zullen overnachten^ dat door het Fraiisie leger ter beschikking is ges'telid, is aan de deelnemers wei toestemming vedeend tot het medenemen van de hun van rijkswege verstrekte slaapzak, c.q. één of mieer dekens. De organisatoren hebben van de Belgische Spoorwegen twee goederenwoigons gehumd, welke door hen als kantinewagens worden ingericht. De voorraden voor 'deze kantinewagens worden tegen de gebruikelijke prijzen betnokkeD van de kantinedienst te Leiden. Aan de organisatoren worden enige containers en gamellen voor het zetten van koffie, vier butagastoestellen, vijf afwasketels miet waterverhitters, twee benzinekooktoesteUen, tien kookgamellen, alsmede vier accu's met accuoplaadaiggiiegaatj© uitgeleend. De brandstoffen voor deze apparaten worden niet van rijkswege verstrekt.

3. Evenmin als aan de tienduizenden rooms-katholieke militairen, die niet aan d© intemationaie m£itaire bedevaart deelnemen, buitengewoon verlof wordt verleend, is het uit een oogpunt van rechtvaardigheid noodzakelijk aan niet-iroonis-katholiekB militairen een dergahjk verlof te verlenen. Een faoiHtedt, welke aan een bepaalide groep m-üitairen wordt verleend op grond van '©eni bepaalde omstandigheid, is nimmer aanleiding andere poepen militairen, welke niet in die omstandigheid verkeren, als kompensatie eveneens d© facdKteit te verlenen. De ondeiigetekende denkt hierbij aan het oogstverlof, dat zo nodig tot een maximum van 21 dagen per jaar wordt verleenxl aan dienstplichtigen, die vóór hun opkomst in müitaire dienst in de agrarische sektor werkzaam waren.

4. Door de ondiargetekende wordt steeds in'* val^erlei vorm medewerking verleend aan zaken, welke bevoadealijk zijn voor de geestelijke verzorging van de krijgsmacht. Deze geestelijke verzorging heeft bij de onr derschaidene godsidiienstige richtingen soms een verschillend accent. De ondergetekende acht het dan ook volledig verantwoord, dat, op overi-•gens aeer bescheiden schaal, medewerking wordt verleend aam de derde mtemationale militaire bedevaart naai Lourdes.

5 en 6. Deze vragen worden ontken nend beantwoord. Door aan in'ilitairen, die om godsdienstige reden des zon^dags o iet reizen, te vergunnen na kort verlof op maandagmcngen terug te keien^ zou in het bijzonider, en wel iedere week opnieuw, de gang van zaleen bij de vredesopleidingseenheden worden •verstoord^ waarte-«en de belangen van de militaiiie dienst zich in overwegende mate verzetten. Bij de parate onderdelen doet dit probleem zich praktisch niet voor, omdat daar alle militairen eenmaal per 14 dagen van vrijdag 18.00 uur tot maandag 12.00 uiur bewe-(Tingsvrijheid gemeten en de daartussen liggende weekeinden, hun gamfeoen niet mogien verlaten.

Met het oog op de belangen van de militaire dienst rnogen aan de internationale militaii-e bedevaart naar Lourdes slechts die dienstplichtigen deelnemen, die op 9 juni ten minste 6 maanden werkelijke dienst hebben volbracht, dus in het algemeeni müitairen, die geen deel meer uitmaken van de vredesopleidingseenheden.

Uit het antwoord van de minister blijkt alzo, dat er inderdaad een groot aantal, namelijk circa 750, rooms-katholieke militairen buitengewoon verlof heeft gekregen om te kunnen ideelnemen aan de derde internationale militaire bedevaart naar LouTdes. Ook is toagegea^n, dat door het departement van Defensie aan deze bedevaartgang medesverking is vei'leend door legergoederen, die aan het rijk behoreni, beschikbaai-te stellen. Zowel het één als het ander blijven wij onverantwoord vinden. Ten eerste krachtens beginsel en ten tweede omdat het onbilhjk is aan een bepaald deel der weermacht 6 dagen buitengewoon ver­ lof te geven en aan andere delen niet. Ook andere malitairen, die ten minste 6 maanden %\-erkeli}ke dienst hebben volbracht, zouden toch gaarne 6 buitengewone verlofdagen willen hebben, de één voor dit en de ander voor een ander doel. Dat tienduizenden rooms-katholie. ke militairen evenmin buitengewoon •verlof wordt verleend, ligt aan henzelf. Al die tienduizenden, wanneer zij slechts tenminste 6 maanden werkelijke dienst hebben volbracht^ hadden eveneens instemming om naar Lourdes te gaan en daarvoor 6 dagen buitengewoon verlof te veikrijgen. Aan de nietrooms-katholieke militairen echter werd de mogelijkheid van 6 tlajgen buitengewoon verlof onthouden. Wanneer bijv. 1000 niet-rooms-J< atholaeke militairen met elkaar een week naar Zwitserland zouden willen gaaai met gebruikmaking van legergooderen, zouden zij daarvoor de kans niet krijgen, ook al zou er voor hen voor reis-en slaapgelegenheid worden gezorgd.

De vergelijking van de minister met het oogstveirlof gaat in deze helemaal mank. Het oogstverlof toch betreft een nationale aangelegenheid, terAvijl de bedevaart naar het zogenaamde genade-oord Lourdes, een uitsluitend^ rooms-katholieke aangelegenheid is. Dat is óus wel een zeer groot verschil!

Het is voorts zeer bedroevend, dat militairen, 'die uit godsdienstige overtuiging 's zondags niet reizen, geen verlof kunnen krijgen om des maandagsmorgens naar hun garnizoen te mogen terugkeren. Ons is wel eens m-edegedeeild, dat rooms-katholieke militaire wel verlof krijgen om de volgende da, g terug te keren na specifiek rooms-katholieke feestdagen. Ook hierbij weer een meten met twee maten.

Bij deze enkele aantekeningen betreffenfende het antwoord van de minister zullen wij het laten. Bij de behandeling der eerstvolgende defensiebegroting in het najaar, zal er D.V. gelegenheid zijn op deze la^-estie nader terug te komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen