Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I

En oKe kastijding, als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid degenen, die door dezelve geoefend zijn. Hebreen 12 : 11

Het vraagstuk van het lijden is overoud. De „waaroons? " hebben de eeuwen door weerklonken. Waarom heb ik dit leed, waarom draag ik dat kruis? En zo voorts. Sommige mensen komen er niet uit; en ze komen er nooit mee klaar. Ze verstraUcen en verstijven in het leed. Ze verkommeren in de „Waaroans? ”

Het is heel gemakkelijlc, vrij blijlvend, op een afstand, allerlei raad en troost uit te delen. Maar diegenen, die zelf de kastijdende hand des Heeren in hun leven niet wedervoeren, kunnen beter hun mond houden; stil zijn, evenals, aanvankelijk, de vrienden van Job, die hem zo ontzaghjk zwaar zien lijden; en stil bhjven. Anders komt ook het stille meeduiden van zoeven in een verdacht hcht te staaa. Was het wel echt pem'^end en gevoeld? doorhuivert het dan de duider en lijder.

De schrijver van de Hebreënbrief mag Geesteslicht laten stralen over het probleem van het lijden, speciaal van hen, die de Heere leerden vrezen.

Hij wijst op een merkwaardig onderscheid in desze. Hij met voor zich eohte kinderen, en onechte, bastaarden. En nu is het Gods pedagogie. Zijn heilige en hemelse opvoedkunde, om Zijn kinderen door hjden op te voeden tot heiligmaking; en de anderen? De onechte, die slechts in naam kinderen van God, blijvea van de Vaderlijke kastijding verstoken, maar zullen ook Zijn eeuwige vertroostingen moeten missen.

Gods kastijding werkt: Ie. droefheid naar het vlees. Het vlees onderwerpt zich niet aan Gods wet; ook niet aan die orde en regel in Zijn Koninkrijk, dat wdj door vele verdrukkingen heen behouden zullen worden.

Er zijn in de Bijbel tal van voorl)eelden om dit te verduidelijken. Ik denk aan het leed, dat Mozes ervaren moest toen hij zijn broeders naar het vlees zag onderdrukt worden in het Egypte der dienstbaarheid, ffij zou daar eens een einde aan proberen te maken. Het gevolg was: zijn vlucht naar Midian. Het daar veertig jaar lang gedtildig wachten tot God •wat doen zou. Ook een diep inleven van eigen onmacht om zijn volk te verlossen. Neen, het schijnt geen oorzaak van vreugde, maar veeleer van droefheid, wanneer het lijden teigenwoordig is. Mozes wist er van mee te preken.

Nog een ander voorbeeld. Israël is dan eindelijk door 's Heeren alvermogen uit het diensthuis der verdrukking uitgetrokken. Nu zal het voortgaan van kracht tot kracht. Van vrijmaking tot vrijmafcaig? Ho eens even! Daar is ook nog de eonde, en die baart sobuild. Ja, doet schuld op schuld stapelen. En de kastijding van de Heere kan niet uitblijven. Zo dat het volk tot veertig jaar rondzwerven door de woestijn wordt gekastijd. Bange zaak! Alleen het manna uit de hemel en het water uit de rotssteen wezen er op, dat God hen nog niet geheel wilde loslaten. Maar het was todh verre van aangenaam naar het vlees, het was allerminst een oorzaak van vreugde, die omzwerving; neen, veeleer was het een oorzaak van droefheid. Murmurering en oproerig verzet bleven niet uit. De , , waaroms? ' balden zich samen in het binnenste. Met als gevolg, dat vleselijk Israël in de woestijn niet alleen stierf, maar ook voor altijd in het dorre moest wonen. AHeen het geestelijk besneden Israël werd er door gece^and en mocht a's zalige vrurh | smaken het leven der gerechtigheid.

Wie nu enigszins thuis is in de gewijde bladen der Heilige Schrift, kan gemakkelijk de voorbeelden verdrieduibbelen. Het heeft geen zin ze hier alle op te noemen. 'Denk slechts aan Jozef in de gevangenis, aan Davids omzwervingen door de woestijn van Judéa; zie Job op de siotelhoop neerzitten, een potscherf in de hand om de boze zweren te krabben. Asaf, de zanger van Psalm 73, zou bijna vertwijfelen aan het rechtvaardig Godsbestuur. De goddelozen waren voorspoedig en zijn bestraffing wachtte hem elke morgen. Jeremia komt achter slot en grendel als hij getrouw aan volk en koning de woorden Gods bekend maakt. Hislda moet sterven als hij het nog niet vermag. Lees de levensblad'zijden van de apostel Paulus in zijn brieven aan de Korinthiërs. Denk aan het einde van Simon Petrus; hij zou geleid worden waar hij niet wilde (sommigen denken hieitbij aan zijn kruisigingsdood). Ja, de ganse kerk Gods is de eeuwen door doelwit van satan en van de vijanden des Heeren geweest.

Maar dat niet alleen; daar was ook de hand Gods zwaar op hen, als bij David (Psalm 32), vanwege hun zonden, die ze maar niet wilden 'belijden en ibestrijden. Dan is er nog een zinduiding aan het lijden en aan de kastijdende hand van God te geven, maar helaas!.... zo vaak geldt het: na deze zult gij het verstaan!

Waarom is iemand, die igezond van lijf en leden is, ondankbaar en ziet niet om naar Gods huis, dienst en Woord? Waarom — vraagt ge — ik, die gaarne opging, vanwege ziekte verhinderd daartoe? Waarom krijgt de één, die er niet eens altijd blij mee is, een grote schaar van kinderen, en ik moest mijn ene heveling weer afstaan? Waarom moest mijn man, mijn vrouw zo jong sterven? Waarom ben ik, hoewel gezond, werkeloos? Wie ea] de vragen alle kunnen noemen, en het leed, dat opborrelt als bronwater, kunnen peilen?

Waarom tobben een godvrezende vader en moeder soms met een kind, dat niet wil weten van God en Zijn schone dienst? Waarom luistert het niet naar hen? Wil het dan opzettelijk te gronde gaan? Hebben de gebeden en zuchtingen geen kracht of verhoring? Zouden dan de beloften Gods voor mij toegesloten blijven? kreunt het moegeplaagde, bestreden hart van de heilbegerige zondaar. Waarom die inklevende verdorvenheid, ook na ontvangen gunstbewijzen van de Heere? Hoe is het mogehjk, dat ik het goede, dat ik doen wil, niet volvoer, maar het verkeerde en het boze. dat ik naar mijn vernieuwde wil tege»sta, toch weer volbreng? (Bom. 7). Lezer, het gaat u toch niet vervelen, deze u dor en misschien onbegrijpelijk voorkomende opsomming van „waaroms”?

U tilt er zo zwaar niet aan? U lacht u over de problemen heen? O, doe dat toch niet. Het zou een oordeel Gods in het oordeel kunnen betekenen, ziende blind en horende doof te blijven. O, zie en merk op de hand van God, Die kastijdt, neen, niet uit lust tot plagen, maar met de wijze bedoelioig ons te trekken uit deze tegenwoordige, .boze wereld, en ons aileen te doen verlustigen in het door Hem toegezegde en door Hem te schenken heil!

St. Maartensdijk

Ds. J. v. d. Haar

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 1960

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 1960

De Banier | 8 Pagina's