Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Te dien dage zal tot Jeruzalem gezegd worden: rees niet, o Sion, laat uw handen niet slap worden. De Heere, uw God, is in het midden van u, een Held, Die verlossen zal; Hij zal over u vrolijk zijn met blijdschap; Hij zal zwijgen in Zijn liefde; Hij zal Zich over u verheugen met gejuich. Ze f an ja 3 : 16—17

Bijzonder diep buigt de Heere Zich wel neer in deze woorden. Alle vrees wil Hij uitbannen. Niet uit te zeggen is dat in betekenis voor het Sion Gods, als zij dat beleeft in de benauwdheid.

Maar wellicht zal de vraag opkomen: Hoe kan dit nu? Niet vrezen? Terwijl er rondom niet anders dan oorzaak schijnt te zijn om te vrezen. Ja, zelfs in haar kan er geen verwachting zijn. Hoe kan dan de Heere dat laten bekend maken?

Zeker, dat is alles waar. Het schip is in een woedende zee en niemand daarop kan uitkomst geven. Boven zijn donkere wolken en rondom kokende golven! Doch van de andere zijde — en let toch op het eenzijdige in deze bemoediging Gods — klinkt Gods bemoediging. En die kan klinken, omdat de Heere een verlossend God is voor Zijn Sion. De Heere bant haar vrees uit, omdat Hij een Held is in het midden van haar om haar te verlossen.

Gij zult het verstaan, dat we de betekenis van deze woorden alleen recht kunnen vertolken in het verband, waarin ze staan. Het gaat hier om de dag van het gericht, waar doorheen Gods Sion straks eeuwig binnen zal komen, ledere geestelijke inwoner van Sion beleeft daar wat van: door het gericht heen komt hij thuis.

Welnu, nu klinkt het tot Sion: „Ik ben een Held in het midden van u om u te verlossen". Zij weet niet eens in de ontzetting. Wie in haar midden is. Maar de Heere Zelf opent haar ogen voor Hem en voor Zijn aanwezigheid tot verlossing. Want Hij zegt niet: Ik zal in uwr midden komen, of: Ik zal in uw midden zijn. Neen: de Heere is in uw midden.

De Heere is in het midden van Zijn Sion. Hij woont in het midden van Zijn kerk. Dat kan alleen omdat Hij de schuld van de Zijnen verzoend heeft en dat ellendige en arme volk daarin wil doen delen. Zo is Hij in dé Christus, Die met Zijn bloed Borg voor God geworden is terwille van hen, in hun midden. Eenmaal heeft Hij die Borg gegeven tot verlossing van hun zonden, maar ook opdat dat volk in Hem een Held zou krijgen tot verlossing van het bange gericht.

Hij is een Held, Die in haar midden is om de verzoenende kracht van Zijn bloed. Een Held, Die de macht heeft om haar uit te redden uit alle nood. Een held heeft grote kracht en kan in de oorlog machtige daden doen. Maar geen held is te vergelijken bij Deze.

Hij is de Held, bij Wie door God hulp besteld was. Om in de bange strijd en in het nameloos lijden van Golgotha Zijn verzoenend bloed voor schuldigen in zichzelf te storten, en de machten van hel en duisternis te overwimien. Hij is de Held, Die vanwege Zijn volbracht werk door Zijn Heilige Geest intrek neemt in het hart van zondaren en de satan daar overwint.

En nu zou Gods kerk in de bangheid van het gericht alle hoop verliezen. Menen dat ze om moet komen. Maar: Hij heeft het teken van Zijn bloed in haar bevestigd, en zal het voor haar opnemen. Als de dag van het gericht met al zijn branding tegen haar bruist, dan betoont Hij Zich een krachtige Held en leidt haar door de branding heen het eeuwige licht der zaligheid birmen. Dan zal Sion zich eeuwig verblijden in de Heere.

Echter kent gij en bezit gij die Held? Wij zullen allen het gericht moeten passeren. Zeker in uw stervensuur. Voor niemand van ons zal dat geen waarheid worden. Gaat ge er dan straks voorbij zonder die Held tot uw verlossing te kennen? Zonder Hem aan deze zijde in het gericht voor God nodig gekregen te hebben als Borg voor de schuld?

Bedenk dan hoe ontzettend dat zal zijn. Dan moet ge straks een gericht door, terwijl niemand het voor u opneemt. Dan gaat ge een duisternis in, die nooit zal eindigen.

Velen onder ons zijn zo gemakkelijk onbekeerd. Geen sterfbed beroert meer. Geen ernstig woord grijpt meer aan. Weet dat de Heere de Machtige is om uw stenen hart weg te nemen en een vlezen hart in uw binnenste te openbaren.

En leg het met aandrang en ernst voor de Heere neer, opdat Hij Zich uwer ontferme en met de kracht van Zijn Heilige Geest uw hart opene.

Misschien weet gij het niet. Zegt ge voor uzelf: Voor mij kan het niet meer. Ge gevoelt uw verlorenheid buiten God ej? . Gods gerechtigheid tegen u. Niets houdt ge over om op te steimen. Zalig echter dan als de Heere het bloed van deze Held verzoenend openbaart voor uw ziel.

Dan blijft Hij altijd Dezelfde. In Hem ligt ge vast. Ja, in Hem. Niet in uzelf. Steeds immers bederft ge het. Steeds komen uw ongerechtigheden weer op. Allerlei benauwdheid kan Gods kinderen nog aangrijpen. Maar deze Held blijft gereed om haar te verlossen. Hij is in het midden van haar, ook al gevoelt zij het niet.

Kind van God, dan moet ge door het gericht en door allerlei dat beangst, maar Hij zal verlossen. In het uur van de uiterste benauwdheid tot de hoogste vreugde.

's-Gravenzande

Ds. D. Slagboom

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 1960

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 1960

De Banier | 8 Pagina's