Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR DE JEUGD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR DE JEUGD

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten!

Een hartelijk welkom zij toegeroepen aan onze nieuwe nicht Marietje van Lagen te Garderen, die tiet voorbeeld van haar broer Jan, die het vorige jaar jiini ging meedoen, heeft gevolgd en voortaan ook de oplossingen van de raadsels voor de jongeren wil gaan inzenden. Thans gaan we de nieuwe raadsels geven van

OPGAVE 665

Jongeren: 1. Noem de naam van: a. de koning van Moab, die Bileam liet komen. b. de man van Naomi. c. de proleet, die Jeruzalem herbouwde. d. de spelonk, waar David schuilplaats vond. e. de opvolger van Mozes. f. de man van koningin Izébel. Welke naam vormen de beginletters van de gevraagde namen?

2. Zoek uit elk der onderstaande zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte uit Openbaring 16 vormen. a. Jozef en Maria gingen naar Egypte. b. De moordenaar zeide: daar gij in hetzelfde oordeel zijt. c. Die dan het eerst daarin kwam na de beroering. d. En een derde deel van u zal sterven. e. Het zal worden een grote schare. f. God heeft naar de stem van de jongen gehoord.

3. Een tekstgedeelte uit het boek Ezechiël bestaat uit 55 letters. Zoek dit tekstgedeelte met behulp van de volgende gegevens: 11 48 33 20 7 22 53 was de laatste der koningen van Juda. 38 50 25 46 14 4 is de naam van de discipel, die een oor afsloeg. Het 15 34 40 55 10 des Heeren blijft in der eeuwigheid (1 Petrus). De vader van Kanaan heette 23 52 17 1. Het was het 41 5 36 31 13 der ongehevelde broden. Mijn 26 39 16 51 2 18 zijn mij tot spijze. De Heere gebiedt aldaar do 21 27 49 29 37. 30 12 19 42 6 43 8 45 3 is een getal tussen tien en twintig. 28 44 24 54 11 32 was de knecht van Elisa. Een neef van David versloeg een man, die twaalf vingers en twaalf 47 2 35 48 9 had (2 Sam. 18—23).

Ouderen: 1. Een tekstgedeelte uit Mattheüs bestaat uit 81 letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende bekend is? Die in 1 10 65 53 63 7 21 61 opgevoed zijn (Klaagl. v. Jeremia). David stelde Benaja over zijn 28 4 72 6 27 55 44 76 81. 29 64 29 18 24 31 33 37 73 wordt door Paulus één van zijn bloedverwanten benoemd (Rom, ). Ih heb u liefgehad - net een 52 16 5 13 40 78 23 liefde. 69 14 75 54 38 is een getal. En berekenden de 46 9 71 11 50 derzelve (Hand. 16—20). Ik zal u geen 70 60 20 41 51 laten. In Izak zal u het 56 47 79 15 genoemd worden. Zij konden dit schrift niet 58 3 45 67 32. De 30 2 17 52 35 12 gaat voorbij. Een dienstknecht van een hoofdman, die hem zeer 8 26 80 49 74 was. De vrouw van Sallum, de klederbewaarder, heette 66 57 36 39 34 (2 Kon. 18—24). Het is u 42 48 77 62 de verzenen tegen de prikkels te slaan. 59 67 22 68 14 is een jaargetijde. 19 moet geraden worden.

Noem de naam van: a. de echtgenoot van Drusilla. b. de zoon van Hagar. e. de gemeente, wier leden rijk en verrijkt in zichzelf waren. d. de man, die Rebekka tot Izak leidde. e. een oproermaker, genoemd door Gamaliel. f. de plaats, waar Haran stierf. g. de schrijver van koning Josia. Welke naam vormen de eerste letters van de gevraagde namen?

Maak uit USUNITZEWAAGELNIDOTITA door een andere rangschikking der letters een tekstgedeelte uit Jesaja 2 tot vers 10.

De oplossingen dezer raadsels mogen nog NIET ingezonden worden. Nu volgt nog een gedeelte van het verhaal over

DE LOLLAKDEN

24. Op de vraag van de aartsbisschop Anmdel, of Thorpe de verering der beelden afkeurde, gaf deze ten antwoord: „De verering dezer levenloze voorwerpen is het bewieroken van het werk van mensenhanden. God wil echter in geest en waarheid gediend zijn". „Wat? — beet één der rechters hem toe — gij loochent dus ook de wonderen, die zij hebben verricht? " Thorpe antwoordde hierop, dat de duivel, naar de woorden van Augustinus, de har­ ten der ongelovigen door deze gewaande tekenen verblindt, bedriegt en betovert Vandaar dat het verdwaasde volk mgjj neiging toont om deze zogenaamde wonde, ren te geloven, dan Gods Woord te horen en te geloven.

„Gij ontkent zeker ook ai het nut der bedevaarten naar de heilige plaatsen? " vroej; een ander, waarop Thorpe bevestigend ant woordde. Hij zeide, dat men onder de zeshonderd bedevaartgangers er nauwelijfe één vindt, die de geboden Gods kent en weet wat het christelijk geloof is. In vele gevallen zijn lust tot vleselijke vermaken uitspattingen en ongebondenheden de drijf! veren tot het ondernemen dezer tochten terwijl zij, die er aan deelnemen, nadat zijhun geld verteerd en zich geheel afgemat hebben, niet anders vinden dan doodsbeenderen en stomme afgoden. Daar komt nog bij, dat velen eigenlijk geen geld heb. ben om zulk een bedevaart te ondernemen Om dit toch te doen, gaan zij bedelen en zelfs stelen. Gedurende de tocht naar de zogenaamde heilige plaatsen zingen zij, maar geen psalmen ter eer van God, doch' veelal de schandelijkste en onbetamelijkste liederen, terwijl, als zij in hun woning terug zijn, zij niet anders dan vervloekte leugens en zelfs gruwelijke godslasteringen blijken te hebben meegebracht. De ware volgelingen van de Heere Jezus Christus hebben dan ook van deze bedevaarten een grote afkeer. Zij begeren enkel gevoed te worden door Gods Woord en wat daarop gegrond is, en haten uit liefde tot al wat het vlees welbehagelijk is.

Voorts merkte Thorpe nog op, dat een groot deel van het geld de gierige priesters ten deel viel, en dat terwijl zij nalatig zijn in wat zij behoorden te doen, namelijk het volk te onderwijzen in Gods Woord, en het Evangelie te prediken, wat toch hun dure roeping is. Paulus getuigde: „Wee mij indien ik het Evangelie niet verkondig", maar de priesters trekken zich hiervan niets aan. De ontrouwe herders zijn moordenaars in de ogen Gods. Zij onderwijzen de onwetenden niet en bestraffen ook de zonden niet. Deze en nog andere woorden waren, zoals te begrijpen is, de rechters als doornen in het oog. Eén der priesters zeide: „Dacht ge dat het volk vrijwillig zou geven, daar zij reeds onwillig geven wat zij schuldig zijn? " Thorpe antwoordde: „Dat is geen wonder. De menigte is de priesters vijandig, omdat zij zien dat hun giften op zondige en onbetamelijke wijze misbruikt worden". De aartsbisschop kon hierop zijn toorn niet langer bedwingen. „Schandelijke ketter, — riep hij — waarom prediken gij en uw vrienden altijd meer tegen ons dan tegen de leken? "

Thorpe antwoordde: „Wij wijzen met vrijmoedigheid ieder op hetgeen hij behoort te doen, en wij bestraffen alle zonden en ongerechtigheden. Wij beginnen echter eerst met de priesters, omdat wij weten dat zij boven anderen uitmunten in gruwelijke zonden en boosheid. Zij ontreinigen door hun hoogmoed, hebzucht, haat, nijd en andere dingen alle standen en brengen Gods rechtvaardig oordeel over alle mensen.

„Bij de heilige Petrus — riep één der priesters woedend uit — als ge uw gevloekte woorden en dwalingen niet intrekt en afzweert, zal het vuur u verteren." „Ik vrees uw dreigingen niet — antwoordde Thorpe. — Ik weet dat mijn naam geschreven is in het boek des levens des Lams, en dat deze beproeving moet dienen bm mij voor te bereiden voor de eeuwige heerlijkheid.

„Het is genoeg — zei Arundel. — Blijft ge in uw godslasterlijke dwalingen volharden, dan zal u de straf treffen, door onze rechtmatige heer en koning voor de wederspannigen bepaald. Wanneer ge echter onder ede wilt beloven de leringen der Lollarden te verwerpen en alle prediking te staken totdat gij meer zuivere leringen hebt omhelsd, dan zullen wij u zacht behandelen". Thorpe kon dit echter niet beloven, daar dit, zoals hij zeide, een prijsgeven van de waarheid en een vertreden van Gods Woord zou zijn.

Nadat er nog verscheidene woorden van beide kanten gewisseld waren, werd Tliorpe tot de vuurdood veroordeeld. Nadere berichten hierover zijn echter niet bekend, maar wij kunnen er wel van overtuigd zijn, dat de Heere Thorpe heeft gesterkt en ondersteund, want als hij bezweken was, zouden de vijanden zeker niet hebben nagelaten hiervan melding te maken.

OOM KOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1961

De Banier | 8 Pagina's

VOOR DE JEUGD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1961

De Banier | 8 Pagina's