Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Algemene Vergadering der S.G.P.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Algemene Vergadering der S.G.P.

28 minuten leestijd Arcering uitzetten

gehouden op dinsdag 21 februari 1961

Onder zeer grote belangstelling vond op dinsdag 21 februari 1961 te Utrecht, in Tivoli, de Algemene Vergadering der S.G.P. plaats. Uit alle delen van het land waren de afgevaardigden en leden der kiesverenigingen opgekomen, zodat de grote zaal van het noodgebouw Tivoli geheel bezet was. Ook het podium was sterker gevuld dan in de laatste jaren het geval was, wat mede zijn oorzaak vindt in het feit, dat door verscheidene predikanten van onderscheidene kerkformaties aan de oproep tot het bezoeken dezer vergadering gevolg gegeven was. Voorts hebben de zeer gunstige weersomstandigheden er ongetwijfeld toe bijgedragen, dat de opkomst de stoutste verwachtingen overtrof.

Te ruim 11 uur opende de voorzitter. Ds. Zandt, de vergadering. Na een kort woord van welkom, verzocht hij van Psalm 25 de verzen 6 en 7 te zingen en werd op verzoek van de voorzitter door Dfc. Smits Psalm 19 gelezen, waarna Ds. Zandt voorging in gebed. Aleer werd overgegaan tot het uitspreken van de rede, werd door de voorzitter namens het hoofdbestuur voorgesteld aan H.M. de koningin het navolgende telegram te zenden:

De Algemene Vergadering der Staatkundig Gereformeerde Partij, op dinsdag 21 februari 1961 te Utrecht in Tivoli bijeen, betuigt hare aanhankelijkheid aan Uwe Majesteit en Uw doorluchtig Huis en wenst U Gods onmisbare zegen toe. Ds. P. Zandt, voorzitter Ir. C. N. van Dis, sekretaris

De vergadering aanvaardde dit voorstel met eenparige stemmen. Namens hare majesteit werd in de namiddag een telegram van de volgende inhoud ontvangen:

H.M. de Koningin heeft mij verzocht U haar vriendelijke dank over te brengen voor de gevoelens geuit in Uw telegram. Jonkvr. Roëll, part. sekr. H.M.

Vervolgens verzocht Ds. Zandt aan Ds. Smits of hij de door eerstgenoemde geheel zelf vervaardigde rede wilde voorlezen, daar diens stem sterker is en ook de mikrofoon het geluid niet bij ieder even duidelijk doorgeeft. Ds. Smits voldeed aan dit verzoek. De titel van deze rede, die met grote aandacht werd gevolgd, luidt:

WAT WIJSHEID?

Woorden, welke ontleend zijn aan de profeet Jeremia en aldus luiden: „Zie, zij hebben des Heeren Woord verworpen; wat wijsheid zouden zij dan hebben".

Deze rede was al in druk verschenen, en werd in de pauze druk verkocht voor de zeer lage prijs van 40 cent. Wie deze rede alsnog in bezit wenst te hebben, kan ze bestellen bij N.V. „De Bar nier", postbus 2019 te Utrecht. Zie ook de advertentie in dit nummer van De Banier.

Het voornemen bestaat om deze rede ook in een veel goedkopere uitgave voor de kiesverenigingen verkrijgbaar te stellen, welke echter niet per stuk kan aangevraagd worden. Deze uitgave dient uitsluitend voor verspreiding en kan dus alleen door kiesverenigingen in grotere aantallen bij N.V. De Banier worden besteld. De prijs zal, evenals in vorige jaren, 5 cent bedragen, wat spotgoedkoop is. Laten de kiesverenigingen dus flinke aantallen van deze goedkope uitgave afnemen. Rotterdam gaf reeds het goede voorbeeld door er 5000 van te bestellen.

Daar Ds. Zandt het beter had gevonden tijdens het uitspreken van de rede door Ds. Smits de zaal te verlaten, was de heer Kodde door hem verzocht het voorzitterschap te willen waarnemen, zolang hij nog niet aanwezig was.

Derhalve bracht de heer Kodde Ds.' Smits hartelijk dank voor het uitspreken van de rede en Ds. Zandt voor het vervaardigen er van en ook daarvoor, dat Ds. Zandt de opbrengst dezer rede geheel belangeloos wenste af te staan ten behoeve van de partijkas.

De notulen der vorige Algemene Vergadering, die het vorige jaar in De Banier van 25 februari wa^ ren afgedrukt, werden hierop zonder op- of aanmerkingen door de vergadering goedgekeurd en de partijsekretaris voor zijn werkzaamheden te dezer zake dank gebracht.

Hierop kwam punt 6 van de agenda aan de orde:

VERKIEZING LEDEN HOOFDBESTUUR

Deze keer was alleen Ds. Dorsman aan de beurt van aftreden, die herkiesbaar was. Voor het opnemen van de uitgebrachte stemmen werd een stembureau sar mengesteld, bestaande uit de heren J. Zoetewey, J. P. van der Hoogen, J. Jans, G. H. Wassink, M. V. d. Kolk, E. J. ten Voorde, P. V. d. Welle en C. Bal. Nadat de voorzitter de kollekte had aangekondigd en verzocht had van Psalm 86 enige verzen te zingen, werd door hem aan Ds. Mieras verzocht met gebed en het vragen van een zegen voor het middagmaal te willen eindigen, waaraan Ds. Mieras voldeed.

Na de pauze werd de vergadering heropend met het zingen van Ps. 25 : 4.

Ds. Zandt, die inmiddels weer zijn plaats had ingenomen, bracht hierna de vergadering dank voor de trouw, die de S.G.P. hem steeds bewezen had, waarin hij zag de onverdiende goedheid Gods, die hem, terwijl hij zich in zijn jeugd als een wederspannige had gedragen, had opgezocht. Nogmaals bedankte hij de vergadering er voor, dat zij hem gedragen en verdragen had, en deelde voorts mede, dat hij het met het oog op zijn lichaamsgesteldheid beter vond de vergadering te verlaten, doch niet dan eerst nog met elkander te hebben gezongen Ps. 72 : 11: Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen.

De vergadering zong hem echter eerst spontaan de zegenbede toe uit Ps. 134 : 3: Dat 's Heeren zegen u daal', om daarna Ps. 72 : 11 te zingen.

De heer Kodde bracht Ds. Zandt wederkerig dank voor al wat hij voor de S.G.P. heeft gedaan, en wenste hem voorts toe, dat de Heere hem mocht schragen.

Ds. Zandt verliet daarop de zaal, waarna Ds. Dorsman op verzoek van de voorzitter de vergadering met gebed en dankzegging voor het middagmaal heropende.

Alsnu werd de uitslag der stemming bekend gemaakt, waaruit bleek, dat Ds. Dorsman met nagenoeg algemene stemmen herkozen was. Op de vraag van de voorzitter of Ds. Dorsman zijn herbenoeming aanvaardde, gaf deze een bevestigend antwoord. Nadat de leden van het stembureau dank was gebracht voor de door hen verrichte werkzaamheden, kwam punt 10 van de agenda aan de orde:

JAARVERSLAG VAN DE PARTIJSEKRETARIS, IR. VAN DIS

In dit verslag werd na een principiële inleiding er op gewezen, dat de arbeid der S.G.P. vertegenwoordigers in de onderscheidene overheidskolleges toch geen vergeefse arbeid is, ook al wordt er geen gehoor gegeven aan wat door hen wordt voorgestaan en bepleit. Die arbeid, aldus het verslag, heeft in het licht van Gods Woord wel degelijk betekenis. Het is dan ook beslist onjuist te beweren, dat de S.G.P.-vertegenwoordigers louter negatief werk verrichten, zoals hun zo menigmaal voor de voeten wordt geworpen. Niets toch is positiever dan het uitdragen en bepleiten der beginselen, die op Gods Woord en wet gegrond zijn. Zonder te willen beweren, dat de S.G.P.-ers allen zo ijverig in dat werk zijn geweest als naar Gods Woord van hen vereist wordt, kan toch vermeld worden, dat ook in het achterliggende jaar in de diverse kolleges de eisen van Gods Woord en wet wederom naar voren mochten worden gebracht, en kan er ook melding van worden gemaakt, dat de kiesverenigingen aan het verbreiden der beginselen, die op Gods Woord gegrond zijn, hebben medegewerkt door het verspreiden van lektuur.

Zo werden er van de rede van Ds. Zandt van de vorige Algemene Vergadering 2000 exemplaren in de duurdere uitgave en 20.000 in de goedkope uitgave voor ver­ spreiding door de kiesverenigingen afgenomen. Van de rede van Ds. Zandt, gehouden in de Tweede Kamer bij de Algemene Beschouwingen over de Rijksbegroting voor 1961, 15.000, welke ook alle verspreid werden.

Ook inzake het werven van nieuwe abonnés op De Banier werd door de kiesverenigingen een grote aktiviteit aan de dag gelegd. Er werd hierbij door de bestuursleden ten sterkste op aangedrongen, dat vooral zij toch het goede voorbeeld behoorden te geven door zich op De Banier te abonneren, daar af en toe nog wel eens bleek, dat er bestuursleden zijn, die geen abonné zijn, met het gevolg, dat het voorkomt, dat een sekretaris niet eens weet waar hij kaarten en agenda voor de Algemene Vergadering moet aanvragen. Vervolgens werd stilgestaan bij de grote betekenis van het gestadig bearbeiden van ons volk met lektuur, ook al zijn er geen verkiezingen.

Hierna werd vermeld, dat de groei der S.G.P. steeds voortgaat. Er waren in het achterliggende jaar weer vijf kiesverenigingen bij gekomen n.l. in 's-Gravenhagezuid. Heer jansdam, Hoogvüet (Rotterdam-Banier XIV), Spijkenisse en Vlaardingen, waardoor het totale aantal kiesverenigingen op 5 na tot 300 gestegen is.

Er werd bij de kiesverenigingen, statenkring- en provinciale verenigingen op aangedrongen al het mogelijke te doen het daarheen te sturen, dat op de volgende Algemene Vergadering kan medegedeeld worden, dat op zijn minst het aantal van 300 is bereikt. Er werd echter tevens voor gewaarschuwd om in deze niets te forceren. De nodige takt en voorzichtigheid moet worden betracht. Er moet plaats voor zijn, anders is het beter met het oprichten van een kiesvereniging niet te beginnen. Aan het oprichten van een kiesvereniging, die na korte tijd weer moet worden afgeschreven, heeft de partij niets. Er moeten geschikte personen voor zijn, die in het bestuur zitting kunnen en wUlen nemen. Er werd in het jaarverslag ook op gewezen, dat er vlak vóór de oorlog, n.l. op 24 april 1940, nog slechts 209 kiesverenigingen waren, zodat er vanaf 1946 dus in 15 jaar tijd 85 bijgekomen zijn. Hierna werd vermeld, dat er een Algemene Vergadering had plaats gehad op woensdag 17 februari 1960 en voorts, dat het hoofdbestuur 3 maal vergaderde, de laatste maal op 16 december 1960 met de afgevaardigden der provinciale verenigingen.

Vervolgens werden enige mededelingen gedaan over de werkzaamheden van het partijbureau om daarna te besluiten met de wens en bede, dat de Heere met de S.G.P. en haar vertegenwoordigers in het jaar, dat voor ons ligt mocht optrekken en de laatstgenoemden mocht schenken de wijsheid en voorzichtigheid, de moed en kracht, die zij zo zeer van node hebben voor het bepleiten der beginselen van Gods Woord, daar het toch alleen bij de handhaving en naleving van die beginselen ons land en volk zal kimnen wel gaan. Op de vraag van de voorzitter of iemand nog iets te vragen had naar aanleiding van het jaarverslag, werd verzocht de aantallen iesverenigingen in caiderschei. [ ene provincies nog eens te wil.' en herhalen, aan welk verzoekt erd voldaan. Onder dank voor et geboden verslag werd {Jitj aarop goedgekeurd. u kwam punt 11 aan de orde;

VERSLAG VAN DE PENNINGMEESTER DE HEER C. JANSEN

In dit verslag werd er allereerst op gewezen, dat het jaar 1960 had gestaan in het teken van de sanering van de geldmiddelen der partij. Uit het jaarverslag over 1959 was gebleken, dat het totale partijbezit was gedaald tot ƒ 797, 45 als gevolg van de grote doortastendheid, betoond bij de gevoerde propaganda, toen ia maart 1959 bij de tussentijdse verkiezingen een geweldige aktie moest worden opgezet, waarvoor veel geld nodig was. Er was dan ook aan het eind van het boekjaar 1959 een nadeUg saldo in de partijkas van ƒ 4.059, 48, waartegenover een reserve stond van het saldo van de uitgave „Uiteenzetting van het beginselprogram' groot ƒ 4.856, 93, welke rekeningen steeds gescheiden zijn gehoudea De reserve was dus ingeteerd tot ƒ 797, 45. De uitgave voor de verkiezingen van 1959 was dus wel zeer groot, maar gezien het doel wat er mede beoogd werd, was zij volkomen verantwoord.

Bij zijn optreden als partijpenningmeester had hij onmiddellijk begrepen, dat er maatregelen nodig waren om de financiën te saneren. De inkomsten moesten worden opgevoerd en de uitgaven, waar mogelijk, beperkt. Als eerste stap werd besloten om staande de vergadering een extra kollekte te houden. Het resultaat was verblijdend. De kollekte bracht ƒ 1.624, 40 meer op dan die in het voorgaande jaar. Zulk een grote offervaardigheid was nog nimmer gezien. Dit gaf moed om op deze weg voort te gaan. Werden voorheen jaarlijks ongeveer ƒ 1200, — aan vrije giften ontvangen, in het verkiezingsjaar 1959 kwam een bedrag van ƒ 1667, 68 aan giften voor het goede doel birmen.

Dit spoorde er toe aan in De Banier tot verdere steun van de partijkas op te wekken, wat met zeer gunstig resultaat werd bekroond. Tegen aller verwachting in werd in 1960 het drievoudige aan giften ontvangen vergeleken bij 1959 en het viervoudige van 1958. Zodoende is het ongunstige saldo van 1 januari 1960 geheel weggewerkt en bleef er nog een overschot van ƒ 897, 44. De blijmoedigheid en spontaniteit, waarmede het gehele jaar door werd gegeven, was verrassend. Ook uit vele schriftelijke reakties bleek, dat deze aktie bij velen instemming had. De Heere heeft de harten geneigd tot milddadigheid, laten wij Hem hiervoor erkennen. Ook past een woord van dank aan allen, die naar vermogen tot het verblijdende resultaat hebben bijgedragen.

Voorts werd nog een slotuitkering verkregen van het Nederlandse Beheersinstituut, groot ƒ 2.684, 53, zodat van dit Instituut sedert 1949 totaal ƒ 6.627, 74 werd ontvangen, daar in de achterliggende jaren reeds voorschotten werden uitgekeerd.

Hierna werd in het verslag stilge- staan bij de opbouw van het abonnementenaantal van De Bajiier, waarbij bleek, dat er van maart 1960 tot en met december I960 totaal 711 nieuwe abonnees konden worden ingeschreven. Gezien de grote aktiviteit van een groot aantal kiesverenigingen en van vele partikulieren betreffende het werven van nieuwe abonnés, zou het kunnen gebeuren, dat'er in 1961 wellicht wel 1000 nieuwe abonnés zullen bijkomen. De penningmeester bracht vervolgens hartelijk dank aan allen, die de zo nodige steun hadden verleend. Het is toch van groot nut, dat De Banier in steeds breder kring wordt gelezen, maar ook de partijkas vaart daar wel bij. De netto opbrengst in de exploitatie van De Banier, die aan de partijkas ten goede komt, bedroeg in 1959 ƒ 2.02^, 33 en in 1960 ƒ 2.547, 43, zodat in 1960 een stijging van ƒ 519, 10 ten opzichte van 1959 werd verkregen. Laten allen er aan medewerken, dat deze winstmarge ten behoeve der partijkas nog aanmerkelijk zal stijgen, wat zeer goed mogelijk is. Hierop werd een financieel overzicht gegeven van de ontvangsten en uitgaven, alsook een eindoverzicht, waaruit bleek, dat de kaspositie er aan het eind van 1960 zeer gunstig voor stond. Met een opwekking om voort te gaan met het inspannen van alle krachten en de bede, dat de Heere Zijn zegen over dit werk mocht wülen gebieden, werd dit jaarverslag besloten.

De voorzitter las hierop de verklaring voor van de kontrolekommissie, bestaande uit de heren B. van der Graaf en J. van der Poel, waaruit bleek, dat de boeken van de partij en het partijbureau waren gekontroleerd en alles akkoord bevonden was. Nadat de voorzitter de p)ennlngmeester voor zijn jaarverslag dank gebracht had, en ook de heren Van der Graaf en v. d. Poel voor hun arbeid hartelijk had bedankt, stelde hij voor voor het kontroleren der boeken over 1961 dezelfde heren te benoemen. De vergadering ging hiermede akkoord, waarna de beide heren, die ter vergadering aanwezig waren, te kennen gaven, dat zij bereid waren zich voor dit werk beschikbaar te stellen. Hierop kon worden overgegaan tot het behandelen van de

VRAGEN EN VOORSTELLEN DER KIESVERENIGINGEN

1. Herstel van de doodstraf

Oudewater en Rotterdam-Banier XI vroegen of de Kamerleden der S.G.P. bij vernieuwing de overheid willen wijzen op haar dure plicht de doodstraf te herstellen. Rotterdam-Banier XI meent, dat dit herstel de meeste kans van slagen zou hebben, wanneer hiervoor werd gepleit door middel van een interpellatie in de Tweede Kamer, zodra een moord heeft plaats gehad, daar dan zeker op de steun van andersdenkenden kan worden gerekend, gelijk blijkt uit stukken in de pers.

Prae-advies H.B. Het H.B. wijst er op, dat de S.G.P.-Kamerleden voortdurend het herstel van de doodstraf hebben bepleit, reeds lang voor de laatste oorlog, en zelfs een motie daartoe hebben ingediend, waarvoor echter geen twee leden der Kamer bereid wa­ ren deze te steunen, zodat zij niet eens in behandeling kon komen. Onlangs is opnieuw het herstel van de doodstraf door de S.G.P.f raktie bepleit, doch van niemand der Kamerleden werd daarbij ook maar enige steim geboden. Het H.B. kan voorts de optimise tische mening van Rotterdam- Banier XI niet delen. Uit stukjes in de pers van andersdenkenden kan niet gekonkludeerd worden, dat de Kamerleden, die tegenstanders van de doodstraf zijn, voorstanders hiervan worden, wanneer de invoering van deze straf wordt bepleit als er een moord heeft plaats gehad.

Op de vraag van de voorzitter of iemand het woord verlangde, werd door één der afgevaardigden gevraagd of het toepassen van de doodstraf wel overeenkomstig het Nieuwe Testament was.

De voorzitter wees er op, dat de overheid als dienaresse Gods wel degelijk de bevoegdheid heeft de doodstraf toe te passen. In Romeinen 13 vers 4 wordt toch nadrukkelijk gezegd, dat de overheid het zwaard niet tevergeefs draagt.

Daar niemand verder het woord vroeg, bleek, dat de vergadering het prae-advies van het hoofdbestuur met algemene stemmen goedkeurde, zodat het aangenomen was.

2. Inenting

Dordrecht stelt voor een beknopte en duidelijke uiteenzetting te geven van de bezwaren, die onder ons tegen de inenting bestaan, zowel op principiële als medische gronden.

Toelichting. Het is ten zeerste gewenst, dat er een beknopt vlugschrift voorhanden is om twijfelende personen te kunnen voorzien van deugdzame op de Heilige Schrift gegronde redenen tegen de inenting.

Prae-advies H.B. Het hoofdbestuur heeft reeds lang geleden voorzien in de behoefte aan een beknopt vlugschrift als door Dordrecht wordt bedoeld. Men kan het bestellen bij de N.V. „De Banier", postbus 2019 te Utrecht.

Aangezien van Dordrecht te voren schriftelijk enkele opmerkingen bij het H.B. waren ingekomen betreffende het in het praeadvies genoemde vlugschrift, verzocht de voorzitter de partij sekretaris deze opmerkingen te willen behandelen en te beantwoorden, waaraan deze voldeed. Na deze toelichting, waarbij ook nog was gewezen op de mogelijkheid tot vrijstelling van inenting voor jongens, die in miUtaire dienst moeten, werden over dit laatstgenoemde nog enkele vragen gesteld, welke door de voorzitter werden beantwoord.

Voorts werd toegezegd, dat tot een herdruk van het in het praeadvies vermelde vlugschrift zal worden overgegaan, wanneer er een behoorlijk aantal bestellingen binnen komen. Tot nu toe werden er 80 aangevraagd, waarmede de nog aanwezige voorraad vrijwel op is. Lisse wilde er wel 100 van hebben, als herdrukt werd. Het ligt nu aan de kiesverenigingen of tot herdruk kan v/orden overgegaan. Voor een klein getal gaat dit niet, want dan blijven ze onverkocht liggen. De vergadering aanvaardde daarop met algemene stemmen het prae-advies van het H.B.

3. Uiteenzetting beginselprogram Bameveld, Lisse en Nieuw-Lekkerland vragen of het tweede gedeelte van de uiteenzetting van het beginselprogram in 1961 kan worden verwacht.

Bameveld zou daartoe een kommissie wülen instellen en geeft voorts in overweging, dat opnieuw artikelen over het beginselprogram in De Banier worden gepubhceerd, te beginnen met artikel 1. De financiering van deze uitgave zou kunnen geschieden door middel van vrijwiUige bijdragen van kiesverenigingen en sympathiserenden.

Nieuw-Lekkerland zou wülen, dat de partij zich verbindt tot voldoende afname van dit boek. Toelichting. Gezien de grote onkimde onder de leden en nietleden, wordt goede voorüchting van het grootste belang geacht. Prae-advies van het H.B. Het H.B. erkent het grote belang van wat door de drie genoemde kiesverenigingen wordt gevraagd. Het is dan ook bereid ten deze te doen wat mogelijk is, doch wü er tevens met alle nadruk op wijzen, dat het gezien de omvangrijke arbeid hieraan verbonden, niet mogelijk is zich aan een bepaalde tijd te binden. De instelling van een kommissie acht het H.B. geheel onnodig. Voorts is het H.B. van oordeel, dat, hoewel voldoende afname zeer nodig wordt geacht, hierbij het zich verbinden door de Algemene Vergadering, niet mogelijk is.

Op de vraag van de voorzitter of iemand iets over het prae-advies van het H.B. wenste op te merken, zei Lisse, dat het zich door dit prae-advies wel wat teleurgesteld voelde, omdat in 1957 reeds was gezegd, dat tot de uitgave van het tweede gedeelte zou worden overgegaan.

De voorzitter merkte op, dat aan deze uitgave heel wat werk verbonden is en dat daarom het H.B. zijn prae-advies thans voorzichtiger geredigeerd had.

Een opmerking van een der afgevaardigden, dat er toch artikelen over het beginselprogram in De Banier verschenen waren en dat men die maar over had te drukken, werd door de partijsekretaris beantwoord. Deze merkte op, dat het wel degelijk nodig is om de bedoelde artikelen eerst persklaar te maken om ze in boekvorm te kunnen uitgeven en voorts, dat in artikel 1 van het beginselprogram in 1958 artikel 36 der N.G.B, was opgenomen, zodat dit artikel nu bij artikel 1 van het beginselprogram moest behandeld worden, wat dus heel wat werk vereist.

De vergadering ging daarop met het prae-advies van het H.B. akkoord.

4. Jongerenorganisatie.

Dordrecht stelt voor over te gaan tot oprichting van een jongerenorganisatie bestaande uit leden en adspirantleden der S.G.P.

Toelichting. Aangezien er onder de jonge leden der S.G.P. velen zeer zwak staan wat betreft het verdedigen en geven van voorlichting betreffende de beginselen der S.G.P., zou een jongerenof jeugdorganisatie hierin welücht de gewenste verbetering kunnen brengen. Evenals de kerk katechetisch onderwijs aan de jeugd geeft, wordt het nodig geacht, dat de jeugd ook inzake de staatkundig gereformeerde beginselen onderricht ontvangt,

Prae-advies H.B. Daar Dordrecht het katechetisch onderwijs als voorbeeld stelt en dit onderwijs van de plaatselijke kerken of gemeenten uitgaat, wü het H.B. er op wijzen, dat het dan ook op de weg van de besturen der kiesverenigingen ligt er voor te zorgen, dat de jeugd in de staatkundig gereformeerde beginselen wordt onderricht. Dit kan gebeuren door ook niet kiesgerechtigde jongelingen b.v. vanaf 18 jaar, als adspirantleden der verenigingen toe te laten en er voor te zorgen, dat er op de kiesverenigingen principiële onderwerpen worden behandeld. Voorts wil het H.B. er op wijzen, dat er een landeUjk verband van studieverenigingen bestaat, waar tweemaal per jaar onderwerpen worden behandeld, welke voor de jeugd van groot belang zijn.

Ook naar aanleiding van dit praeadvies van het H.B. waren door Dordrecht een paar vragen schriftelijk bij het H.B. binnen gekomen, welke op verzoek van de vooratter door de partijsekretaris werden beantwoord. Daarbij werd er op gewezen, dat het landelijk verband van studieverenigingen thans weer twee maal per jaar te Utrecht vergadert, zodat Dordrecht en ook andere kiesverenigingen er goed aan zullen doen de jeugd in hun plaats op te wekken die vergaderingen te broeken, daar hier onderwerpen worden behandeld, waaruit voor de jeugd te leren valt, en ook de mogelijkheid bestaat om de geleverde onderwerpen, die men heeft beluisterd bij aanvrar ge schriftelijk toegezonden te krijgen.

Voorts wees de partijsekretaris er op, dat dit landelijk verband al verscheidene boekwerken had uitgegeven, zoals van Calvijn: Christelijke vrijheid", van Ds. A. V. d. Velde: „De wonderen des AUerhoogsten", enz. De praktijk leert echter, dat men wel vraagt om boeken enz., maar dat het de grootste moeite kost om ze kwijt te raken als ze eenmaal gedrukt zijn. Van het boekje van Ds. Barth b.v. waren er 1500 gedrukt, doch enkele maanden geleden was de helft ervan nog niet weg. De voorzitter beval ook nog sterk aan, dat er op de kiesverenigingen inleidingen zullen worden geleverd en dat de jeugd wordt bewerkt om dan de vergaderingen te bezoeken ook al zijn ze nog geen 23 jaar.

De vergadering keurde hierop het prae-advies van het H.B. goed, waarmede dit aangenomen was.

5. Lektuur in kazernes.

Rijswijk stelt voor, dat de kiesverenigingen de in hun rayon bestaande kazernes van stichtelijke lektuur zullen voorzien inkluis „De Banier". Rijswijk heeft hiermede reeds een begin gemaaktdoor een abonnement op „De Banier" te nemen ten behoeve van de vliegbasis „Ypenburg".

Prae-advies H.B. In 1949 werd een soortgelijk voorstel reeds door de Algemene Vergadering aanvaard, waarbij behalve kazer- nes, ook kantines, militaire tehuizen, hospitjilen, politieposten en leeszalen betrokken werden. Het H.B. heeft destijds het desbetreffende voorstel van harte toegejuicht en doet dit thans t.a.v. het voorstel van Rijswijk weer. Het H.B. is echter van oordeel, dat van de zijde der partij slechts die lektuur behoort te worden verstrekt, welke van de S.G.P. uitgaat, dus De Banier, redes Algemene Vergadering, Kamerredevoeringen e.d. Het verstrekken van stichtelijke lektuur ligt meer op de weg van de kerk.

Op de vraag van de voorzitter wie over het prae-advies het woord verlangde, werd door Souburg verzocht om in de provincie Noord-Brabant, waar weinig kiesverenigingen zijn, de kazernes ook van De Banier en andere lektuur der S.G.P. te voorzien.

De voorzitter wees er op, dat men dan het hoofdbestuur er maar mede in kennis moet stellen welke kazernes hiervoor in aanmerking komen en dan zal het wel in orde komen.

Nadat de afgevaardigde van Rijswijk nog had opgemerkt dat met stichtelijke lektuur bedoeld werd de uitgaven van de N.V. De Bar nier, konstateerde de voorzitter, dat ook dit prae-advies met algemene stemmen was goed gekeurd.

6. Europese verkiezingen

Nieuw-Lekkerland vraagt hoe de S.G.P. zich te stellen heeft tegenover de Europese verkiezingen, die men voornemens is over een paar jaar te houden. Moet de S.G.P. daaraan deelnemen? Zo ja, met een afzonderlijke lijst?

Prae-advies H.B. Daar deze verkiezingen tot doel hebben te komen tot een door de volkeren gekozen Europees parlement met een supra-nationale regering, om zo tot een verenigd Klein-Europa te komen, waarin Rome een grote macht vertegenwoordigt, kan deze hele gang van zaken de instemming van het H.B. niet hebben. Het slaat één en ander met ongerustheid gade.

Over de vraag of de S.G.P. aan deze verkiezingen zelfstandig moet deelnemen, wenst het H.B. zich nog nader te beraden.

De voorzitter herinnerde eerst aan wat in de partijdagrede van Ds. Zandt over het streven naar een verenigd Europa werd opgemerkt om daarna er op te wijzen, dat Ds. A. V. d. Velde reeds heeft geschreven, dat het altijd verkeerd is op grote mogendheden te steunen. Voorts dat in een verenigd Europa, Rome zeer grote invloed zou hebben. Aan een verenigd Europa kxmnen we dan ook niet medewerken. Als het dan ook tot verkiezingen voor een Europees parlement mocht komen, ligt het in het voornemen van het H.B. deze aangelegenheid nog eens grondig te bekijken.

7. Hoofdbestuur.

Opheusden vraagt of het niet mogelijk is bij verkiezing van H.B.leden rekening te houden met de streek van het land, zo, dat van streken, waar de S.G.P. veel stemmen behaalt, ook een vertegenwoordiger in het H.B. zitting heeft, opdat die persoon in zijn naaste omgeving voorlichting kan geven.

Toelichting. Daar raadsleden meermalen voor moeilijke vraagstukken komen te staan, zou het zeer gewenst zijn, dat zij zich om raad zouden kunnen wenden tot een H.B.-lid, dat in him omgeving woont.

Prae-advies H.B. Het H.B. moge er op wijzen, dat in meerdere streken des lands raadsleden der S.G.P. wel eens met lastige vraagt stukken te maken krijgen. Het gaat echter niet aan om in het H.B. voor al die streken H.B.leden te verkiezen, die daarvoor als vraagbaak kunnen dienen. Daartoe wende men zich tot het bestuur van de Vereniging van Raadsleden in zijn provincie, en zo nodig tot het landelijk kontaktorgaan voor raadsleden en het hoofdbestuur.

Voorts zij opgemerkt, dat de Kamerkieskring Arnhem, waar voor de S.G.P. de meeste stemmen in de provincie Gelderland worden verkregen, in het H.B. vertegenwoordigd is.

Rotterdam-Banier II stelt voor het hoofdbestuur uit te breiden met twee leden, opdat er een 2e sekretaris en een 2e penningmeester kunnen worden aangewezen.

Toelichting. In geval van ziekte of anderszins is het wenselijk een plaatsvervanger voor sekretaris en penningmeester te hebben. Ook zou dat in het belang der partij kunnen zijn.

Prae-advies van het H.B. Het H.B. is bereid om bovengenoemd voorstel in nadere overweging te nemen.

De voorzitter lichtte het prae-advies op de vraag van Opheusden nog wat nader toe, zeggende, dat als een H.B.-lid uit een bepaalde provincie verhuist naar een ander deel van het land, die provincie dan weer niet door een lid in het H.B. vertegenwoordigd is. Ook kan niet verlangd worden, dat H.B.-lederi van allerlei gemeentezaken op de hoogte zijn. Daarvoor dient het Verband van raadsleden en het Landelijk Kontakt voor raadsleden, terwijl men zich ook tot het H.B. kan wenden. De ervaring heeft echter geleerd, dat bij het Landelijk Kontakt hoegenaamd geen vragen binnenkwamen.

De afgevaardigde van Loenen a.d. Vecht bepleitte, dat ook uit de provincie Utrecht iemand in het H.B. zal komen. De voorzitter merkte op, dat het moeilijk is de H.B.-leden over het land te verdelen. Er zijn meer provincies, die geen lid in het H.B. hebben.

Wat het voorstel van Rotterdam Banier II betreft, merkte de voorzitter op, dat het H.B. uitbreiding van het H.B. in overweging zal nemen. Daartoe moeten echter de Partijstatuten gewijzigd worden, want daarin is het aantal H.B.-leden op negen bepaald.

De heer de Redelijkheid merkte op uitbreiding van het H.B. noodzakelijk te achten. De statuten konden volgens hem in deze vergadering wel gewijzigd worden. De voorzitter merkte hiertegen op, dat dit maar zo niet ging. Het is zeer verkeerd om een reglement haastig te wijzigen.

Meerkerk verklaarde zich tegen uitbreiding van het H.B., doch stelde voor dat uit het bestaande H.B. een 2e sekretaris en een 2e penningmeester zullen aangewezen worden.

Nieuwpoort wilde het beleid in deze aan het H.B. overlaten. De voorzitter merkte nogmaals op, dat het H.B. deze zaak nader zal bezien, waarmede de vergadering akkoord ging. Hierna kwam de

RONDVRAAG

aan de orde. Eén der afgevaardigden vroeg of de redevoeringen der Kamerleden niet vlugger in „De Banier" konden komen.

De voorzitter merkte op, dat dit onmogelijk is. Hij had echter vernomen, dat het voornemen bestaat om weer terug te keren tot een kleinere letter, zoals voorheen het geval was, en dat er dan weer meer plaatsruimte zou komen.

Vervolgens kreeg Ds. J. C. van Ravenswaay, die later ter vergadering was gekomen (wegens ambtsbezigheden) gelegenheid tot het spreken van een slotwoord. Ds. van Ravenswaay wees er op, dat op de zonde de straf volgt, zoals het volk Israël dat wel in bijzondere mate ervaren heeft. Hoeveel zegeningen het ook ontvangen had, telkens week Israël weer van de Heere af. Het gedroeg zich, zoals in Hoséa 4 : 16 wordt vermeld, als een onhandige koe. Het verbrak de banden, die het aan God en Zijn wet verbonden, niet bedenkende dat de grootste gebondenheid, namelijk aan Gods Woord en wet, de hoogste vrijheid is. De Heere had bevolen God lief te hebben boven alles en de naaste als zichzelf. De eis Gods blijft onveranderlijk. God spaart het vlees niet. Hij wil niet, dat wij ons maar overal bij aanpassen en leven bij de leuze: God wat en het vlees wat. Als we zo gaan handelen, komen wij, om maar iets te noemen, terecht bij de christelijke toto, de christelijke dansklub en wat al niet meer. Tenslotte blijft er van Gods wet niets meer over en leeft de mens als een onhandige koe. Geen erger straf is er dan wanneer God de mens aan zichzelf overlaat. Dan wordt hij aan de verharding overgegeven. Laten wij daarom onszelf onderzoeken in hart en leven en ons richten naar Gods Woord en wet, ook op staatkundig terrein, waar schier alles tegen is als men niet met de stroom meegaat. De Kamerleden der S.G.P. ondervinden dit maar al te zeer.

Vreselijk is het als de Heere land en volk aan zichzelf overgeeft en, gelijk bij Israël, als een lam in de ruimte laat welden. Toen kwam Israël terecht in Babel, in ballingschap.

De Heere moge ons geven bij Zijn Woord te blijven en niet mee te doen met het aanpassen en toegeven aan hen, die met Gods Woord gebroken hebben of daarmede de hand lichten. Wie toch God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. Dat ondervond Israël toen het naar Babel werd weggevoerd, dat ervoer ons volk toen het in de tijd der Duitse overheersing zijn mannen en zonen naar den vreemde zag wegvoeren. Dat God Israël niet algeheel overgaf, kwam omdat God Zich aan Zijn volk door het verbond der genade, dat onverbrekelijk is, verbonden heeft. Daarom ook kan dat volk niet meer buiten God. Als zij voor een tijd zijn afgeweken, brengt de Heere ze weer terug. Dan onder­ vindt het met de dichter van Psalm 119:

Gelijk een schaap heb ik gedwaald üi 't rond, dat onbedacht zijn herder heeft verloren; maar ook wordt er dan weer een roepen geboren: ai, zoek Uw knecht, schoon hij Uw wetten schond, want hij volhardt naar Uw geboón te horen.

Spreker verzocht na dit met grote aandacht beluisterde slotwoord, te wUlen zingen van Psalm 119 de verzen 3 en 88, terwijl inmiddels nog een koUekte zou worden gehouden.

Na het zingen bracht de voorzitter der vergadering dank, dat ze het hem niet moeilijk had gemaakt, om daarna Ds. v. Ravenswaay hartelijk voor zijn ernstig en passend slotwoord te bedanken en hem te verzoeken met gebed te willen eindigen, waaraan werd voldaan.

Hiermede was deze zeer goed geslaagde vergadering weder ten einde, doch niet voor de leden der Utrechtse kiesvereniging, die niet alleen op verzoek van het hoofdbestuur de taak op zich hadden genomen voor een goede gang van zaken te zorgen, maar ook om de opbrengst der koliekten te tellen. Dat was echter een dankbaar werk, want hoe groot denkt men wel dat de opbrengst was? Nu, we zullen het maar zeggen. Ze bedroeg op de kop af 2400 gidden. Met uitzondering van verleden jaar, toen ze bijna 3100 gtilden bedroeg — maar dat was toen in verband met de schrale kas een buitengewone opbrengst — is er nog nimmer op een Algemene Vergadering zulk een koUekte-opbrengst verkregen. Hartelijk dank aan allen, die daartoe een steen of steentje hebben bijgedragen. Er blijkt wel zeer duidelijk uit, dat de S.G.P.ers voor de door de S.G.P. voorgestane beginselen veel over hebben. Voorts ook hartehjk dank aan de leden van de drie Utrechtse kiesverenigingen, die alles zo goed geregeld hebben, waardoor de vergadering van het begin tot het eind ordelijk verlopen kon en dat ook het tellen der koliekten zulk een vlot verloop had.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1961

De Banier | 8 Pagina's

De Algemene Vergadering der S.G.P.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1961

De Banier | 8 Pagina's