Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCXVI. Bestrijding van Groen door de liberale pers en Dr. Jonckbloet. Verdedigd door Prof. Buys. De S.G.P. Kamerleden ook fel bestreden. Ds. Zandt in 1953 beschuldigd van somber christendom.

De vorige maal vestigden wij er de aandacht op, dat Groen's vliegende blaadjes een grote opschudding teweeg brachten, niet alleen bij de liberalen, maar vooral in de kringen der konservatieven, die bij Tweede EZamerverkiezingen voor een niet onbelangrijk deel afhankelijk waren van de stemmen der antirevolutionaire kiezers. Om ons eerst even tot de liberalen te bepalen, zij gewezen op enige uitingen van persorganen, welke het liberalisme voorstonden. Van deze noemen wij allereerst de „Arnhemse Courant", waarin aan het adres van Mr. Groen van Prinsterer onder meer te lezen stond, dat de vrijzinnige partij gereed stond, om deze aanval van de „Antirevolutionaire septembriseurs, de christelijk-historische agitatie der orthodoxe beeldstormers der 19e eeuw" af te slaan. In de „Nieuwe Rotterdamse Courant" werd Groen er - van beschuldigd, dat hij de lagere klassen tegen de hogere opzette, nota bene. Groen van Prinsterer, die zelf tot de aristokratie behoorde en zich immer had doen kennen als een krachtig bestrijder van alles wat uit de koker der revolutie voortkwam. De liberale redaktie van de „Haagse Courant" was al evenmin te spreken over de aktie van Groen met zijn vliegende blaadjes. Zij gewaagde van een nieuwe schoolwetagitatie met het gevolg dat door bladen van liberale kleur de aktie van Groen het stempel van agitatie, dus van het verwek­ ken van opwinding, van oprtiierij opgedrukt kreeg. In het „Volksblad" werd Groen zelfs voorgesteld als een fanatikus, wat onder meer tot uiting komt in de volgende passage, aan genoemd blad ontleend: „Die dwaze godsdienstijver der Joden, die door agitatie en religiestrijd God meenden te dienen, ging op sommigen der eerste christenen over en die geest is uit het christendom nog niet geheel geweken". Voorts verschenen er in liberale organen spotprenten, zoals in de „Nederlandse Spectator". Eén van die spotprenten had tot opschrift „Politieke Pharaoslangen". Op de plaat wordt Groen af-

gebeeld achter zijn schrijftafel zittend en op de schrijftafel bevinden zich slangen met opschriften als: „Vliegende blaadjes, religiestrijd, schoolwetagitatie, studiën en schetsen, parlementaire verhandelingen". Voor de schrijftafel staat de Nederlandse maagd met achter haar een leeuw, terwijl onder de plaat te lezen staat: „Kan de bewerker van de archives zijn vrije tijd niet beter besteden dan met zulk gevaarlijk speelgoed? " Ook van de zijde der liberale Tweede Kamerleden moest Groen het ontgelden. Namens hen schreef Dr. Jonckbloet een dik boek over de „Schoolwetagitatie", waarin hij onder meer schreef „medelijden met Groen te hebben, dat hij hem als een „tragische figuur" beschouwde, maar waarin hij hem tevens er van beschuldigde, dat deze een coup d'état, dat wil zeggen een staatsgreep, wilde bewerken, ja, zich zelfs had schuldig gemaakt aan eedbreuk en schennis van de grondwet. Volledigheidshalve maken wij er hierbij ook melding van, dat dit geschrijf van Dr. Jonckbloet, waarover Groen zeer verontwaardigd was, niet bij alle liberalen , bijval vond. Zo schreef Mr. P. van Bemmelen, rechter in de arrondissementsrechtbank te Alkmaar, dat, ofschoon hij het met Groen niet eens was, hij dit even min was met Dr. Jonckbloet. Vooral van grote waarde is echter het oordeel van de liberale staatsrechtsgeleerde Prof. J. T. Buys, die in het orgaan „De Gids" van juli 1865 een artikel schreef on-

der de titel „Misverstand", dat voor Groen, zoals hij zelf schreef een verkwikking was, een „model van eerlijke en ernstige kritiek". In dit artikel bracht Prof. Buys wel zijn bezwaren naar voren, die hij tegen Groen's optreden had, maar tevens spaarde hij daarin zijn eigen partijgenoten, de liberalen, niet. Ja, hij keurde het zelfs in zijn geestverwanten ten zeerste af, dat zij niet met Groen wilden samenwerken inzake de vrijheid van onderwijs, terwijl hij ook hun mening, dat Groen absolutistische neigingen had, niet deelde. Liberalen van dit soort waren er in Groen's dagen echter maar zeer weinigen. De grote meerderheid van hen moest niet slechts van zijn beginselen niets hebben, maar zij bestreden hem met inferieure middelen, met laster, valse voorstellingen, verdachtmakingen en wat al niet meer. De Kamerleden der S.G.P. heb­ ben hiervan ook ruimschoots hun deel gehad, ook Ds. Zandt wist er van mee te spreken. Wat is hem evenals Ds. Kersten al niet naar het hoofd geslingerd. En dat nog niet eens zo zeer van de kant der liberalen en socialisten, maar vooral van de zijde dergenen, die in hun beginselprogram belijden, dat de overheid regeert bij de gratie Gods en derhalve Zijn dienares is, maar daaruit niet de konsekwentie trekken, dat de overheid heeft te waken voor het schenden van Gods Naam en dag. Ook is hen meermalen toegevoegd, dat zij er maar een somber soort christendom op nahielden. Wij herinneren ons nog levendig, dat dit Ds. Zandt in 1953 werd toegevoegd door een der roomskatholieke Kamerleden bij de behandeling van de nieuwe zondagswet. Ds. Zandt gaf daarbij echter het volgende antwoord: „Ik zou voorts nog iets wülen zeggen over dat „sombere christendom", dat de heer Maenen met betrekking tot ons naar voren heeft gebracht. Aan zulke uitdrukkingen zijn wij gewend. Reeds Plinius heeft zich eertijds over de oude christenen uitgelaten op een wijze, die sterk aan de uitlating van de heer Maenen herinnert, en ook van rooms-katholieke zijde heeft men menigmaal min of meer smalend over dat sombere christendom der reformatie gesproken. De geachte afgevaardigde, de heer Maenen, heeft hier bovendien de kwestie van de onkerkelijkheid bij ter sprake gebracht en heeft gezegd, .dat dit z.g. sombere christendom de onkerkelijkheid in de hand werkt". Wij bemerken helaas, dat wij te veel plaatsruimte zouden gaan vergen, wanneer wij het antwoord van Ds. Zandt op de aantijgingen van de heer Maenen thans-zouden laten volgen. Daarom zullen wij dit uitstellen tot de volgende maal. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 1961

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 1961

De Banier | 8 Pagina's