Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Jezus zeide: Het is volbracht. Johannes 19 : 30a

Want deze stervende Man van smarten vertolkt ook in „Het is volbracht", als Koning van het Godsrijk, Zijn zegepraal.

Het voorhangsel scheurde niet alleen, maar ook de graven werden geopend. De onbedrieglijke tekenen, dat God genoegen nam aan dit Offer van Christus' sterven, aan Zijn gehoorzaamheid tot in de dood des kruises. Graven werden geopend.

Zondaren, roept deze Koning uit, gelijk bij Lazarus: „Kom uit", en zij komen. Het geheim van Zijn wondere macht? Door Zijn kruisdood heeft Christus de levendmar kende Geest verworven. Zijn Geest is het, Die levend maakt. Zo ruist ook door dit 6e kruiswoord het „Ontwaakt, gij die slaapt, en staat op uit de doden!" Ja, in het „Het is volbracht", beluistert ge iets van de stille triumf van de glorierijke overwinning en zegepraal van deze Kruiskoning.

Zijne is nu het Koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Hij en de Vader zijn immers één. God heeft het koninkrijk aan Zijn Zoon overgegeven. Door Zijn kruisdood heeft Hij nu macht om satanskinderen tot kinderen des Koninkrijks te maken, duisterlingen tot kinderen des lichts.

Inderdaad, nu breekt het nieuwe leven aan. Een leven, door Zijn dood bereid, een leven tot in eeuwigheid.

Al gaat dan de Zon der gerechtigheid tijdelijk onder, onder in de wade des doods, in Zijn 6e kruiswoord profeteert Hij Zijn spoedige, algehele en uiteindelijke zegepraal.

Gelukkig het volk, dat mag zingen en belijden: Hij zal Zijn werk voor mij voleinden.

Nu komt Christus dat werk der verlossing dus toe te passen en uit te werken in en aan de harten van Zijn kinderen, daartoe van de Vader verordineerd, en in de tijd getrokken, en door de Heilige Geest wederbaard, van dood levend gemaakt, en door de Zoon gevonden aan het kruis, in de hel gevonden schier, maar uitgerukt, als een brandend hout aan het helse vuur, om eeuwig te delen in het licht, dat ook hen doet worden tot getuigen en kinderen fies lichts. O, mijn lezers, het werk ter verlossing, door een drieënig God uitgedacht en bewerkstelligd, is zo groot en wónder-heerlijk.

Over wie deze Koning Zich, als barmhartige Hogepriester, ontfermt, als de goede Herder Zich erbarmt, zij kunnen niet meer verloren gaan in der eeuwigheid. Nu ligt hun staat en leven in Christus eeuwig verankerd bij God.

Niet alleen pleit een biddende Hogepriester, voor het aangezicht des Vaders, om het behoud van verlorenen — o, leeft deze waarheid eens in — maar ook trekt Hij ze metterdaad tot Zich, en worden ze met Christus gekruisigd aan de zonde, de wereld en hun eigen vlees.

Dank zij de onwederstandelijke kracht van Gods Woord en Geest. Die Geest van Vader en van Zoon. hebt ge zozeer van node, om te delen in het werk van de Messias, van de gezalfde Christus, Die als Profeet u de weg ter verlossing kan en wil bekend maken, als Priester die weg volkomen heeft gebaand, en als Koning die weg doet betreden.

Dit verlossingswerk zien, wil nog niet zeggen: er in te delen.

Velen stellen zich met een beschouwende kennis tevreden. Ze zien in Christus een mogelijkheid tot verlossing, maar in de praktijk wordt het niet zo, dat deze mogelijkheid heerlijke genadewerkelijkheid wordt, in de weg van afsnijding van al het hunne, in het staan vóór, ja: in de onmogelijkheid om zalig te worden. Gij, die dit leest, wordt eens eerlijk voor God en uzelf, en bedrieg u niet (want God kunt ge immers niet bedriegen): hebt gij dit verlossingswerk voor u al eens nodig gekregen? Is de Heere u al komen af te breken in uzelf, om een volkomen Zaligmaker te zoeken en te leren vinden buiten u? O, indien wel, bidt het dan maar veel:

Verlaat niet wat Uw hand begon, O Levensbron, Wil bijstand zenden!

En indien niet, kom dan eens tot bezinning, keer eens in tot uzelf. Gtedenk eens te sterven, en getienk uwer zonden. Zijn die niet vele? En dan zonder zondedelgende, schuldbetalende Middelaar tussen God en u de eeuwigheid tegen?

Dat zal toch niet kunnen. Niet kunnen, noch voor gezonden, noch zieken, noch ouderen, noch voor sterke mensen, noch voor de jeugd.

Het moet anders worden. Ge hebt die Christus nodig. Die 20 krachtig riep: „Het is volbracht".

St. Maartensdijk Ds. J. v. d. Haar

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 1961

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 maart 1961

De Banier | 8 Pagina's