Van de Partijpenningmeester

In „Kerknieuws” — het weekblad oncJer hoofdretJaktie van de heer W. C. F. Scheps — lazen wij het volgende in het nummer van 1 april j.l.:

„Een paar bekende figuren in ons vaderland zijn dezer dagen door de dood van ons heengegaan, namelijk het Tweede-Kamerlid Ds. P. Zandt en de evangelist Johannes de Heer. De eerste was vooral bekend als voorzitter van de Staatkundig Gereformeerde Partij en leider vap de desbetreffende Kamerfraktie. De invloed van Ds. Zandt en zijn partij was in het geheel van ons politiek bestel vrijwel nihil, ondanks de integriteit van Zandts persoonlijkheid. Nu de dood hem wegnam, zijn de dagbladen losgekomen en hebben deze predikant de oud-testamentische profetenmantel omgehangen. Dat laatste zint Dr. J. J. Buskes maar matig. In het weekblad „In de Waagschaal" heeft hij er op zijn bekende wijze het zijne van gezegd.

Hij schrijft dan als volgt: „We hebben Ds. Zandt laten praten. Nu hij is heengegaan, gaan we hem loven en prijzen. Dr. Kortenhorst, de voorzitter van de Tweede Kamer, noemde hem in zijn herdenkingswoord „een boetgezant uit het Oude Verbond". En „Trouw" publiceerde een in memoriam met als kop: „Ds. Zandt, een moderne Ezechiël". Vergeleek hem bovendien met Elia op de Karmel. „De Linie" noemt hem „een mild man uit het Oude Testament". Ik kan dit niet bijbenen. Wanneer Ds. Zandt in de Tweede Kamer zijn zin had gekregen, hadden wij in Nederland geen leven meer. Ik vind deze wijze van gedenken onwaardig en onwaarachtig. Het feit, dat wij Ds. Zandt hebben laten praten, en terecht hebben laten praten, wil zeggen, dat wij zijn beroep op het Woord Gods ter verdediging van zijn politieke inzichten onrechtmatig vonden. In wezen heeft hij zich zijn leven lang tegen onze sociale wetgeving verzet. Ook tegen de Verenigde Naties. Ook tegen de Europese integratie. Alles met een beroep op Gods Woord.

En nu na zijn dood gaan wij zeggen, dat hij leek op een boetgezant uit het Oude Verbond. Gaan wij schrijven, dat hij een moderne Ezechiël was. Gaan wij elkaar wijs maken, dat hij naast Elia op de Karmel stond en aan de beginselen van de Reformatie gestalte heeft willen geven.

Als het waar is, wat „Trouw" zegt, dat Ds. Zandt een, moderne Ezechiël is geweest, is het een groot schandaal, dat wij niet naar hem geluisterd hebben. Maar wij zijn "allemaal dankbaar, dat vrijwel niemand naar hem geluisterd heeft. Indien wij dat terecht zijn, is het een niet minder groot schandaal om hem nu na zijn dood met Ezechiël en de profeten van het Oude Verbond te vergelijken.

Als Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël — om mij tot de vier grote profeten te beperken — allemaal Ds. Zandts zijn geweest, kunt u het Oude Testament van mij cadeau krijgen.

Als wij eerlijk zijn, moeten wij zeggen, dat Ds. Zandt de oprechte vertegenwoordiger van een uit-de-tijds en reaktionair christendom is geweest, dat van de oud-testamentische profetie een karikatuur heeft gemaakt, zeer tot schade van het christendom. Wie Ds. Zandt tijdens zijn leven heeft laten praten en hem na zijn dood een moderne Ezechiël noemt, moet zich realiseren, dat hij zichzelf vanwege zijn volstrekt negeren van deze moderne Ezechiël diskwalificeert en er bo- vendien de verantwoordelijkheid voor te dragen krijgt, dat de mensen van onze tijd zeggen, en terecht zeggen: , ^Als Ds. Zandt karakteristiek is voor de profeten van het Oude Testament, kunt, u, wat ons betreft, dat Oude Testament wel opbergen en die profeten wel afschrijven".

Zo'n kop in „Trouw" — nog wel met vette letters — vind ik allesbehalve trouw. Tenzij de profeten van het Oude Testament bij „Trouw" niet bijzonder hoog staan aangeschreven. Ik geloof er niets van, dat Ds. Zandt een moderne Ezechiël was. Evenmin als Ik geloof, dat Ezechiël een Ds. Zandt vóór Christus was".

In het „Gereformeerd Weekblad" is Prof. Dr. J. T. Bakker te Kampen van gevoelen, dat Ds. Buskes gelijk heeft. In feite menen we er natuurlijk niets van. Het is voetballen met het Oude Testament, met de eerlijkheid en met de nagedachtenis van Ds. Zandt. We zeggen dan ook, dat we dit karakteristieke geluid zullen missen en dat het toch mooi is, dat zoiets in Nederland nog kan. De profeten waren er echter niet om een karakteristiek tintje aan het geheel te geven en we konden de toespraken van Ds. Zandt welwillend verdragen, omdat er geen 76 van in de Kamer zaten. Dan waren we met elkaar geëmigreerd".

Tot zover de uitspraken van Ds. Buskes en Prof. Dr. Bakker. Me dunkt, dit is klare, duidelijke taal, waardoor wij niet in het onzekere blijven over de visie van beide schrijvers over Ds. Zandt.

Wij meenden er goed aan te doen onze lezers ook deze persstemmen niet te onthouden. Terwille van de plaatsruimte zullen wij in dit nummer met de woordelijke weergave volstaan. Wij hopen op de inhoud de volgende week terug te komen, daar wij gaarne hier en daar een kanttekening willen plaatsen. Wij gaven u de vorige week in deze rubriek een overzicht, waaruit bleek, dat er sinds 2 januari van dit jaar 470 nieuwe abonnees als gevolg van onze grote gemeenschappelijke aktie konden worden geboekt. De afgelopen week bracht op dit gebied de grootste verrassing. Een nieuw hoogtepunt op het gebied van de werving van abonnees werd bereikt. Niet minder dan 56 nieuwe abonnees konden worden ingeschreven, en wel in de volgende plaatsen: 1 in Ameide, Amsterdam, Barneveld, Breukelen, Bussum, Dinteloord, Dordrecht, Kampen, Katwijk a. d. Rijn, Maarsbergen. Marknesse, Meerkerk, Monster, Ridderkerk, St. Annaland, Sliedrecht en Zoetermeer. 2 in Ede, 3 in Rotterdam, 5 in Vlaardingen en 29 in Katwijk aan Zee.

Dit is werkelijk een prachtig resultaat. Verscheidene Banieragenten waren bij de werving betrokken. De kiesvereniging te Vlaardingen boekte er 4, terwijl de heer W. Haasnoot te Katwijk aan Zee er 30 aanbracht, waarvan 29 ter plaatse en 1 in Katwijk a. d. Rijn. Dit laatste is wel een geweldige prestatie. De heer Haasnoot heeft geheel alleen 58 proefnummers uitgezet en alle adressen persoonlijk bezocht. Dit is natuurlijk zeer tijdrovend. Het is heerlijk, dat deze grote inspanning geresulteerd heeft in een sterke toevloed van abonnementen. Wij danken de heer Haasnoot zeer voor de moeite, die hij zich in het belang van ons partijblad heeft willen getroosten, en danken ook de andere medewerkers voor de arbeid, die zij op dit gebied hebben verricht.

Er kwam de afgelopen week een bedrag binnen van ƒ 62.18 voor lektuurverspreiding, resp. voor de partijkas, als volgt gespecificeerd: G.v.d.Z. te E. ƒ 8.—; J.K. te Y. ƒ 2.50; P.v.d.S. te R. ƒ 15.—; Mej. J.A.S. te G. ƒ 3.50; G.V. te Nw.L. ƒ 10.—; via de heer P.v.d.Welle te St. Philipsland ontvangen van J.A. v.d.V. ƒ 2.50, CM. ƒ 2.50, F.H. ƒ 5.—, J.P.V.D. ƒ 2.50, H.F. ƒ 2.50, allen te St. Philipsland, en van C.L.V. ƒ 2.50 en C.v.d.R. ƒ 2.—, beiden te Anna Jakobapolder. Voorts via „De Banier" ontvangen van J.C. de W. te d.M. ƒ 0.85; J.v.D. te A. ƒ 0.75, J.W.R. te O. ƒ 1.29 en W.v.d.W. te V. ƒ 0.79. Wij danken alle gevers en geefsters van harte voor hun offervaardigheid en hopen dat de vrienden dit werk steeds in liefde zullen blijven gedenken. Mogen wij de volgende week op een gift van u rekenen voor onze lektuurverspreiding? Het gironummer van de Penningmeester der S.G.P. is 119560, ten name van C. Jansen, Schiebroekselaan 46b, Rotterdam 11.

R. J.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen