Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voos Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voos Oud en Jong

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOXVIII.

Grote ommezwaai der konservatieven met het oog op Kamerverkiezing. Van bestrijders van Groen inzake de onderwijskwestie nu voorstanders.

In wat voorafging hebben we er op gewezen, dat de vliegende blaadjes, welke Mr. Groen van Prinsterer het licht deed zien, grote opschudding verwekten, zowel bij de liberalen als bij de konservatieven. Wat de reaktie der liberalen betreft, daarbij hebben wij reeds genoegzaam stilgestaan. Zij bestond in een felle bestrijding, waarbij meermalen van inferieure middelen gebruik werd gemaakt.

De reaktie der konservatieven was van geheel andere aard. Bevreesd als zij er voor waren dat Groens vliegende blaadjes tot gevolg zouden hebben, dat zij niet langer meer konden rekenen op de stemmen van antirevolutionaire kiezers in plaatsen waar de antirevolutionairen geen kandidaten hadden gesteld of daar waar herstemmingen zouden plaats hebben, begonnen zij nu een heel andere toon aan te slaan.

Voorheen hadden zij zich inzake het onderwijs steeds als tegenstanders van Groen geopenbaard, al waren er uitzonderingen. Konservatieven als Mij er. Van Foreest, Schimmelpenninck, Van Voorthuijzen en Van Heiden Reinestein bijvoorbeeld werden door Groen ten aanzien van het onderwijs ten volle vertrouwd. Dezen hadden steeds blijk gegeven van hun afkeer inzake het onrecht, dat de voorstanders van het christelijk onderwijs werd aangedaan. Groen had derhalve niet het minste be­ zwaar er tegen, wanneer antirevolutionaire kiezers bij de eerste stemming hun stem op genoemde personen uitbrachten, niet omdat, maar ofschoon zij onder de konservatieven werden gerangschikt. Wat echter het merendeel der konservatieven betreft, was Groen uiterst gereserveerd.

Hij zag wel in dat zij met hem in verscheidene kwesties eensgezind waren, zoals bijvoorbeeld inzake de souvereiniteit van het koningschap, de waardering van de geschiedenis van het land, de bestrij-

ding van de volksoppermacht, maar desniettegenstaande waren zij het in beginsel met de liberalen eens, ja zij hadden in het wezen der zaak geen eigen beginsel.

Groen noemde deswege de konservatieve partij het „inkonsekwente gedeelte van de vrijzinnige richting". In die innerlijke zwakheid der konservatieve partij zag Groen een groot gevaar. Hij waardeerde wel haar bedoelingen, maar „tegen het vrijzinnig konservatisme had hij een onverwinbare, stelselmatige vaderlandslievende afkeer".

In zijn ogen was dit konservatisme het gebaande pad voor de radikale revolutie en had het heel wat op zijn kerfstok. Het was in de staat medeplichtig geweest aan de sloping van het zelfstandige koningschap en aan de slechte ruil van de grondwet van 1813 voor die van 1848. Het had volgens Groen in de Hervormde kerk met reglementaire vormen de gewetensvrijheid der Evangeliebelijders miskend en gewetenloze vrijheid aan de Evangeliebestrijders verleend. En op het terrein van het onderwijs hadden de konservatieven bewerkt, dat de openbare lagere school van Bijbel en Evangelie was beroofd „terwille van een christendom boven geloofsverdeeldheid, ter voorbereiding van het verbroederingsgeloof van Israëliet en christen".

Bedenkt men derhalve hoe Groen over de konservatieven dacht en voorts, dat hij in zijn vliegende

blaadjes voor de Kamerverkiezing van 1864 het onderwijs op de voorgrond stelde, daarbij het parool gevend, dat de antirevolutionaire kiezers hun stem niet behoorden te geven aan een kandidaat, die niet de door hem aangegeven wijzigingen van de onderwijswet van 1857 voorstond, en hij zelfs dreigde met namen te zullen noemen van kandidaten op wie men niet moest stemmen, dan is het voor ieder duidelijk, dat Groens vliegende blaadjes de konservatieven met zorg vervulden.

Vandaar dat zij nu gingen bijdraaien en omzwaaien. Zij die voorheen Groen inzake de onderwijskwestie hadden bestreden en zich aan de zijde van minister Van der Brugghen gesteld hadden, kwamen nu uit een heel andere hoek op. Zelfs het konservatieve blad, dat de titel droeg van: „Het dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage", dat voorheen Groen steeds fel bestreden had, begon een heel ander geluid te laten horen. De hoofdredakteur van dit blad, de heer Iz. Lion, schreef aan Groen, dat de konservatieven juist van plan waren van koers te veranderen. Op een vergadering van invloedrijke leden der Tweede Kamer en het bestuur van voornoemd dagblad, was besloten „om krachtig het bijzonder onderwijs voor te staan, daarvan te maken in het dagblad een der onderdelen van het verkiezingsprogramma en om in die richting ook in de Kamer werkzaam te zijn".

De heer Lion vroeg tenslotte of dit alles aan Groen bekend was, als ook dat de konservatieve partij een grote stap nader was getreden.

Groen antwoordde hierop, dat hem het door de heer Lion gemelde in hoofdzaak bekend was. Ook verklaarde hij voor samenwerking te zijn, maar op één voorwaarde namelijk deze, dat hij en zijn vrienden genoegzame waarborg moesten hebben, dat Groens voorstel zou worden beaamd. Groen voegde hieraan toe, dat hij dit niet op de voorgrond stelde, omdat het zijn voorstel was, maar omdat daarbij wel het allerminste werd gevraagd, veel minder dan waarop hij en de zijnen recht hadden. Ook liet Groen duidelijk uitkomen, dat hij er zich ten volle van bewust was, dat in de toenmalige omstandigheden de houding zijner geestverwanten in de strijd tussen konservatieven en liberalen beslissend kon zijn. Vandaar dat Groen de grote verantwoordelijkheid er van besefte, indien hij het ogenblik liet voorbij gaan waarop men voor de klachten van hem en de zijnen wellicht een geopend oor had.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1961

De Banier | 8 Pagina's

Voos Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1961

De Banier | 8 Pagina's