Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De beginselen der Staatkundig Gereformeerde Partij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beginselen der Staatkundig Gereformeerde Partij

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

3.

De naam der S.G.P. (III).

Dat de tegenstanders der S.G.P. haar en haar leden zo menigmaal hebben toegevoegd, dat zij driehonderd jaar te laat geboren zijn, moet voor een belangrijk deel worden toegeschreven aan het feit, dat de S.G.P. zich wenst te houden aan het onverkorte, onverminkte artikel 36 der Nederlandse Geloofsbelijdenis, dat over het ambt der overheid handelt. Hierin toch komt een zinsnede voor, waarmede velen, ook al noemen zij zich gereformeerd, zich niet verenigen kunnen. Op de inhoud dezer zinsnede gaan wij thans niet in, daar dit In het vervolg nog wel breedvoerig aan de orde komt. Wij volstaan derhalve met te konstateren, dat de handhaving van het ongewijzigde artikel 36 door de S.G.P., zoals het ook door de Synode van Dordrecht van 1618 en 1619 werd goedgekeurd, één der voornaamste redenen Is, waarom men van haar zeide en ook nu nog zegt, dat zij minstens drie eeuwen té laat leeft. De S.G.P. heeft zich echter door dit praatje nimmer van haar standpunt laten afbrengen. In het kort gezegd, komt toch de inhoud van dit artikel der N.G.B. hierop neer, dat het de dure roeping der overheid als Gods dienares is, Gods Woord en wet tot regel en richtsnoer van haar regeringsbeleid te stellen.

Dit nu is het wat de S.G.P. voorstaat. Allereerst omdat God van overheid en onderdanen eist, dat zij zich naar Zijn Woord en wet zullen richten, en voorts omdat zij zulks voor het welzijn en welvaren van land en volk noodzakelijk acht. Vanaf het begin heeft de S.G.P. dit gewichtig beginsel voorop gesteld en werd het door haar vertegenwoordigers in de verschillende kolleges uitgedragen. Daarbij werd echter meermalen grote tegenstand ondervonden. Wanneer bijvoorbeeld door de Kamerleden der S.G.P. het pleit werd gevoerd voor een verbod tot het voeren van openbare propaganda van het ongeloof, of voor strafbaarstelling van de godslastering als zodanig, dan kregen zij daarbij niet alleen de vrijzinnigen van allerlei gading tegen zich, maar ook zij, die zich anti-revolutionair en christelij k-historisch noemden. Zij vonden al evenzeer bestrijding, vooral van anti-revolutionair e zijde, wanneer zij opkwamen tegen het heulen met Rome, waardoor dit steeds meer aan invloed won. Men denke slechts aan het gezantschap bij de paus, dat door de S.G.P.-Kamerleden voortdurend ten sterkste bestreden werd, maar waarin Rome door de antirevolutionairen, en helaas vanaf 1952 ook door de christelij k-hlstorlsche Kamerleden, werd gesteund. Dit levert al mede een bewijs er voor, dat onder de naam anti-revolutionair en christelij k-historisch veel kan plaats hebben, wat onder de naam staatkundig gereformeerd niet mogelijk Is zonder het voor heel ons volk duidelijk zichtbaar te maken dat de S.G.P. In strijd zou handelen met haar naam, wanneer zij voor Rome een knieval zou doen, hetzij door steun te verlenen aan het gezantschap bij de paus, hetzij door dit te doen ten aanzien van de opheffing van het processieverbod, hetzij door wat anders, waardoor de Reformatie afbreuk werd gedaan en Rome begunstigd werd. Gezien de valse vrijheid, welke in de kringen van een verwaterd christendom wordt voorgestaan, en het heulen met Rome, dat in onze dagen al verontrustender vormen aanneemt, is het verklaarbaar, dat de naam Staatkundig Gereformeerd voor velen een scherpe doom in het oog Is.

Bovendien willen talloos velen er ook maar liefst niet van horen, zelfs gans niet van gesproken hebben, dat in de jaren waarin ons land naar de beginselen, welke door de S.G.P. worden voorgestaan, geregeerd en bestuurd werd, de jaren der glorie van ons volksbestaan zijn geweest. Wat een feit is, wil men niet als een feit erkennen. Dat feit moet verzwegen, desnoods met alle middelen ontkend worden. Het moet voor heel ons volk verborgen gehouden worden. En nochtans is het een feit, dat Nederland, hoe klein het ook was, aan de spits der volkeren stond, en dat het op ieder gebied en elk terrein van menselijke arbeid, van menselijke studie en van menselijk leven, toen het grootst en het krachtigst en het meest in tel was, toen het onder vigueur van het ongewijzigde artikel 36 der aloude Nederlandse Geloofsbelijdenis geregeerd werd en leefde, of zoals Mr. Groen van Prinsterer in zijn „Handboek der Vaderlandse Geschiedenis" schrijft, toen Gods Woord, naar de leer der Hervormde Kerk, de grondwet was van de staat. Helaas is het zo niet gebleven. Met het verflauwen van de geest der Hervorming werden de geesten rijper gemaakt voor on- en bijgeloof, met het gevolg, dat de beginselen der Franse Revolutie ook hier te lande ingang en toepassing vonden. Gods Woord werd onder liberale invloed uit het staatsrecht gebannen en de rede daarvoor in de plaats gesteld; Rome, dat door de Hervorming zulk een geduchte nederlaag had geleden, kwam er in ons land weer bovenop, zelfs met behulp van hen, die, zoals Dr. Kuyper, weleer elke samenwerking met Rome ten sterkste hadden veroordeeld. Tegen dat verzaken van de beginselen der Hervorming wensten de oprichters der S.G.P. een krachtig getuigenis te doen uitgaan en ons volk op te roepen zich te scharen onder de aloude beginselen der Reformatie, die naar Gods Woord zijn. Dit streven werd door haar kort en kernachtig in de naam Staatkundig Gereformeerd tot uitdrukking gebracht.

Hebben wij in wat voorafging reeds de aandacht er op gevestigd, dat de naam Staatkundig er op wijst, dat de S.G.P. zich niet op kerkelijk terrein beweegt en derhalve geen kerkelijke partij is, er blijkt tevens uit dat de S.G.P. van oordeel Is, dat staatkunde en de beoefening daarvan geen van Godswege verboden zaken zijn. Het is bekend, dat er in de tijd der Hervorming personen zijn geweest, die elke bemoeienis met staatkundige aangelegenheden uit den boze achtten en daarom volgens hen voor elke christen verboden was. Zowel Calvijn alsook de oude gereformeerde Nederlandse theologen hebben dit gevoelen steeds ten sterkste bestreden. De S.G.P. stelt zich te dezen aan hun zijde. Reeds met haar naam geeft zij te kennen, dat de beoefening der staatkunde niet slechts van Gods wege geoorloofd is, maar ons zelfs door Hem in Zijn Woord nadrukkelijk geboden wordt, opdat zij tot Zijn eer en naar Zijn Woord en wet betracht zal worden. Wij zijn toch, ook al zijn wij door de val door eigen schuld daartoe onwillig en onbekwaam geworden, door God Zelf ten duurste verplicht om op elk terrein des levens Zijn eer te zoeken. Ook op het terrein der staatkunde, dat hierbij volstrekt niet mag worden uitgezonderd. Onze gereformeerde voorvaderen hebben dan ook niet geschroomd er voor uit te komen, zelfs niet in het aangezicht van brandstapel en schavot, dat een iegelijk, overheid en onderdaan, er met alle kracht naar heeft te staan, dat God de Heere in het bestuur en in de wetgeving des lands alzo geëerd en ge­ diend wordt, gelijk Hij dat in Zijn Woord gebiedt.

Zó zeer zelfs ging deze zaak hun ter harte, en zó zeer achtten zij die van een eminent belang te zijn, dat zij reeds direkt bij de opkomst der Reformatie daaraan een geheel afzonderlijk artikel in hun belijdenisgeschriften hebben gewijd. En dit hebben zij uit geen andere oorzaak gedaan dan omdat zij de staatkunde en hetgeen hiermede in nauw verband staat, van groot gewicht achtten, ja, de rechte beoefening daarvan als een van God nadrukkelijk geboden plicht beschouwden. Dat is dan ook de reden, waarom in de Nederlandse Geloofsbelijdenis een artikel is opgenomen, namelijk het voor velen bekende artikel 36, dat geheel over deze belangrijke aangelegenheid handelt. Dit wordt door velen, die ook in onze donkere dagen alle staatkunde en de beoefening hiervan van geringe waarde of zelfs helemaal van geen betekenis achten, maar veel te veel over het hoofd gezien. Dit moest alzo niet zijn en zeker niet bij hen, bij wie de geloofsbelijdenissen en geschriften onzer gereformeerde vaderen een grote plaats innemen. Dezen dienden ook in dit opzicht daarmede meer te rade te gaan en zich daaraan ten aanzien van het politieke leven geheel te onderwerpen. Bekennen die liefhebbers van de geschriften der vaderen — en daarin vallen wij hen van ganser harte bij — dat de godvrezende vaderen meer licht hadden dan wij in onze dagen, welnu, dan hadden zij dit ook ten aanzien van het staatkundig terrein, en dan behoren zij, die zich overigens wel naar de Inzichten onzer gereformeerde vaderen willen gedragen, dit ook op het staatkundig terrein te doen. Zij toch waren besliste voorstanders van de beoefening der staatkunde. Zij zagen daarin een uitdrukkelijk gebod Gods. Dat blijkt duidelijk uit hun geloofsbelijdenis. En niet alleen daaruit. Het blijkt evenzeer uit tal van hun geschriften, die zij ons nalieten.

Hierin hebben zij gedurig met stellige nadruk bepleit, dat een land naar Gods Woord en wet behoort te worden bestuurd en dat er te dien opzichte dure verplichtingen van Gods wege op overheid en onderdaan rusten. Ook hebben zij daarbij er op gewezen, dat onderhouding der ordlnantiën Gods een volk tot zegen strekt, terwijl daarentegen op verzaking dier plicht Gods geduchte oordelen te wachten zijn.

Zo werd er door de oude, gereformeerde schrijvers in alle landen, waarin de Reformatie wortel schoot, geschreven. In Zwitserland zowel als in Frankrijk, alsook in de overige landen van Europa, waar zij de pen gevoerd hebben. Ook op dit punt heeft hun bazuin geen onzeker geluid laten horen. Neem slechts kennis van wat C a 1 v ij n dienaangaande in zijn „Institutie" of „Onderwijzing in de christelijke godsdienst schrijft in het hoofdstuk, dat handelt over de burgerlijke regering. Na eerst te hebben opgemerkt, dat het nodig is niet alleen te handelen over datgene, wat op het eeuwige leven betrekking heeft, maar ook over hetgeen tot onderwijzing in de burgerlijke en uitwendige rechtheid van zeden behoort, vervolgt hij zijn betoog aldus:

„Want schoon dit onderwerp vreemd schijnt van de geestelijke leer des geloofs, die ik heb ondernomen te behandelen, zo zal nochtans het vervolg tonen, dat het er terecht door mij wordt bijgevoegd, ja dat ik, om dat te doen, door de noodzakelijkheid wordt gedrongen; vooral dewijl aan de ene zijde sommige dwaze en woeste mensen deze door God ingestelde ordinantie onzinnig trachten omver te werpen; en aan de andere kant de vleiers de macht der vorsten zo mateloos verheffen, dat zij zich niet ontzien die te stellen tegen de heerschappij van God. Indien men dit tweeërlei kwaad niet tegengaat, zo zal de oprechtheid des geloofs verloren gaan".

Uit wat Calvijn hier te boek heeft gesteld, blijkt duidelijk, dat hij hierbij onder meer het oog heeft op de wederdopers, die, zoals in het vervolg van zijn verhandeling tot uiting komt, zó ver gingen, dat zij door niets in hun vrijheid wensten te worden belemmerd, door geen rechtbanken, door geen wetten en geen overheden.

Calvijn stelt daartegenover, dat üe overheid een instelling Gods is, dat het ambt der overheid Hem aangenaam en welgevallig is, doch tevens, dat de overheden verplicht zijn zich aan Christus te onderwerpen, opdat Hij alleen boven allen verheven zij, waarbij Calvijn zich beroept op Psalm 2 : 12, waarin alle koningen en overheden vermaand worden de Zoon te kussen, opdat Hij niet toorne en wij op de weg vergaan, wanneer Zijn toom maar een weinig zou ontbranden. Dit zelfde beginsel vindt men ook vertolkt bij andere schrijvers uit de tijd der Reformatie. Om er één te noemen, zij gewezen op Jean Ta f f in, de Vlaamse invloedrijke prediker, die vóór zijn overgang tot de Hervorming onder meer bibliotekaris was van de hier te lande zo gehate kardinaal Granvelle, en later hofprediker werd van de Prins van Oranje.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1961

De Banier | 8 Pagina's

De beginselen der Staatkundig Gereformeerde Partij

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1961

De Banier | 8 Pagina's