Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Joh. 3 : 16

DE LIEFDE GODS

Een heerlijk hoofdstuk sloegen we op. Johannes 3 handelt over wedergeboorte en doop, en de diepe saamhangen tussen die beide met name in het geloof. De Geest dreef, eer hij dit wist, Nicodemus naar de hoogste Leraar Israels. Bidt, o volk, dat uw leraars altoos tot deze Leraar gaan om zelf onderwezen te worden. Leraars los Yan de Leraar Israels onderwijzen in het gunstigste geval schriftuurlijke, rechtzinnige en mogelijk wel bevindelijke stellingen en stelsels, maar ze missen helaas de liefde en zodoende luiden ze als schellen en klinken ze als hard metaal. Geen wonder dat in de kerkelijke wereld vaak horen en zien vergaat van leven als een oordeel. Wacht u voor de liefdeloze leraars, want het zijn slachters en eters.

Nioodemus maakte een goed begin en dat is terecht het halve werk. Hij verstond er niets van al was hij van wal gestoken met een fraaie lippenbelijdenis. Rabbi, wij weten; maar hij wist niets van God en Goddelijke zaken. Er zou hoop zijn voor de kerk, wanneer de leraars het niet meer wisten ook al waren ze gepromoveerd op een proefschrift over de wedergeboorte. Want verstand is een hardnekkige kwaal. Nicodemus kreeg verstand met Goddelijk licht bestraald. Als we straks Nicodemus zien torsen een mengsel van mirre en aloë, omtrent honderd ponden gewicht, roepen we in verbaasdheid: Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Verwondert u en verdwijnt. God doet de wijsheid der wijzen vergaan en maakt het verstand van de verstandige te niet. Nicodemus ontving wijsheid, die van boven afkomt, en die wijsheid wordt gerechtvaardigd door haar vruchten, want die is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeglijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelende en ongeveinsd.

Moet een mens, nu oud geworden, 3Jidermaal in zijns moeders schoot ingaan en geboren worden, vraagt Nicodemus in strafbaar onverstand. Duizendmaal neen. Al zou­ den we, Indien dit mogelijke ware, dagelijks in moeders schoot ingaan en geboren worden, we waren nimmer wederom geboren. Hetgeen uit het vlees geboren is, dat is vlees en blijft vlees. Het is zo heel anders.

De eniggeboren Zoon van God is ingegaan in de schoot van de maagd Maria en uit haar geboren. Maar is dan die geboorte niet uit het vlees? Gelukkig niet, want Hij is ontvangen van de Heilige Geest, en geboren uit de maagd Maria. Door de werking van de Geest heeft Hij de menselijke natuur aangenomen uit het vlees en bloed van de maagd. Hoe dwaas die Mariaverering. God verhoede het grote gevaar, dat kerken en lidmaten wederkeren naar het uitbraaksel, dat de Hervorming verwierp. Maria neemt niet een werkzaam aandeel tn het verlossingswerk. Ook Maria verzette zich evenals Nicodemus.

Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man beken? Haar verstand werd teniet gedaan, en ze ontving wijsheid van boven. Hoe zuiver klinkt het dan en hoe gezeglijk is ze dan: Zie, de dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar uw woord. We lezen vervolgens: De engel ging weg van haar. Geen wonder, want er was niets meer te doen. Maria liet de Heere door Zijn Geest werken in haar. We warden wederom geboren door de Geest, Die Zich bedient van het onvergankelijk zaad, het eeuwig blijvend Woord, het omzettend getuigenis. Alle leven ontkiemt uit zaad.

Niemand heeft ooit God gezien, maar de Zoon Die in de schoot des Vaders, de plaats van koesterende liefde, verkeerde, heeft Hem ons verklaard als God is liefde. God heeft deze wereld lief gehad. Allerwonderlijkste liefde. Hoe kan een zo onwaaj^dige, zo diep gezonkene, zo vijandige, zo verdorvene, zo foeilelijke de liefde erlangen van zo Waardige, Verhevene, Edele en Volkomene? Wie heeft Hem deze liefde geraden? De Allerbeste bemint de allerslechtste.

Hebt u wel eens gezien hoe een harde, koude brok werd opgelost in vloeistof. Zo moge ons harde Nabalshart opgelost worden en wegsmelten in deze gadeloze liefde. Voor het eerst of bij herhaling. Want bij vernieuwing is het zalig. Wie ooit daarin zijn lust genoot, doorzoekt die ijverig en bestendig. Deze liefde is wonderlijker dan de liefde van alle vrouwen en boezemvrienden tezamen. Niets kan die liefde opwekken noch wakker maken. Geen goed werk, geen deugd, geen traan van boetvaardigheid, die blinkt als een parel, kan ooit die liefde gaande maken. De onvergelijkelijke God, voor Wie alle volken een druppel zijn aan de emmer, en een stofje aan de weegschaal, de Heilige Die zit boven de kloot der aarde, de eeuwige God, de Heere, de Schepper van de einden der aarde, Die niet moede en niet mat wordt, en Wiens verstand niet te doorgronden is, heeft vrijwillig lief gehad, geheel uit Zichzelf.

Wat is dat voor een liefde? Een liefde als beschreven bij de profeet Hosea. Het beminnen van een die bemind zijnde nochtans overspel doet. Er is een nochtans des geloofs, maar ook een nochtans der zonde. Een liefde als getekend in 1 Korinthe 13. Een liefde gelijk In het Hooglied sterk als de dood. Een liefde die alles gaf, want God kon niet meer geven dan Zijn eniggeboren Zoon. Zijn Zoon, Zijn Eniggeborene, Die Hij lief had, Zijn hemelse Izak.

Wat was dat voor een wereld, die God lief had? In het oorspronkelijke staat kosmos, dat betekent ook sieraad en heerlijkheid. Maar deze wereld heeft alle sier en heerlijkheid uitgeschud. Deze wereld is onwijs, ongehoorzaam, dwalende, menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, In boosheid en nijdigheid levende, hatelijk zijnde en elkander hatende. Zulk een verschrikkelijke wereld. Daarom kunnen we ons nimmer verenigen met humanistische beschouwingen, die zich door de voze uiterlijke schijn van deze wereld laten misleiden. Wonderlijke liefde. Vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog. Geheiligd die onvolprezen Naam. Ere zij God in de hoogste hemelen.

Putten

Ds. H. G. Abma

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1961

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1961

De Banier | 8 Pagina's