VOOR DE JEUGD

OOM KOOS

Beste neven en nichten!

Voordat we de namen gaan noemen van de neven en nichten, die met het oplossen der raadsels van de opgaven 697 tot en met 700 een prijs verkrijgen, zullen we eerst de nieuwe raadsels geven van

OPGAVE 707

Jongeren:

1. Een tekstgedeelte uit het boek der Spreuken bestaat uit 47 letters. Zoek dit tekstgedeelte aan de hand van de volgende gegevens: 7 8 30 33 verbleef gedurende drie dagen en nachten in het duister. De priester 15 1 38 was 98 jaar toen hij stierf. 19 44 22 11 zullen er malen in de molen. Hij acht het 41 40 16 4 voor stro. 46 29 14 28 is een kleur, die met blauw groen geeft. 10 36 9 37 43 24 26 is één der boeken van Mozes. De gedaante der 34 32 13 20 17 45 12 was als de kleur van een turkooissteen (Ezech. 10). In den 21 3 23 38 31 25 2 schiep God de hemel en de aarde. Zij drenken al het gedierte 35 6 39 velds. De stem 5 27 18 Heeren is op de wateren.

2. Noem de naam van: a. de Perzische koning, die Haman liet ophangen. b. de stad, welker poortdeuren door Simson werden weggedragen. c. de zuster van Aaron. d. de persoon, die priesters verborg en voedde ten tijde van koning Achab. e. Ismaëls moeder. f. de man, uit wiens geslacht de priesters gekozen werden. g. de vaders van Samuel. Welke plaatsnaam vormen de laatste letters der gevraagde namen?

3. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zó, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte geven uit Psalm 84. a. Wij hebben de man nooit meer gezien. b. Dit is van de Heere geschied. c. Hij wil en kan en zal in nood. d. De genade van de Heere Jezus zij met u allen. e. Mozes en Aaron waren onder de aanroepers Zijns Naams. f. Ikabod betekent: de eer is weggevoerd. g. Wij zullen het hem morgen geven.

Ouderen:

1. Maak door een andere rangschikking der letters van HIJVERFANAMZOETZINBAOHTHIER een tekstgedeelte uit het boek Daniël, hoofdstuk 5 van vers 15 tot en met 22.

2. De naam van iemand uit het Nieuwe Testament bestaat met nadere aanduiding uit 19 letters. Welke naam met aanduiding wordt bedoeld als het volgende bekend is? Door de gehoorzaamheid van Eén zullen 3 6 15 2 10 tot rechtvaardigen gesteld worden. Job woonde in het land 18 7. 6 11 14 zondigde het eerst van alle mensen. Eén der vrouwen van Lamech heette 12 5 14. Paulus sprak op de Areopagus met 16 4 1 8 19 9 16 17 13.

3. Een tekst uit het boek Job bestaat uit 75 letters. Zoek deze tekst met behulp der navolgende gegevens: Uit Zijn mond gaan 7 14 72 73 5 1 48 17 (Job na hoofdstiik 39). Paulus was afkomstig van de sekte der 44 10 53 39 20 3 12 66 62. Want men leest geen 47 28 67 54 25 van doornen. God is een God, Die te allen dage 15 64 36 11 63 32 (Psalm 1—10). Belsazar had zijn hart niet vernederd, hoewel hij alles 27 6 38 68 8 16 56 had. Waarbij zal ik dat 1 19 45 40 75 (Lukas 1) Jaël nam een 33 51 13 43 57 en doodde de krijgsoverste. 59 2 35 49 46 31 25 is een zuidvrucht. Zijn 18 55 29 21 69 30 17 beschuldigde hem. Och, dat gij 4 34 74 22 waart of koud. Gij 23 65 42 26 dat Ik U liefheb. Vul de ontbrekende letters in: Pi 41 24 50 58 r 71 t 9. Wie zal met zijn 60 52 70 61 borg worden? 28 moet geraden worden.

De oplo-^singen dezer raadsels mogen nog NIET ingszonden worden.

Thans laten wij de namen van de prijswinnaars volgen. In alfabetische volgorde zijn het de volgende neven en nichten:

1. Henny van Dijk te IJsseUnuiden. 2. Inge Copier te Jutfaas. 3. Rientje van Gammeren te Gendringen. 4. Jan Lagerwey te Cothen. 5. Eefje Mekelenkamp te Nijbroek. 6. Bep Meijers te Grijpskerke (Z.). 7. Greetje van Ommeren te Voorthulzen. 8. Adrie Uitbeijerse te Moordrecht.

Neem nu een briefkaart met een postzegel van 8 cent er op en schrijf aan OOM KOOS, postbus 2019 te Utrecht, welk boek men gaarne wil hebben uit het hieronder voorkomende lijstje. Als men aUe boeken van dit lijstje reeds in bezit heeft en gelezen heeft, dan kan men per briefkaart aan hetzelfde adres een ander lijstje vragen. Hier volgt het lijstje:

Voor grote jongens en meisjes:

1. Walvoorts zanger. 2. De geheime kamer. 3. Willem Farel I. 4. Willem Farel II. 5. De trouwe Zwaab. 6. De grote verbittering.

Voor jongens en meisjes:

1. Vogels in de natuur. 2. Die Poolse jongen. 3. Tessa en Ponia. 4. Driemaal Kerstfeest in één week.

Voor jongens:

1. De vrijwilliger van 1830. 2. Vijf jongens op een vlot.

Voor kleine jongens:

Rondom Scheldehof.

Voor kleine meisjes:

Lieske.

Tenslotte roepen wij nog een hartelijk welkom toe aan de volgende neven en nichten: WiUy Bal te Scheveningen, Wim van Dijkhuizen te Amersfoort, EUy Dekker te Wolfaartsdijk, Brammie Francke te Amemuiden en Maartje v. d. Spek te Moerkapelle. Sturen jullie de oplossingen maar geregeld in, dan komt de prijs wel. Geduld is echter nodig, want eerst moeten jullie een tijdje hebben meegedaan. Thans volgt nog een gedeelte van het verhaal over

DE LOLLARDEN

35.

In het vervolg van het verhoor vroeg de aartsbisschop Arundel aan lord Cobham of hij geloofde, dat het brood na de wijding door de priester geen'brood meer is, docïi enkel het lichaam van Christiis. Cobham antwoordde hierop: Het is beide, lichaam van Christus en brood. Laat mij het aldus nader toelichten: gelijk Christus, toen Hij hier op aarde verkeerde, zowel de Godheid als de mensheid in Zich had, en wel de onzichtbare Godheid achter Zijn mensheid, welke alleen zichtbaar was, zo is

ook, naar ik geloof, in het sakrament des Avondmaals Christus' ware lichaam tegelijk met het ware brood aanwezig. Het brood is datgene, wat wij met onze ogen zien, het lichaam van Christus, dat is Zijn vlees en bloed, is daaronder verborgen en kan alleen door het geloof worden gezien. Ketterij, ketterij! weerklonk het overal onder de hoge gewelven van de rechtszaal. Het is een afschuwelijke dwaling, riep één der bisschoppen, bijna waanzinnig van woede, de hostie brood te noemen! Lord CJobham voegde hem direkt hierop toe: De apostel Paulus was zulk een wijs man als gij, en nochtans noemt hij het brood. Het brood, zegt hij, dat wij breken, is het niet de gemeenschap aan het lichaam van Christus? Om kort met u te zijn, ik geloof alleen aan Gods Woord en aan geen menselijke leringen.

Alsnu mengde de overste der KarmeUeterorde zich in het gesprek met de uitroep: Welke vermetele dwazen en waanzinnigen zijn deze aanhangers van Wicleff. Cobham antwoordde hierop, dat hij juist door de leringen van de zo verachte en gesmade Wicleff de weg des levens leerde betreden. Vóór die tijd, zei Cobham, leefde ik in de zonde en ongerechtigheid, maar nadat ik met hem bekend werd, is dit anders geworden. Zoveel heil heb ik nimmer in uw ijdele leringen gevonden. Wat, hernam de Karmeliet, gij hebt dus geen heil kunnen vinden bij al de geleerde mannen dezer eeuw vóórdat gij de satan hoordet prediken? Lord Cobham wierp een medelijdende blik op de gehoorzame zoon der „alleenzaligmakende kerk" en vervolgde op ernstige toon: Uw vaderen, de oude farizeën, schreven de wonderen van Christus aan Beëlzebub, en Zijn leer aan de duivel toe. Gij gaat voort en noemt ieder mens een ketter, die uw goddeloos leven berispt. Ik vraag u: welke grond hebt gij in de Heilige Schrift voor de daad, waarmede gij u bezig houdt? Waar staat het geschreven in de ganse wet van God, dat gij u tot rechter over het leven van een mens moogt opwerpen? Wellicht wilt gij Annas en Kajafas aanvoeren, die Christus en Zijn apostelen vonnisten.

Ja Mylord, sprak één der rechters, Christus kan ook worden aangevoerd, want Hij oordeelde Judas.

Lord Cobham antwoordde: Nog nooit heb ik gehoord, dat Christiis dit deed. Judas oordeelde zichzelf en daarna ging hij uit en verworgde zich. Wel sprak Christus het wee over hem uit om zijn geldgierigheid, gelijk Hij ook over u doet, die de voetstappen van Judas drukt. Zo ging het verhoor nog lange tijd door. Men deed lord Cobham de schitterendste beloften, maar deze bleef onwrikbaar. Erkent gij, vroeg Arundel nog, dat de patis de opvolger van Sint Petrus is, die de sleutelen van Rome uit Christus' hand heeft ontvangen?

Ik ontken, zo luidde Cobhams antwoord, dat de paus van Rome de opvolger van Petrus is. Hij verkondigt het Woord van God niet, en wie Petrus wil opvolgen, moet hem ook navolgen in de prediking van Gods Woord. Ik houd dan ook de paus en de gehele geestelijkheid voor de grote antichrist. De paus is het hoofd, en gij, bisschoppen, priesters, prelaten en monniken, maakt het Uchaam uit, en de bedelmonniken vormen de staart van het geheel, omdat zij met hun drogredenen u beider ongerechtigheid bemantelen.

OOM KOOS

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen