Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Begroting van Binnenlandse Zaken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Begroting van Binnenlandse Zaken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Repliekrede van de heer Kodde

1e gedeelte

Nadat de minister van binnenlandse zaken, Mr. Toxopeüs, de ondersdheidene sprekers, die over het eerste gedeelte van bovengenoemde begroting het woord hadden gevoerd, had beantwoord, werd gerepliceerd. Ook de heer Kodde nam aan de replieken deel, waarbij hij de navolgende rede hield.

Mijnheer de voorzitter. Gaarne wil ik de minister dank brengen voor de aandacht, die hij ook geschonken heeft aan het door mij gesprokene. Inzonderheid wil ik dan nog wijzen op het antwoord betreffende de bevoegdheid van de burgemeester ten opzichte van de

politie.

Ik weet, dat het z.g. duidelijk in de wet steat, maar het schijnt toch niet voor allen duidelijk te zijn, en het was inderdaad wel eens nodig, dat de minister hierop de aandacht vestigde. Om die reden heb ik het ook gevraagd, en ik hoop, dat de minister er ook in slagen mag om duidelijk aan te geven wat openbare orde is, en wat niet tot openbare orde behoort. Ook daarover kan inderdaad wel verschil van mening bestaan.

Ik ben de minister ook zeer dankbaar voor zijn antwoord ten opzichte van de eventuele wijziging van de

kieswet.

Wat de minister 'heeft gezegd, is ook volkomen onze mening, en u zult dan ook begrijpen, mijnheer de voorzitter, dat Ik mij niet kan verenigen met het standpunt, dat door de geachte afgevaardigde de heer Verhoef is ingenomen. Ik heto mij nogmaals afgevraagd: hoe moet het dan toch eigenlijk met het uiten van de stem van die zjg. kleine groepen? Is het dan de bedoeling, dat die stem uit ons volk niet meer wordt vernomen? Hoe zal dat moeten gaan? Ik had dat eigenlijk juist van de kant van de P.v.d.A. niet verwacht, omdat men daar altijd toch wel voorstaat de z.g. demokratie. Waarom mag dan in de demokratie een kleine groep niet spreken?

De 'heer Verhoef (P.v.d.A.): Juist geen zogenaamde demokratie. De heer Kodde (S.G.P.): Mijnheer de voorzitter. U zult ook begrijpen dat ik enig

bezwaar

heb tegen de gedachte, die door de geachte afgevaardigde de heer Beemink naar voren is gebracht, want ik zou nog meer overhellen naar een streven om. alles gelijk te stellen en dus ook bij de Kamer- verkiezingen, evenals bij de Statenverkiezingen bij het toewijzen van de restzetels naar de grootste gemiddelden te handelen en niet direkt de limiet van de kiesdeler te stellen. Ik denk daarbij aan het Gereformeerd Politiek Verbond. Wanneer naar de grootste gemiddelden was gehandeld, was ook van die partij een afgevaardigde in ons midden geweest.

Nu is er wel gewezen op de bestuurbaarheid, maar ik meen, dat dit in een land, waar verschillende meningen heersen, altijd moeilijk kan zijn. Daarbij zou ik willen zegtgen: volg dan de staatkundig gereformeerden, die trachten een eenheid te vormen in de gebondenheid aan Gods Woord. Wanneer wij het daarover eens zouden zijn, hadden wij een eenheid en zou de bestuurkracht wel sterker worden. Wat de

decentralisatie

betreft, meen ik, dat het maar het beste is om ook nu zeer weinig te zeggen. Ik denk, dat er wel versdhil van mening zal blijven.

De minister zegt: Kan het, dan doen en kan het niet, dan niet. Uiteraard, wil ik zeggen, maar er zal vermoedelijk wel verschil van mening bestaan omtrent de vraag wanneer het kan en wanneer het niet kan. Dat zal toch wel een verschil blijven tussen de minister en mij, want ik zou toch wel graag zien, dat er sterker gestreefd werd naar decentralisatie dan nu reeds is geschied. Ik wil daarbij in aanmerking nemen, dat de minister voor een grote moeilijkheid staat, omdat er na de oorlog nimmer is gestreefd naar decentralisatie, maar altijd naar centrallsatiie. Het zal wel zeer moeilijk zijn, dat beleid thans te wijzigen in de andere richting. Wat de

grenswijzigingen

betreft, heb ik, toen ik sprak over die lange duur, uitdrukkelijk gezegd: Bezint eer gij begint. Dat heb ik èn de Kamer èn de minister toegeroepen. De minister is verwonderd, dat juist ik spreek over die lange duur, en hij zegt: Nu is alles er uit gekomen. Daarop wil ik zeggen: Haal de zaak niet overhoop, maar laat die rustig liggen; u hebt dan zeker geen moeite om alles er uit te halen, hetgeen wel eens bezwaarlijk kan zijn. Dat zal mij veel meer aanstaan dan dat de minister 15 jaren lang gaat dokteren en de zieke dan meestal — laat ik het zo maar uitdrukken — toch nog sterft. Een prachtig uitzonderingsgeval is er wel in mijn omgeving, n.l. Souburg. Ik kan de mening van de minister daarin zeer zeker wel delen. Ik meen echter, dat dit toch wel een uitzondering op de regel is en dat in zeer vele gevallen het er toch op lijkt, ook als er lang wordt overwogen, dat de zaak toch door gaat, ook al is het niet in het belang van het bestuur en van de bevolking. Wat nu het geval

Dreumel

betreft, meen ik, dat er enig misverstand heerst. Het ging mij er om, waar nu eigenlijk de waarborg voor de gemeentebesturen is ten opzichte van de procedure. Nu lean de minister zeggen — Ik had dit ook wel verwacht, en ik meen het zelf in eerste instantie te hebben gezegd — de minister en Gedeputeerde Staten zijn daaraan niet gebonden. Ik heb hier een andere afgevaardigde eens horen zeggen, dat er soms feiten zijn, die zeer moeilijk te negeren zijn. Ik meen, dat dit ook op dit gebied wel eens het geval is. De zaak komt er dan op neer, dat door een bepaald feit de zaak reeds beslist is. Ik meen, dat dan de gemeentebesturen niet in de gelegenheid zijn hun belangen daar tegenover te stellen, zoals dat in de wet is gesteld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1962

De Banier | 8 Pagina's

Begroting van Binnenlandse Zaken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1962

De Banier | 8 Pagina's