Vragen in zake herverkaveling

De heer Kodde heeft aan de minister van landbouw en visserij de navolgende vragen gesteld:

1. Is 'het de minister beikend, dat ler bij vertoaveOiingen, weitee zijn uitgevoerd op gron'd van het bepaalde in 'de herverkavelingswet Walcheren, Stb. 400, 1947, jo. herverkaveilingswet noodge- 'bieden, 7 augustus 1953, Stb. 444, in Waarde, 'naar 'gestreefd 'is en wondt om 'de kos'ten van werlfcen, weike hoger zijn dan aanvankelijk geraamd was, of van werlfcen, welke niet aanvankelijk geraamd waren, maar bij ide uitvoering of nodig of wenselijk bleken, geheel of ten dele te 'doen betalen door een hogere bij'drage van de belanghebbenden?

2. Is het de minister bekend, dat, ten 'Cinide een hogere bijidrage van de belanghebbenden te verkrijgen, 'de schatters zijn betovloed om een bepaaJide hogere waande aan de 'gronden (kavels) toe te 'kennen?

3. Acht 'de minister, to'dien vraag 2 bevestigend m'Oet wonden beantwoord, de wijze van han^delen, als in die vraag genoemd, in overeenstemming met 'het bepaalde m 'artikel 6 der hervenkave'lingswet Walcheren, Stb. 400, 1947, waarin bepaald is, dat met 'de eigenaren van de in het blok opgenomen onroerende goedenen alleen verrekend kan worden het nadelig of voordelig verschil in de waar- 'de der ingeleverde en der toebedeelde 'goedenen, zoals deze na herschatting uitein'delijk is vastgesteld, alsook m'et artikel 78-1 dier wet, waarin is bepaald, dat 'de in het blok gele'gen onroerende 'goederen geschat moeten worden naar de toestand, waarin deze zich na voltooiing der tenreinwenlïzaamheden bevinden, en met artikel 94 'der evengenoemde wet, waarin is bepaald, dat aUe kosten 'der herverkaveling ten laste van het rijk komen?

4. Is de ntilnister bereid om, als toderdaad herschattingen hebben plaats gehad, waarbij door een meer of mtodere beïnvloe'- 'dtog van de schatters, bij herschatting een hogere waarde aan de kavels 'is toegekend dam 'op grond van 'de be'paltogen der herverkaveüngswet Walcheren mogelijk zou zijn geweest, m'aatregelen te treffen, waar- 'door de lijst van 'geldelijke verrekento'gen wiondt gebaseerd op een schatttog, waarbij wel het toepaalde 'to de anüike'len 6, 78, 1ste lid, en 94 van 'de herverkavelingswet Walcheren, Stb. 400, 1947, wordt m acht genomen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen