Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE TELEVISIE-NOTA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE TELEVISIE-NOTA

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Regeringscrisis afgewend

Verklaring S.G.P.-fractie

Door de Regering werd enige tyd geleden een nota ingediend betreffende de commerciële televisie. Hierin werd te kennen gegeven, dat de Regering er voor was om by de invoering van een tweede televisienet de concessie hiervan te verlenen aan een instantie, die los staat van de drie bestaande omroepverenigingen: de VARA (socialistisch), de KRO (rooms-katholiek) en de NCRV . De nieuwe concessionaris zou zich dan bezighouden met commerciële televisie, dit wil zeggen, dat men door het voeren van reclame op het televisiescherm zo veel inkomsten meent te verkrygen, dat daardoor de kosten van andere uitzendingen, waarin het amusement een overwegende rol speelt, kunnen worden gedekt. Reeds ongeveer een zevental gegadigden had zich hiervoor aangemeld, die bereid waren met elkaar een fusie aan te gaan.

Het laat zich denken, dat de drie zo even genoemde, sedert jaren bestaande omroepverenigingen van dit plan der regering niets wilden weten, zy zien, zo werd in alle toonaarden van die zyde aangeheven, in de commerciële televisie een groot gevaar voor de culturele waarden, daar het by commerciële televisie louter te doen is om zo veel mogeiyk geld binnen te krygen, zonder zich te bekommeren om het gehalte der uitzendingen. Die tegenstand van de zyde der drie omroepverenigingen, die als „zui­ len" worden aangeduid, kwam bij de openbare behandeling der Televisienota wel zeer duideiyk aan het licht, daar bestuursleden dier verenigingen ook zitting hebben in de Tweede Kamer. Wy noemen slechts de heer Van Doom (R.K.), die voorzitter is van de KRO en tevens Kamerlid; de heer Mr. Baeten (R.K.), die bestuurslid is van de KRO en ook Kamerlid. Deze was het ook, die namens het grootste deel van zyn fractie sprak en afwyzend stond tegenover wat door de Regering werd voorgesteld. Een ander Kamerlid der K.V.P., namelyk de heer Blaisse, kon zich echter met het in de Nota voorgestelde wel verenigen, doch hy had slechts de steun van circa 14 leden der K.V.P.-fractie.

De voorzitter van de NCRV is het antirevolutionaire Kamerlid de heer Roosjen, die echter niet zelf sprak. Dit deed namens de A.R. fractie de heer Bruins Slot, die echter volgens berichten in de pers via het dagbladbedrijf „Trouw" ook geïnteresseerd is by de NCRV.

Als woordvoerder van de Pv.d.A., die nauwe betrekkingen heeft met de VARA, trad de heer Kleywegt op. Ook hy was, evenals de heren Baeten en Bruins Slot, sterk gekant tegen het door de Regering voorgestelde plan. Namens de Regering waren aanwezig minister Cals, zyn staatssecretaris Mr. Scholten, en Drs. Gijzels, staatssëcretans van Economiscbe Zaken.

De voornaamste woordvoerder der Regering was Mr. Scholten, die het in de Nota voorgestelde warm verdedigde. Dit baatte hem echter niet. Behalve Mr. Blaisse (K.V.P.) kreeg hij slechts de steun van een aantal Christelijk-Historischen en van de V.V.D., namens wie eerst mevrouw Van Someren het woord voerde, maar daarna ook de heer Oud, die voomameiyk de staatsrechtelijke zijde belichtte, daarbij onder meer opmerkend dat de Regering de bevoegdheid heeft om de concessie te verlenen aan een andere concessionaris dan de drie bestaande omroepverenigingen.

Bij de replieken werden drie moties ingediend, één door Mr. v. Aarden (K.V.P.), waarin werd verzocht om een wettelijke regeling alvorens tot het verlenen van concessie werd overgegaan. Deze motie beoogde derhalve het door de Regering voorgestelde te torpederen. De motie- Kleywegt had ten doel een nieuwe concessionaris bij de zuilen in te schakelen, terwijl de motie van de V.V.D. zich uitsprak voor wat in de Nota werd voorgestaan. Vooral de eerste motie was voor de Regering gevaarlijk, daar ze was ondertekend door leden der K.V.P., der P.v.dJ^. en der A.B.P., zodat ze zeker zou worden aangenomen indien zij in stemming kwam. Op voorstel van minister Cals werd toen de vergadering verdaagd, opdat de Regering zich nader kon beraden.

In de dagen voordat de Kamer de beraadslaging zou hervatten, gonsde het in de pers van allerlei geruchten. Nu eens werd een regeringscrisis in uitzicht gesteld voor 't geval de motie-Van Aarden zou worden aangenomen. Dan weer dat Mr. Scholten zou aftreden, daarin wellicht gevolgd door de ministers Cals en Veldman, die beiden voorstanders van het in de Nota neergelegde plan waren. Ook minister Toxopeüs, die op no. 1 van de candidatenlijst der V.V.D. staat, zou volgens de pers ongetwijfeld zijn ontslag nemen, daar de V.V.D.-fractie in haar geheel het standpunt der Regering deelde.

Niets van dit alles gebeurde echter. Toen de Kamer weer bijeenkwam, voerde Mr. Scholten het eerst het woord. Hij zei onder meer, dat de Regering het standpunt van de heer Oud deelt, dat zij het recht heeft een beslissing te nemen, daar de huidige wetgeving de Regering niet alleen dit recht geeft, maar haar ook een verantwoordelijkheid oplegt. Er moet echter, zo vervolgde Mr. Scholten, ook rekening worden gehouden met de vraag of het na een afwijzende uitspraak der Kamer verstandig zou zijn, zeer kort voor het ogenblik dat het kabinet demissionair zal zijn, alsnog een concessie te verlenen. Hierna ging Mr. Scholten in op de feitelijke situatie. Deze is zo, aldus spreker, dat mede door de enigszins stormachtige ontwikkelingen van de laatste maand er een ernstige tijdnood is ontstaan, waardoor het verlenen van een concessie vóór 15 mei a.s. practisch uitgesloten is, daar hieraan tal van besprekingen vooraf zouden moeten gaan, zowel tussen de gegadigden onderling als van deze met de Regering. Ook zouden de concessievoorwaarden nader moeten worden uitgewerKt ST zou het Televisiebesluit 1956 moeten worden gewijzigd. In de ruim anderhalve maand, die nog resteert, acht de Regering het onmogelijk dit alles nog tot een eind te brengen. Van verlening van concessie vóór 15 mei zou dus geen sprake kimnen zijn. Wel zouden er voorbereidingen kimnen plaats hebben. Wanneer echter de motie van mevrouw Van Someren-Downer (V.V.D.), van de inhoud waarvan de Regering met veel instemming had kennis genomen, mocht worden verworpen, zouden geen voorbereidingen worden getroffen. Uit deze rede van Mr. Scholten blijkt wel zeer duidelijk, dat de Regering het hoofd in de schoot heeft gelegd. Zelfs minister Toxopeüs (V.V.D.) de aanstaande fractievoorzitter van de V.V.D., trad niet af.

Dat de Regering er niet voor gevoelde het op een regeringscrisis te laten aankomen, is echter begrijpelijk, waar er binnenkort verkiezing voor de Tweede Kamer moet plaats hebben. De minister-president, Prof. De Quay, merkte dienaangaande op, dat aftreden nog geen twee maanden vóór de verkiezingen de periode van demissionair zyn, die door langdurige formatiepogingen meestal toch al niet kort is, maar zou verlengen.

Hierop kreeg Mr. Van Aarden (K.V.P.) het woord. Hij verklaarde namens het grootste deel van zijn fractie verheugd te zyn over het practische standpunt, dat de Regering had ingenomen, waardoor zij tegemoetgekomen was aan wat werd nagestreefd in de door hem ingediende motie. Hij trok dan ook zijn motie in.

De heer Kleywegt vond het, om geen onzuivere stemming te krijgen, beter zijn motie te laten rusten. Alsnu kwam de motie van mevrouw Van Someren-Downer in stemming. Vóór de stemming legde Ir. van Dis namens de S.G.P.-fractie een korte verklaring af. Zij kon hiermede volstaan, omdat het bij de behandeling dezer Nota niet ging over een principiële beslissing over al of niet invoering van televisie, daar deze al geruime tijd in ons land wordt toegepast.

Het ging bij de behandeling dezer Nota voornamelijk om een strijd tussen de voorstanders en belanghebbenden der drie bestaande omroepverenigingen en de voorstanders van het plan der Regering om aan een onafhankelijke concessionaris concessie voor een tweede televisienet te verlenen. De S.G.P.-Kamerleden konden het krachtens beginsel voor geen van beide opnemen, noch voor de zuilen, noch voor een daarvan onafhankelijke concessionaris. In de verklaring kwam dit duidelijk tot uiting. Zij luidt als volgt:

Mijnheer de Voorzitter! Het is de Kamer bekend, dat wij geen voorstanders van de televisie zijn, omdat hetgeen door de zogezaamde zuilen wordt vertoond en ten gehore gebracht, veelal de toets van Gods Woord niet kan doorstaan. Zelfs is het bij de uitzendingen van de zuilen-televisie voorgekomen, dat daarbij godslasterlijke uitingen en profanatie van wat heilig is, konden worden geconstateerd.

De motie van mevrouw Van Someren—Downer beoogt concessie te verlenen aan een lichaam, dat volgens het door de Regering gekozen systeem de verzorging van televisie bekostigd uit reclame op zich wil nemen.

Daar niet te verwachten is, dat deze concessionaris uitsluitend reclame zal uitzenden, doch ook amusementsuitzendingen zal verzorgen, is het ons niet mogelijk aan deze motie steim te verlenen. Met alle nadruk willen wij echter, om niet misverstaan te worden, verklaren, dat uit ons standpunt ten aanzien van de motie van mevrouw Van Someren—Downer niet mag worden afgeleid, dat wij het tweede televisienet zouden willen zien toegekend aan de zogenaamde zuilen. Tegen een desbetreffend plan of voorstel zouden wij ons ten sterkste verzetten.

De motie-Van Someren werd met 96 tegen 41 stemmen verworpen. Vóór stemden alle (17) aanwezige V.V.D.-ers, de socialisten Goedhart en Patijn, 7 leden der CH.-fractie en 15 K.V.P.-ers. De Regering zal dus nu ook van elke voorbereiding afzien. De Nota inzake reclametelevisie werd hierop voor kennisgeving aangenomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1963

De Banier | 8 Pagina's

DE TELEVISIE-NOTA

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1963

De Banier | 8 Pagina's