DE UITSLAG VOOR DE S.G.P. in de diverse provinciën

Gaan we voorts na de stemcijfers voor de onderscheidene provincies, dan valt het op, dat de S.G.P. in geen enkele provincie procentsgewijs is teruggelopen. In enkele provincies bleef zij constant, in andere steeg haar stemcijfer beduidend, soms zelfs zeer beduidend. Zo kreeg de S.G.P. in de provincie

GRONINGEN

thans 1176 stemmen, tegen 584 in 1959, dus een verdubbeling. Procentsgewijs van 0, 2 tot 0, 4 %. Dat de door de S.G.P. op grote schaal in Groningen verspreide verkiezingslectuur hiertoe aanmerkelijk heeft bijgedragen, kan gevoeglijk worden aangenomen. De provincie

DRENTE

bracht het er voor de S.G.P. zelfs nog iets gunstiger af. We kwamen daar namelijk van 389 tot 770 stemmen, procentsgewijs van 0, 2 op 0, 5 %, dus 2Vz maal zo veel. Dit is inderdaad een zeer belangrijke vooruitgang. Zelfs in de hoofdstad Assen verdubbelde het aantal op de S.G.P. uitgebrachte stemmen van 25 in 1959 tot 52. Assen is altijd een sterk A.R. bolwerk geweest. Zelfs nu kreeg de A.R.P. er 2262 stemmen, tegen 2103 in 1959. We herinneren ons nog daar vóór de Tweede-Kamerverkiezing van 1933 met de inmiddels reeds lang overleden Ds.

Oosthoek op een avond gesproken te hebben op onze terugreis uit Nieuwe Pekela. In beide plaatsen deden de anti-revolutionairen zich op de S.G.P.-vergadering gelden, maar vooral in Assen, waar tal van jongelieden de vergadering trachtten te verstoren. Ook in de provincie

FRIESLAND

kreeg de S.G.P. veinst te boeken, al zij het dan niet zo groot als in Groningen en Drente. We kwamen er van 1689 stemmen in 1959 tot 2170 in 1963. Procentsgewijs van 0, 7 op 0, 8 %. Een vermeerdering dus van 0, 1 %, ook ten opzichte van de Statenverkiezingen in 1962, toen wij evenals in 1962 op 0, 7 % stonden. Verder afdalend, komen vTij bij de provincie

OVERIJSSEL

Ook in deze provincie ging de S.G.P. vooruit. Het aantal op haar uitgebrachte stemmen liep naar boven van 11.408 in 1959 tot 12.902 in 1963, procentsgewijs van 2, 7 % tot 2, 9 %. De Overijsselaren hebben zich dus goed gehouden. Dit geldt al niet minder voor de provincie

GELDERLAND

hoewel de stijging van het stempercentage wat minder was dan in Overijssel. De S.G.P. verkreeg in deze provincie in 1959: 23.926 stemmen (3, 6%), bij de Statenverkiezing van 1962: 22.396 (3, 4%) en thans 25.955 stemmen of 3, 7 %. Vergeleken bij de Kamerverkiezing van 1959 dus een stijging van 0, 1 %, bij die van de Statenverkiezing 1962 zelfs van 0, 3 %. Wij begeven ons thans naar de provincie

UTRECHT

waar het stemcijfer der S.G.P. steeg van 11.793 in 1959 tot 13.313, of in procenten van 3, 3 tot 3, 6, alzo een vermeerdering van 0, 3 %, wat voorwaar een heel mooie vooruitgang is. Voordat we onze aandacht geven aan Zuid-Holland, zullen we eerst nog even de provincie

NOORD-HOLLAND

bezien. Ook daar was een toename voor de S.G.P., namelijk van 6462 stemmen in 1959 tot 7741 in 1963, procentsgewijs van 0, 6 tot 0, 7 %. Bedenken we, dat het modernisme in deze provincie, op enkele gedeelten na, zo sterk vertegenwoordigd is, dan kan niet anders worden gezegd dan dat Noord-Holland voor de S.G.P. een flinke bijdrage aan stemmen heeft geleverd. In nog wat sterkere mate geldt dit voor de provincie

ZUro-HOLLAND

Hier kreeg de S.G.P. thans 58.657 stemmen, tegen 55.135 in 1959, procentsgewijs een stijging van 3, 8 % in 1959 tot 4, 0 % in 1963. Ook hier dus een behoorlijke vooruitgang met 0, 2 %. Dan komen we bij de provincie

ZEELAND

de bakermat der S.G.P.! Deze mag er ook wezen! Het stemcijfer steeg er van 13.779 in 1959 tot 14.362 in 1963, of in procenten uitgedrukt, van 8, 8 tot 9, 2 %, een vermeerdering dus van 0, 4 %. De A.R. maakten daar een flinke teruggang van 12, 5 tot 11, 8 %, de C.H. daarentegen kwamen er van 14, 9 % op 16, 3 %. Alsnu resten nog de provincies

NOORDBRABANT en LIMBURG

In Noordbrabant bleef het sterncijfer procentsgewijs gelijk. Van 4245 stemmen in 1959 kwamen we er op 4786, wat overeenkomt met een percentage van 0, 6 %.

Ook in de stad Eindhoven zelf bleef de S.G.P. procentsgewijs constant. In 1959 behaalde zij er 145 stemmen (0, 2%), in 1963 steeg het stemcijfer wel tot 223, maar het percentage bleef 0, 2 %.

In Limburg valt voor de S.G.P. niet zo veel te halen. Toch is het opmerkelijk, dat zij daar in stemmenaantal behoorlijk is gestegen, namelijk van 268 in 1959 tot 412 in 1963. Het percentage bleef echter constant, namelijk 0, 1 %.

Het geheel overziende, kunnen wij constateren, dat in niet één provincie de S.G.P. verlies te boeken kreeg. Zij bleef percentsgewijs op hetzelfde niveau als in 1959, of zij ging min of meer belangrijk vooruit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen