Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kabinetsformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kabinetsformatie

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terwijl de formateur. Prof. De Quay, nauwelijks bezig was om te overleggen hoe hij verder moest handelen, nadat door hem kennis was genomen van het ten huize van Prof. Beel bereikte accoord, waren verscheidene dagbladen al druk aan het in elkaar zetten van het nieuwe kabinet. Voor schier alle te bezetten ministerzetels had men al een man gevonden, blijkbaar om het de formateur gemakkelijk te maken.

In werkelijkheid liep de zaak echter niet zo vlot als de redacties dit blijkbaar verwacht hadden. Wel hield Prof. De Quay in het begin der vorige week oriënterende besprekingen met de vier fractievoorzitters, de heren Beernink (C.H.), Van Eysden (A.R.), Toxo-

peüs (V.V.D.) en De Kort (K.V.P.), waarbij voornamelijk werd gesproken over de toewijzing der portefeuilles in het nieuwe kabinet, en wel moet hij ook intensief telefonisch contact hebben gehad met leden van het aftredende kabinet om te weten te komen of zij bereid zouden zijn opnieuw vier jaar het ministerschap te bekleden, maar dit alles bracht nog lang niet de oplossing. Reeds toen waren er aanwijzingen, dat Prof. De Quay toch liever zelf maar niet meer voor het minister-presidentschap in aanmerking wenste te komen. Een dag later werd dit opnieuw vermeld, waarbij tevens werd medegedeeld dat Prof. De Quay veel voelde voor een pemierschap van de demissionaire minister zyistra en dat hij dan als bindend element bereid zou zijn als vice-minister-precident op te treden. Het was te voorzien, dat dit voorstel bij de K.V.P.-fractie niet in goede aarde zou vallen, daar bij aanvaarding er van door deze fractie te kennen zou zijn gegeven, dat men geen personen had die de capaciteiten bezitten voor het minister-presidentschap.

Er was echter nog een heel andere kwestie, welke een deel dezer fractie niet naar de zin was. Dit had betrekking op het te Wassenaar onder de leiding van de informateur, Prof. Beel, bereikte accoord. Met name werden er sterke bezwaren ingebracht tegen de sociale paragraaf van dit accoord. Hierin toch was o.m. vastgelegd, dat de kinderbijslag vanaf het tweede kind uit de staatskas zou plaats hebben indien de conjunctuur dit zou toelaten. De vorenbedoelde K.V.P.-Kamerleden, die in nauw contact staan met de roomse vakbond, wilden echter de bedoelde kinderbijslaguitkering in ieder geval toegekend hebben. Met andere woorden: deze uitkering behoorde prioriteit te hebben boven andere sectoren.

Volgens mededelingen in de pers leidde dit meningsverschil in de K.V.P.-fractie tot hevige spanningen. De tegenstellingen waren dermate toegespitst, dat het leek of iedereen van deze fractie kwaad op elkaar was. Zelfs kwam het zó ver, dat Dr. De Kort naar Prof. De Quay werd afgevaardigd om deze mede te delen dat in de K.V.P.-fractie zeer ernstige bezwaren bestonden tegen de sociale paragraaf uit het „Wassenaarse accoord".

Zodra de fractievoorzitters der drie andere partijen vernamen wat zich in de K.V.P.-fractie had afgespeeld, hadden zij een onderhoud met Dr. De Kort, waarbij zij hem te kennen gaven niét van het bereikte accoord te willen afwijken. Nadat vervolgens Dr. De Kort Prof. De Quay had bezocht en des avonds weer fractievergadering had gehad, werd bekend dat de K.V.P.-fractie zich bij stemming in meerderheid voor handhaving van het accoord had verklaard. Hiermede was dus de coalitie van K.V.P., V.V.D., A.R. en C.H. op dat ogenblik gered. Van de 42 aanwezige leden der K.V.P.fractie hadden zich 39 stemmen vóór verklaard bij 3 onthoudingen. Indien dit niet gebeurd was, zou Prof. De Quay genoodzaakt zijn geworden ontslag te vragen aan H.M. de Koningin van de hem verleende opdracht, en zou de P.v.d.A. weer aan bod zijn gekomen.

Wat het eventuele premierschap van Prof. Zijlstra betreft, werd door de A.R. fractievoorzitter, de heer Van Eysden, in een communiqué, dat tevens de standpunten van de V.V.D. en de C.H. weergaf verklaard, dat het naar de mening van de A.R.-fractie de meest logische en gewenste oplossing zou zijn indien de toekomstige minister-president een figuur uit de K.V.P.kring zou zijn, vooral als werd gelet op de politieke verantwoordelijkheid, die de K.V.P. als de grootste groep draagt voor het welslagen van de huidige constructie.

Voorts werd in dit communiqué gezegd, dat wanneer op overtuigende wijze zou blijken dat een K.V.P.figuur, die hiervoor capabel zou zijn, niet beschikbaar zou zijn, , de A.R.-fractie op grond van 's lands belang bereid zou zijn de verantwoordelijkheid voor een premierschap van Prof. Zijlstra te aanvaarden. Dan zou echter tevens moeten blijken dat hij zich voor de gehele komende periode verzekerd zou kunnen achten van de steun van alle bij de formatie betrokken groeperingen.

Zoals reeds'werd vermeld, ging de K.V.P.-fractie niet op het voorstel van Prof. De Quay in. Door de zoeven genoemde verklaring van de A.R. Kamerfractie zou het voor de K.V.P. nog onmogelijker zijn geweest om met Prof. Zijlstra als minister-president genoegen te nemen. Hiermede werd dan Prof. Zijlstra feitelijk geheel en al uitgeschakeld. Ook voor minister van Financiën werd hij niet meer aangezocht, naar verluidt, omdat hij zich daarvoor niet meer beschikbaar wenste te stellen.

Het is intussen wel zeer opmerkelijk, dat niet Dr. Veldkamp door de K.V.P.-fractie voor het ministerpresidentschap naar voren werd geschoven, maar wel diens ambtgenoot, de demissionaire minister van Landbouw, Mr. Marijnen, vde het aan critiek van de zijde van de landbouw niet ontbroken heeft.

Wel werd Dr. Veldkamp, die thans demissionair minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is, door de formateur aangezocht om dit departement in het nieuwe kabinet te blijven beheren, doch deze heeft hierop noch ja, noch neen gezegd. Hij stelde een voorwaarde, namelijk deze, dat de nieuwe minister van Financiën moest toezeggen 250 miljoen te zullen besteden ten behoeve van de verhoging van de A.O.W.-uitkeringen en die van de kinderbijslag vanaf het tweede kind, wat echter vierkant zou ingaan tegen het „Wassenaarse accoord". Prof. De Quay heeft desniettemin deze voorwaarde aan de fractievoorzitters van de V.V.D., de AR. en de C.H. voorgelegd, maar dezen wilden hierop niet ingaan, daar zij het accoord niet wensten te verbreken. Het is dan ook wel zeer bevreemdend, dat Dr. Veldkamp deze voorwaarde stelde, waar het bekend is dat hij vóór de verkiezingen van K.V.P., V.V.D., A.R. en C.H. deed kennen. Dit blijkt onder meer hieruit, dat hij het verkiezingsprogram van de P.v.d.A. fel bestreden heeft, daarbij opmerkende, dat deze partij aan„Sinterklazerij" deed door allerlei beloften aan de kiezers voor te spiegelen, die financieel niet te verwezenlijken zouden zijn. Dit in aanmerking nemend, geeft het toch wel te denken, dat hij nu één dergenen was, die in de K.V.P.-fractie tegen de sociale paragraaf van het „Wassenaarse accoord" inging, wat er toe leidde, dat Dr. De Kort zich, zoals hierboven werd vermeld, naar Prof. De Quay begaf, die vanzelfsprekend dienaangaande niets kon beslissen, en hem verwees naar de fractievoorzitters, die het accoord onder leiding van Prof. Beel hadden gesloten.

Hoe het verder verliep in de K.V.P.-fractie werd hierboven reeds medegedeled. Op drie na legde deze fractie zich tenslotte bij het accoord neer. Het drietal, dat zich van stemmen onthield of blanco stemde, bestond uit de heer Zwanikken, voorzitter van de Utrechtse Diocesane Bond der K.A.B. (Katholieke Arbeiders Bond) en tevens lid van het dagelijks bestuur van de Nederlandse K.A.B., die, zoals reeds eerder werd medegedeeld, onlangs met het N.V.V. een gezamenlijk program heeft samengesteld; voorts de heer Drs. Bogaers, ook al zeer nauw aan de K.A.B, verbonden, namelijk als directeur van het Wetenschappelijk Advies Bureau der K.A.B., en als derde de demissionaire minister Dr. Veldkamp.

Laatstgenoemde stelde zich derhalve nu geheel aan de zijde der K.A.B.-vertegenwoordigers. In meer dan één persorgaan werd dan ook al gewaagd van zijn ambitie voor het minister-presidentschap als reden voor zijn ommezwaai.

De K.V.P.-fractie heeft hem voor deze functie echter blijkbaar niet gewenst, want zoals reeds werd vermeld, werd Mr. Marijnen door Prof. De Quay voor het premierschap aangezocht. Mr. Marijnen heeft inmiddels in het hem gedane verzoek bevsrilligd. Prof. De Quay heeft zich echter in dit stadium niet bereid verklaard als vice-premier op te treden. Dit zou zeer waarschijnlijk bij de V.V.D. en ook bij de A.R. en C.H. wel tegenstand ontmoet hebben, omdat dan zowel de ministerpresident als de vice-minister-president rooms-katholieken zouden zijn. In het demissionaire kabinet De Quay werd het vice-premierschap dan ook door een V.V.D.-er bekleed, namelijk Drs. Korthals. Deze komt echter niet meer terug. Enige maanden geleden was het al openbaar geworden, dat er tussen hem en de V.V.D. - fractie meningsverschil was, reden waarom hij zich toen ook al niet als lijstaanvoerder der V.V.D. had willen geven. Thans werd inzake het niet terugkeren van Drs. Korthals, die op dit ogenblik — 13 juli — nog demissionair minister van Verkeer en Waterstaat is, door Prof. De Quay met goedkeuring van Drs. Korthals het navolgende communiqué gepubliceerd:

„In een gesprek met de fractievoorzitter van de V.V.D., Mr. Toxopeüs, heeft de formateur medegedeeld. Drs. Korthals zeer gaarne als lid te zien toetreden van het nieuw te vormen kabinet. Uit zijn overleg met de heer Toxopeüs is de formateur gebleken dat bij de fractie van de V.V.D. daartegen overwegende bezwaren zouden bestaan. Tijdens het gesprek van de formateur met de heer Korthals heeft laatstgenoemde zich op het standpunt gesteld, dat bij de vorming van een parlementair kabinet er voor een minister, ook in het bijzonder met de geestverwante groep, een vertrouwensbasis moet zijn. Nu deze ontbreekt, meende de heer Korthals de formateur te moeten verzoeken te willen afzien van deelneming zijnerzijds aan het nieuw te vormen kabinet".

Uit dit communiqué blijkt wel overduidelijk, dat Prof. De Quay Drs. Korthals gaarne in 't nieuwe kabinet had zien opgenomen, maar dat daartegen van de zijde der V.V.D. bezwaren zijn gerezen. Thans zal Mr. Toxopeüs wel met de functie van vice-premier worden bedeeld.

'rof. De Quay schijnt hem ook voor Defensie gepolst te hebben, doch Mr. Toxopeüs blijkt dit te hebben afgewezen, omdat dit terrein hem vreemd is. Defensie en Sociale Zaken schijnen dan ook op het ogenblik, dat wij dit schrijven, de moeilijke posten te zijn. Voor Sociale Zaken zou men het liefst Dr. Veldkamp behouden, daar men hem liever niet als Kamerlid der K.V.P. in de oppositie heeft. Werd de door hem gestelde voorwaarde ingewilligd, dan zou het de toekomstige minister van Landbouw ook al zeer moeilijk gemaakt worden. Volgens het „Wassenaarse accoord" toch hebben de woningbouw en de landbouw de prioriteit. Bij het voldoen aan de voorwaarde van Dr. Veldkamp zou landbouw echter niet op de tweede plaats kunnen blijven. Met het oog op deze aangelegenheid had Dr. Veldkamp met Mr. Marijnen, Prof. Witteveen, die voor Financiën is aangezocht, en Prof. Andriessen, die voor Economische Zaken in aanmerking komt, een onderhoud. Blijkbaar wilde Dr. Veldkamp zekerheid hebben over de financiële middelen, waarover hij kan beschikken om zijn sociale programma uit te voeren. Zijn manier van optreden, om namelijk langs interne weg aan het accoord van Wassenaar te tornen, heeft bij velen grote ergernis verwekt.

Of Dr. Veldkamp zijn ministerschap zou willen bestendigd zien, indien aan zijn verlangens niet wordt voldaan, moet wel ten sterkste betwijfeld worden. Het is zeer waarschijnlijk dat zijn beslissing reeds genomen is als dit artikel onder de ogen der lezers komt.

Voor Landbouw werd door Prof. De Quay het A.R. Kamerlid Mr. Biesheuvel aangezocht. Deze is een verwoed voorstander van de Europese integratie en van de christen-democratische samenwerking in C.D.U.-verband, die hij zelfs in Nederland zou willen doorgevoerd zien. Voorts maakt hij deel uit van het bestuur van het Landbouwschap, waarvan hij ook al een vurige voorstander is.

De tweede zetel, welke voor de A.R. bestemd is, betreft Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Hiervoor is door Prof. De Quay het A.R. Kamerlid Prof. Mr. Versteeg gevraagd. De heer Versteeg is namelijk voor de K.V.P.-fractie wel aanvaardbaar, omdat hij verleden jaar voor de Mammoetwet van minister Cals heeft gestemd. Daarentegen zijn de verontruste A.R. hem juist deswege allerminst gunstig gezind. Van zijn radiorede, des avonds na het aannemen van de Mammoetwet door de Tweede Kamer, merkten de verontrusten in een na de verkiezingen verschenen brochure op, dat het een betoog was „zonder enig houvast". Volgens een nader bericht heeft Prof. Versteeg echter om persoonlijke redenen het hem gedane aanbod afgewezen.

Op Justitie zal Mr. Scholten, de huidige staatsecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, wel komen, op Economische Zaken, zoals reeds vermeld, Prof. Andriessen, hoogleraar aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam, die wel C.H. is, maar die in januari 1.1. een artikel schreef, waaruit bleek dat hij aan de P.v.d.A. de voorkeur gaf boven de V.V.D. Hij is dus, wat men zou kunnen noemen, links georiënteerd. Minister Pe Pous, ook C.H., komt dus blijkbaar niet in het nieuwe kabinet. Voor Maatschappelijk Werk werd voorts de huidige staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, Mr. Bot, genoemd, die ook al eerder werd genoemd voor Defensie. Dit is een moeilijk te vervullen portefeuille. De V.V.D. wil er na de bittere ervaringen met minister Visser geen man voor leveren, zodat er ook al gesproken is over een „vakminister". Voorts is Ir. Staf voor een onderhoud met Mr. Beernink naar Den Haag gekomen. Met al het gehaspel en touwtrekken was er in het laatst der vorige week na 60 dagen nog geen nieuw kabinet! Zal het er deze week komen? Het zou meer dan tijd zijn!

NASCHRIFT

Maandag 15 juli j.l. werd bekend, dat Prof. De Quay wegens het ontbreken van vertrouwen zijn opdracht aan H.M. heeft teruggegeven. Er moet dus opnieuw met formeren begonnen worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1963

De Banier | 8 Pagina's

De kabinetsformatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1963

De Banier | 8 Pagina's