Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Regeringsverklaring

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Regeringsverklaring

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daar het de vorige maal niet mogelijk was de inhoud der Regeringsverklaring te vermelden, zullen wij dit thans doen, daar tal van lezers hierin ongetwijfeld belang zullen stellen.

Nadat de minister-president. Mr. Marijnen, eerst enige woorden had gewijd aan zijn voorganger, Prof. De Quay, en daarna aan de informatieve arbeid van Prof. Beel, stond hij eerst stil bij de gebeurtenissen, die aan de vorming van het nieuwe kabinet vooraf waren gegaan. Vervolgens behandelde hij de beginselen, welke het kabinet voor zijn beleid tot uitgangspunt had gekozen, om daarna in te gaan op concrete programmapunten van dit kabinet. Wat het eerste punt betreft, wees de minister-president er op, dat de uitslag der verkiezingen door hem en ook door Prof. Beel aldus was uitgelegd, dat het Nederlandse volk zich daarmede in grote lijnen had uitgesproken zowel ten gunste van de door het vorige kabinet uitgezette koers, als voor de politieke samenstelling, waaruit het vorige kabinet bestond. Op grond hiervan had Prof. Beel overleg gepleegd met de vier fractievoorzitters van de partijen, die ook aan het kabinet De Quay steun gaven (K.V.P., V.V.D., A.R. en C.H.), met het resultaat dat op 4 juli j.l. een accoord werd bereikt, dat bekend is geworden als het „accoord van Wassenaar". Hierna deelde de heer Marijnen mede, dat de ministers grotendeels bestaan uit gekozen volksvertegenwoordigers, die niet zonder medeweten van de fractievoorzitters tot het kabinet toetraden, zodat het nieuwe kabinet als een parlementair kabinet kan worden aangemerkt. Vervolgens wees de minister-president er op, dat het accoord van Wassenaar in de eerste plaats de aard en de omvang van de aangegane bindingen bevat. In de tweede plaats de bepaling van de financiële mogelijkheden in de komende jaren en voorts de wijze waarop deze mogelijkheden moeten worden benut en prioriteiten tegen elkaar moeten worden afgewogen. Ten derde bevat het accoord de uitgangspunten van het woning- en bouwbeleid, het landbouwbeleid, het sociale beleid en het fiscale beleid. Ook bleek uit de regeringsverklaring, dat er overeenstemming was bereikt in zake het gebruik van het tweede televisienet. Bij de behandeling van de televisienota onder het vorige kabinet was hierover een vrij heftige strijd gevoerd, waarbij de V.V.D. slechts steun verkreeg van de C.H.U., die zich ook stelde aan de kant van de Regering, die zich in haar Nota vóór reclametelevisie had uitgesproken, waarvoor de bestaande omroepverenigingen dan van hun zendtijd zouden moeten afstaan. De V.V.D. had deze kwestie vrijwel tot hoofdzaak van haar verkiezingspropaganda gemaakt, maar bij de besprekingen aangaande de kabinetsformatie heeft zij niet weinig bijgedraaid. Er zal nu een commissie worden benoemd, die binnen bepaalde tijd rapport uit moet brengen. Inmiddels echter zal het tweede televisienet, zodra dit er is, toch worden bediend door de bestaande omroeporganisaties, wat voor de V.V.D. derhalve geen geringe concessie betekent. Hoewel het „accoord van Wassenaar" zelf geen volledig regeringsprogramma is, is het wel in zijn geheel opgenomen in het programma, dat door het kabinet is vastgesteld. Dit is eveneens het geval met de „bouwstenen" van Prof. Romme, zodat er wel degelijk afspraken zijn gemaakt.

Overgaande tot het aangeven van de beginselen, die het kabinet voor zijn beleid als grondslag dienen, zei de heer Marijnen woordelijk het volgende:

„Ter aanduiding van de beginselen van dit kabinet wil ik allereerst overnemen het beginsel, dat ook in de regeringsverklaring van 26 mei 1959 als beginsel van het kabinet De Quay werd vermeld, namelijk de christelijke grondslag onzer beschaving, die van zoveel betekenis is voor de ontwikkeling der menselijke persoonlijkheid. Eerbiediging van de persoonlijkheid van de mens en van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid staat ook dit kabinet bij zijn beleid voor ogen. Het zal streven naar verbreding en verdieping van mogelijkheden voor de enkeling tot het dragen van eigen verantwoordelijkheid en tot het tot ontplooiing brengen van zijn talenten, Het kabinet wil zich richten naar de koers van het kabinet De Quay. Wel heeft het tot verwezenlijking van zijn doelstellingen op verschillende onderdelen aanpassingen aangebracht. De regering is voornemens het beleid te continueren, gericht op verhoging van de sociale, culturele en materiële welstand van ons volk, en dit op een wijze, die past bij de persoonlijke en sociale bestemming van de mens naar christelijke opvattingen. In deze tijd van ongekend snelle ontwikkeling der techniek en van stijgende welvaart vraagt de bevordering van het geestelijk en cultureel welzijn van het Nederlandse volk meer dan ooit de aandacht. De Regering acht het daarom noodzakelijk bij haar beleid voort te bouwen op de hechte grondslag van hetgeen er in het verleden is tot stand gekomen; zj] houdt daarbij mede het oog gericht op een toekomst van steeds verder gaande internationale integratie. Daarin zal Nederland eerst ten volle zijn eigen bijdrage kunnen leveren, indien voor de ontvnkkeling van het geestelijke en culturele leven de nationale samenwerking tot volle ontplooiing komt".

Uit de eigen woorden der regeringsverklaring zal het ieder duidelijk zijn, dat er geen woord mee te veel is gezegd toen er van de zijde der S.G.P.-fractie in de Kamer werd opgemerkt, dat de grondslag van het kabinet niet Gods Woord en wet is. Het kabinet zal zich richten naar de koers van het kabinet De Quay. Het beleid van dit kabinet vormt dus feitelijk de grondslag voor het nieuwe kabinet. Het kabinet De Quay was en bleef echter nalatig om te doen wat door Gods wet wordt geëist. Het bleef doof voor al wat in verband hiermede van Staatkundig Gereformeerde zijde naar voren werd gebracht. Onder het kabinet De Quay werd bijvoorbeeld de voetbalpool wettelijke sanctie verleend en daarmede de gokwoede van overheidswege aangemoedigd en bevorderd. Om maar niet meer te noemen, liet dit kabinet het ook toe, dat er hier te lande kampen voor nudisten (naaktlopers) werden bestemd. Volgens het beginsel van het kabinet De Quay behoorde dit niet te worden verboden, zoals taleek uit wat Mr. Beerman dienaangaande tot Ir. van Dis destijds opmerkte. Inderdaad, een vreemd soort christendom, dat zulks gedoogt. Al dit gescherm met het woord „christelijk" moet dan ook ten zeerste worden verfoeid. Het dient slechts als dekmantel voor allerlei onchristelijke praktijken.

Wij moeten echter voort. De regeringsverklaring vraagt vervolgens de aandacht voor de concrete programmapunten, waarvan wij ^^ vorige week er al enkele hebben vermeld. Thans volgen er nog enige. De Regering dan verklaart: Ie. Dat het in het voornemen ligt een vast college voor Europese aangelegenheden te vormen onder voorzitterschap van de ministerpresident.

ze, Dat de behandeling van de aangel^senheden betreffende bezitsvorming en P.B.O. zal overgaan van het ministerie van Algemene Zaken naar het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid. De Begering voegt er aan toe, dat zij met deze onderbrenging beoogt aan de zorg voor dit beleid een meer definitieve plaats te geven. Dit wijst er wel op, dat de Regering niet van plan is met de P.B.O. te breken. Zij beoogt daar veeleer nieuw leven in te blazen. 3e. Aangaande de internationale betrekkingen is de Regering van plan het beleid van het vorige kabinet voort te zetten:

a. Zij zal bijdragen aan de ontwikijeling van een internationale rechtsorde. Aan de rol, die de Verenigde Naties in dit opzicht kunnen vervullen, blijft de Regering grote v/aarde hechten. Ook dit kabinet blijkt dus, evenals het vorige, vertrouwen te hebben in de V.N., die tot nu toe niet veel anders deden dan het recht verkrachten (zelfbeschikkingsrecht Indische volkeren: Ambon, republiek Zuid Molukken, voormalig Ned. Nieuw-Guinea). b. Voorts wil zij „met ruimhartigheid" bijdragen leveren ten behoeve van onontwikkelde landen, waartegen de oudvoorzitter van de Kamer V. Koophandel te Rotterdam, Mr. Dr. V. d. Mandele, kortgeleden zo sterk heeft gewaarschuwd, zeggende: „Mensen, denkt toch eerst eens na. Gooit het geld maar niet zo over de boeg!.'" c.De Regering zal vervolgens in het kader van de eenwording van de vrije landen van Europa blijven aandringen op de handhaving van het open en democratisch karakter der Europese Gemeenschappen, zoals dit karakter in de Verdragen van Parijs en Rome tot uiting komt.

De Regering zegt vervolgens zich er van bewust te zijn, dat de taak, die zij aan de Europese Gemeenschappen toedenkt bij de eenwording van Europa en bij de verbetering van de onderlinge betrekkingen in de wereld, slechts vervuld zal kunnen worden wanneer de Gemeenschappen aan innerlijke kracht winnen. Zij zal dan ook alle aandacht blijven wijden aan de versterking van de supranationale instellingen en aan de verdere ontwikkeling van het gemeenschappelijke beleid, uiteraard met inachtneming van de algemene doeleinden, die zij zojuist noemde. Hieruit blijkt wel zeer overtuigend dat de Regering, de A.R. en C.H. ministers incluis, krachtig voorstandster is van de eenwording van Europa, en daarmede Rome al vaster in het zadel zet. d. Ten aanzien van Indonesië hecht de Regering grote waarde aan verdere ontwikkeling der onlangs herstelde betrekkingen met Indonesië. Zij vertrouwt dat de betrekkingen zich gunstig zullen ontwikkelen. We zullen er goed aan doen dit maar eens af te kijken. Indonesië zal wel gaarne veel, zelfs heel veel van Nederland willen hebben: leningen, goederen, levensmiddelen, maar of het in staat en bereid is te betalen, en voor het voorheen gestelene schadevergoeding te geven, hangt helemaal in de lucht.

Wat voorts het defensiebeleid betreft, dit blijft gericht op het leve­ ren van bijdragen aan het gezamenlijk verdedigingsapparaat van de NAVO en het voorzien in verdedigingsbehoeften. Voor de militairen bevat de Regeringsverklaring deze gunstige passage:

„Nu de proefneming met een nieuw aanvullingssysteem is geslaagd, zal dit systeem geleidelijk bij de Koninklijke Landmacht worden ingevoerd bij die eenheden, waarbij dit mogelijk is. Dit zal tot gevolg hebben dat voor de dienstplichtigen, ingedeeld bij de parate eenheden, de werkelijke diensttijd met één of twee maanden kan worden bekort. De Regering zal doen bezien of de grotere lichtingssterkte tengevolge van de na-oorlogse geboortegolf uitbreiding van dienstplicht faciliteiten (uitstel en vrijstelling) ten behoeve van urgente doeleinden mogelijk maakt".

Handelend over het sociaal-economisch beleid, stelt de Regering centraal de bevordering van een zo hoog mogelijk groeitempo van de economie, zowel om de economische positie te versterken, als met het oog op de optimale werkgelegenheid. Tevens verruimt dit, aldus de regeringsverklaring, het perspectief voor een vooruitstrevend sociaal beleid. Een bevredigend groeitempo is echter slechts mogelijk als de uit voermogelij kheden gunstig blijven om het betalingsbalans-evenwicht te handhaven. Hiermede wordt dus te kennen gegeven — zonder dit met deze woorden te zeggen — dat de Regering diep afhankelijk is. Afhankelijk van allerlei omstandigheden, die echter alle onder het Godsbestuur vallen. Inzake de loonvorming hoopt de Regering, dat het reeds ingevoerde nieuwe systeem van loonvorming zich op gunstige wijze zal ontplooien. Ook blijft zij het wenselijk achten het op stabilisatie van de prijzen gerichte beleid ten principale voort te zetten, zulks met het oog op de consumenten in het algemeen en de sociaal zwakkere groepen in het bijzonder. Wat voorts de wensen op sociaal terrein betreft, vervolgt de regeringsverklaring :

„Het met elkaar in overeenstemming brengen van wensen en beschikbare ruimte voltrekt zich voor een belangrijk gedeelte via de overheidsfinanciën. Het vorige kabinet heeft de grondslag gelegd voor een structureel begrotingsbeleid. Het nieuwe kabinet wil dit beleid voortzetten".

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 augustus 1963

De Banier | 8 Pagina's

De Regeringsverklaring

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 augustus 1963

De Banier | 8 Pagina's