Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de openbare vergadering der vaste commissie voor Buitenlandse Zaken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de openbare vergadering der vaste commissie voor Buitenlandse Zaken

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

PUNT 94. De ambassade b/f hef vaticaan

Het laatste punt van de begroting van Buitenlandse Zaken, waarover van de zijde van de S.G.P. in de openbare vergadering van bovengenoemde commissie opmerkingen werden gemaakt, had betrekking op de post ten behoeve van het gezantschap bij de paus, of zoals dat in de laatste jaren wordt genoemd: op de ambassade bij het Vaticaan. Ditmaai kon voor 't eerst tegen dit gezantschap iets worden aangevoerd, waartoe de stof geleverd was door een hooggeplaatst geestelijke der rooms-katholieke kerk, nl. mgr. Joachim Amman, O.S.B., abt van Münsterscharzach in Duitsland en titulair bisschop van Petneiiso. Deze prelaat heeft zich namelijk op de in december geschorste zitting van het tweede Vaticaanse Concilie zeer kras uitgelaten over de nuntiaturen, die het Vaticaan in de onderscheidene landen, ook in Afrika, heeft. Hij deed daarmede een geluid horen, wat wellicht uit die kringen nimmer vernomen is. Het rooms-katholieke dagblad „De Tijd/Maasbode" van 17 oktober 1963 schreef dan ook boven het verslag van die concilievergadering: Sensatie op het Concilie. Volgens dit blad toch sprak voornoemde abt het volgende:

Men zou zich de vraag kunnen stellen of de tijd niet gekomen is om alle pauselijke nuntiaturen £if te schaffen.

Vervolgens verklaart hij in naam van , een aantal missiebissdïoppeni dat de diplomatieke vertegenwoordigingen van de r.k. kerk alleen nog maar een , , eerbiedwaardige traditie" vormen, die het ware gezicht van de Icerk verbergt. De kerk verwordt volgens hem op die manier tot een politieke en burgerlijke maatschappij. Wanneer, zo ging de abt verder, een diplomatieke interventie nodig is, kan die altijd door middel van leken worden gedaan. Voorts voegde hij hieraan toe, dat hij nog altijd meer vertrouwen heeft in de Heilige Geest dan in de Vaticaanse diplomatie. En wat betreft een aantal andere taken van de nuntii, bijvoorbeeld het informeren van het Vaticaan over hetgeen in bepaalde landen gebeurt, deze opdracht zou men best aan de bisschoppenconferenties kunnen geven. Die kennen tenminste, aldus de abt, het land zelf, zijn cultuur en zijn taal. Zijn in bijzondere gevallen aparte maatregelen nodig, dan kan de „Heilige Stoel" altijd nog een speciale missie afvaardigen. Vervolgens zei hij:

„Bij katholieken en niet- katholieken wekt het instituut van de nuntii, internuntii en apostolische ddegaten de indruk, dat de kerk een politieke macht is als de staten".

Het verslag in „De Tijd/Maasbode" maakt er geen melding van, dat andere concilie-prelaten voornoemde abt, die Zwitser van geboorte en oudmissiebisschop is, bijgevallen zijn. In ieder geval heeft het concilie niet besloten het instituut der NUNTH of pauselijke gezanten af te schaffen. Dezen worden gehandhaafd, ja, zelfs wU het Vaticaan ook nog een nuntius gaan aanstellen bij de E.E.G.!

Desniettemin heeft voornoemde abt rake opmerkingen gemaakt. Opmerkingen, die ook van toepassing zijn op het accrediteren van gezanten bij het Vaticaan, waardoor dit een gebed werddlijk, politiek karakter krijgt. Hierop nu werd gewezen door'' de vertegenwoordiger der S.G.P. in de openbare vergadering van de vaste commissie voor buitenlandse zaken, waarbij tevens nog een paar andere punten werden aangesneden. Volgens de handelingen dezer openbare commissievergadering werd bij punt 94 het navolgende opgemerkt en door niinister Luns geantwoord. Van geen der aanwezige A.R. of C.H. Kamerleden werd enige bijval verkregen.

De heer Van Dis (S.G.P.): Het zal wd duidelijk zijn, datonzebezwarentegen de ambassade bij het Vaticaan onveranderd zijn blijven bestaan. De antirevolutionairen hebben ons nooit gesteund en de C.H. hebben ons na omstreeks 1950 in de steek gdaten, want als wij een amendement indienden, werd dat door hen niet meer ondersteund. Wij hebben thans echter van ongedachte zijde steun en bijval gekregen, namielijk van één der concilievaders, een abt uit Münster- Scharzach in Duitsland en titulairaartsbisschop van Petndiso in Italië, Ammann geheten. Hij sprak op het concilie mede namens een aantal missiebisschoppen en stelde voor, alle pauselijke nuntiaturen op te heffen. Hij zeide voorts: , , de diplomatieke vertegenwoordigingen van de Kerk verbergen het ware gezicht van de Kerk. De Kerk verwordt op die manier tot een politieke en burgerlijke maatschappij". Ik onüeen dit aan een verslag in het rooms-katholieke dagblad „de Tijd", waeirop wij dus wd kuimen afgaati. Ik ben het volkomen eens met wat hier wordt gezegd. Dat hebben wij altijd beweerd en dat gddt niet alleen voor nuntiaturen, maar ook voor de gezanten, die naar het Vaticaan worden gestuurd. Wanneer wij voorts de „Liste du Corps Diplomatique" nagaan, dan lezen wij daar niet: ambassade bij Vaticaanstad of bij het Vaticaan, maar ambassade bij de „Saint Siège". In hoofdstuk V van de begroting wordt ook gesproken over de, .Heilige Stod". In het oranje boekje, uitgaand van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waarin voorkomen de vertegenwoordigingen van het Koninkrijk der Nederlanden in het buitenland, wordt echter niet gesproken over de Heilige Steel, maai: over Vaticaanstad. De Minister zou er toch ook niet toe wUlen overgaan om bijvoorfa edd ten aanzien van Turkije, Perzië of Japan te spreken van de ambassadeur bij de Turkse Divan, de ambassadeur bij de Pauwentroon of de ambassadeur bij de Chrysantentroon. Waarom dan wel „Heilige Stoel"? Ik zou zeggen: maai daarvan in het Franse boekje , , Ville du Vatican" of , , Etat du Vatican", en laat ook in de begroting de uitdrukking „Heilige Stod" vervallen. Voorts zou ik de minister nog wUlen vragen, of hij het in overeenstemming met het beginsel van de scheiding van kerk en staat acht, dat een roomskatholieke geestdij ke met de ütd van bisschop, althans met de ütd van monseigneur — Damen is zijn naamoptreedt in kerkdijke aangelegenheden bij de Nederlandse ambassade bij het Vaticaan. Welke kerkelijke aangelegenheden betreft dit en van welk kerkgenootschap?

Minister Luns: Wanneer ik hoor wat een concilievader thans blijkbaar zou hebben gezegd, dan kan ik slechts antwoorden: quae tempora, quae mores. Ten aanzien van het verschU tussen Vaticaanstad en de Saint Siège merk ik op, dat men in de Franse taal Vaticaanstad Ie Saint Siège noemt en dat men geaccrediteerd is , , auprès du Saint Siège". Men zegt bij ons ook wd: ambassadeur extraordinaire etc. après de sa Majesté l'Empereur du Japon, terwijl men ook zegt: H. M. ambassadeur in Tokio of H.M. ambassadeur in Japan. Zodra een land zijn naam verandert, bij voorbedd Turkije, dat op het ogenblik een seculiere staat is geworden, wordt daarmede rekening gehouden. Tot voor een aantal jaren heette Iran Perzië en het zou denkbaar zijn, dat Iran weer Perzië gaat heten; dan noemen wij het weer Perzië. Ik gdoof niet, dat het een erg essentiële zaak is en dat zal de geachte afgevaardigde wellicht met mij eens zijn. Monsdgneur Damen, een rooms-katholieke geestdijke, is inderdaad adviseur voor kerkdijke aangdegenheden. H.M. ambassadeur bij het Vaticaan is toevaUig rooms-katholiek, maar hij kent toch dikwijls de kerkdijke zaken niet zo in detaU en hij heeft daarvoor dikwijls behoefte aan de adviezen van een kerkdijke adviseur, die hem over allerlei punten. die voor de Regering ook wd van bdang zijn en die met name samenhangen met het bestuur van de kerk, van advies kan dienen, b.v. wat precies de competenties zijn van de verschillende departementen, waaruit de curie bestaat, om maar iets te noemen, wdke betekenissen een zeker soort ceremoniën hebben, wdke waarde moet worden gehecht aan zekere uitspraken, etc, etc. Ik gdoof niet, dat men daartegen bezwaren kan aanvoeren. Dat deze aan de ambassade verbonden dilpomaat priester is van de Rooms-Katholieke Kerk, is mijns inziens geen onoverkomelijk bezwaar.

Het is te begrijpen, dat de vernietigende woorden van abt Joachim Ammann inzake de nuntii voor Minister Luns moeilijk te verteren waren. Indien hij er al mede akkoord mocht gaan, liet hij daarvan niets blijken. Hij volstond met te zeggen: zo tijden, zo zeden. Wat betreft zijn antwoord inzake de benaming „HeUige Stod", hierbij draaide minister Luns er maar omheen. Hij gaf geen antwoord op de vraag waarom men bij Iran of Perzië niet'spreekt van ambassadeur bij de „Pauwentroon" of bij Turkije van ambassadeur bij de „Turkse Divan" of bij Japan van ambassadeur bij de „Chrysantentroon".

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 maart 1964

De Banier | 8 Pagina's

Uit de openbare vergadering der vaste commissie voor Buitenlandse Zaken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 maart 1964

De Banier | 8 Pagina's