Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De publikatie van kardinaal Alfrink

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De publikatie van kardinaal Alfrink

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Herdoop wos niet nodig

De vorige keer wezen wij er reeds op, dat kardinaal Alfrink hd stilzwijgen verbroken hedt.

Zo men weet, werd bij het bekend v/orden van de overgang van prinses Irene naar de roomse kerk door het Moderamen van de Generale Synode der Ned. Herv. Kerk aan kardinaal Alfrink de vraag gesteld of de prinses al dan niet was overgedoopt. De kardinaed antwoordde daarop destijds, dat discretie en ambtsgeheim hem verhinderden om deze vraag te beantwoorden. Dit hidd dgenlijk al een toestemmend antwoord in, want als de prinses niet was overgedoopt, zou er toch geen enkd bezwaar voor de kardinaal geweest kunnen zijn om de vraag van het Moderamen md aUe nadruk ontkennend te beantwoorden.

BUjkbaeur golden voor hem de beletsden , , discretie en ambtsgeheim" na het bdtend worden van de datum van prinses Irene'shuweüjknietmeer, want op zaterdag 25 april jl. werd door hem, zoals werd opgemerkt, opening van zaken gedaan, nadat er vooraf langdurige besprekingen met hd Moderamen hadden plaatsgehad. Na vermdd te hebben, dat hij thans meende de vrijhdd te kurmen hebben bekendhdd te geven aan de omstandigheden waaronder op name van prinses Irene in de r.k. kerk heeft plaats gevonden, merkte de kardinaal het navolgende op:

„Gezien de beroering en de misverstanden, die op deze overgang zijn gevolgd, wü ik er allereerst op wijzen, dat mijn bemoeiingen, waartoe ik mij berdd verklaarde op verzoek van de Prinses md medeweten van haar koninklijke ouders, alleen betrekking hebben gehad op de uitdnddijke opname in de kerk. De wijze waarop deze kerkdijk is geschied, is een zaak geweest van mijn persoonlijke verantwoorddijkhdd".

Uit deze passage blijkt alzo, dat de Koningin en de de Prins op 3 januari 1964 reeds wisten, dat prinses Irene rooms-katholiek zou worden. Waarschijnlijk ziillen zij dit wd eerder geweten hebben^ doch we zullen ons maar houden aan genoemde datum. Hd is dan toch wd bevreemdend, dat dit zo lang geheim werd gehouden. De kardinaal dedt in het vervolg van zijn bekendmaking wd mede, dat het

„in de bedoeling lag de publicatie op korte termijn te doen plaats hebben",

maar bijna een maand nadien, namehjk op 29 januari, was ons volk noch van de zijde van het Hof of van de Regering, noch van die van de kardinaal van de overgang van de Prinses mededeling gedaan. Deze overgang werd toen in Nederland bekend gemaakt doordat een fotograaf het bewijs ervan aan het licht bracht. Eerst toen kwam van het particulier secretariaat van prinses Irene de officiële rriededeling, dat zij in 1963 daartoe besloten had, gevolgd door de mededehng van de particulier secretaris van H.M. de Koningin, dat de Koningin en de Prins gehed achter de vrije keuze voor hun kinderen stonden en dus de keuze van prinses Irëhe voUedig respecteerden.

Over deze gehdmhouding rees onder ons volk toen diepe verontwaardiging. Telefonisch werd ons door een doctor in de letteren, geen lid der S.G.P., die dit verzwijgen niet verwerken kon, meegedeeld, dat hij er voor was een actie op touw te zetten, waarin op allen die een koninklijke onderscheiding hebben, een beroep zou worden gedaan om deze aan Hare Majesteit terug te zenden. Dit ene voorbeeld van verontwaardiging over het verzwijgen van zulk een diep-ingrijpende gebeurtenis in het Koninklijk Huis, welk voorbedd zeer zeker niet alleen staat, bewijst wd hoe zeer het vertrouwen geschokt was en dat terecht. De kardinaal merkte wd op, dat het in de bedoeling lag op korte termijn pubUcatie te doen plaats hebben, maar hoe lang zou dit nog hebben geduurd indien die Spaanse fotograaf de overgang niet aan het ücht had gebracht?

Verontwaardiging werd al evenzeer verwekt bij hetModeramenvandeGe- nerale Synode der Ned. Herv. Kerk. Ook al zeer begrijpelijk. Prinses Irene was destijds in Londen gedoopt en was lid van de Hervormde Kerk. Heel kort voordat zij in Spanje betrapt werd op het gebruiken van de communie, bevond zij zich nog aan het H. Avondmaal in de Ned. Herv. Kerk te Baarn. Toch was de desbetreffende instantie der Ned. Herv. Kerk er onkundig van, dat de prinses reeds in 1963 had besloten rooms te worden.

Ook de opname in de r.k. kerk op 3 januari werd voor deze instantie geheim gehouden. Toen het Moderamen aan de kardinaal vroeg of de Prinses was overgedoopt, bleef hij het antwoord schuldig. Dit antwoord heeft hij dan nu gegeven, maar desalniettemin wordt door hem niet toegegeven, dat die geheimhouding in strijd was met de waardigheid van de Prinses en van de kerk, waartoe zij behoorde. Woordelijk zegt de kardinaal dienaangaande in zijn pubhcatie:

Met betrekking tot mijn beslissing ben ik nochtans van oordeel, dat onder deze bijzondere omstandigheden bezwaarlijk kan worden gesproken van een strijd met de waardigheid van haar, die hierbij direct betrokken was en van de kerk, waartoe zij behoorde. Voorts betreur ik, dat de mogelijkheid van verdere consequenties — gegeven de situatie — mijnerzijds niet meer aandacht heeft kunnen vinden.

Vervolgens beriep de kardinaal zich op het ontbreken van de zekerheid of destijds de doop aan de prinses wel juist was toegediend. Hij deed dit in de volgende bewoordingen:

„Met betrekking tot de tweede vraag moge ik stellen, dat ik door een ongelukkige samenloop van omstandigheden — met name door de onverwachte afwezigheid van getuigen — op het ogenblik van opname (3 ja­ nuari 1964, te Rome) niet beschikte over gegevens aangaande de wijze waarop de doop destijds was toegediend, terwijl anderzijds uitstel van de plechtigheid onuitvoerbaar leek. Dit is de reden geweest, dat ik mij in geweten verplicht achtte de opname in de kerk te doen geschieden door de positieve belijdenis van het geloof, verbonden met een voorwaardelijk toegediende doop".

Hierin erkent de kardinaal dus, dat prinses Irene is overgedoopt. Dat uitstel onuitvoerbaar was wU er bij ons echter niet in. In 1963 was het besluit reeds gevallen om over te gaan naar de r.k. kerk. Vóór de belijdenis en de herdoop op 3 januari zal de kardinaal toch wel niet onkundig zijn geweest van het voornemen van de Prinses. Er had dus een onderzoek te Londen kunnen hebben plaats gehad. In ieder geval had de kardinaal pertinent moeten weigeren tot herdoop over te gaan voor en aleer hij zich er van had vergewist of de doop destijds op de juiste wijze, dus in de naam van de Vader, de Zoon en de HeUigé Geest had plaats gehad. Eerst nadat het Moderamen aangaande deze aangelegenheid opheldering had gevraagd, is de kardinaal er toe overgegaan te doen wat hij eerder had moeten doen. Daarbij was hem gebleken, dat het overdopen niet nodig was geweest. Hij merkte hieromtrent op:

, , Ik stel er overigens prijs op te verklaren, dat indien ik met bdrekking tot de doop, die in 1940 plaats vond, over de gegevens had kunnen beschikken, die mij thans zijn verstrekt, geen voorwaardelijke doop had behoeven te geschieden".

Het overdopen van prinses Irene was derhalve geheel niet nodig geweest. Het is te begrijpen, dat velen van ons volk, ook onder de predikanten, door de door kardinaal Alfrink gegeven opening van zaken allerminst bevre-, digd zijn en heel die herdoop blijven zien als een opzettelijke handeling.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 1964

De Banier | 8 Pagina's

De publikatie van kardinaal Alfrink

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 1964

De Banier | 8 Pagina's