Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

CALVIJN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CALVIJN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

1564 - 27 mei - 1964

Hoewel Calvijn bij zijn terugkeer in Geneve in 1541 was toegezegd, dat de Raad zich niet zou mengen in de aangelegenheden der kerk, en daarmede aan de door Calvijn gestelde voorwaarde had voldaan, werden hem ten aanzien hiervan in de tweede periode van zijn verblijf te Geneve nog heel wat moeiUjkheden in de w^ gelegd. Deze moeilijkheden kwamen van de kant der Ubertijnen, die in de loop der jaren een voortdurend sterkere positie hadden gekregen, zó zeUs, dat zij bij de verkiezingen van 1547 in de Grote Raad, die twee honderd leden telde, reeds zoveel zetels hadden verworven, dat zij met de aanhangers van Calvijn ongeveer ge­ Ujk stonden, waardoor Calvijns positie tameUjk kritiek werd. Eén der voornaamste leiders der Ubertijnen was Ami Perrin, die voorheen tot de vurigste aanhangers van Calvijn en Farel had behoord. Hij maakte zelfs deel uit van de commissie, die in 1541 naar Straatsburg werd gezonden om Calvijn dringend te verzoeken, naar Geneve te willen terugkeren. Later kwam echter aan het Ucht, dat Perrin niet de ware broeder was, want van een vriend van Calvijn veranderde hij in één zijner grootste vijanden. De aanleidende oorzaak hiervan lag in de omstandigheid, dat Perrins naaste famiUeleden in confUct waren gekomen met Calvijn en de andere predikanten. Zo was Perrins schoonvader, Francois Favre, die uit een oude, aanzienUjke famiüe stamde, wegens onzedeUjk gedrag de toegang tot het Heilig Avondmaal ontzegd. Perrins zwager was tot acht dagen gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij bij de inzegening van zijn huweUjk inplaats van op de hem gestelde vragen te antwoorden, spottend met het hoofd had geschud. Voorts had Perrins eigen vrouw in 1546 van de kerkeraad een berisping gekregen, omdat zij deelgenomen had aan het dansen op een bruiloft. Bij die gelegenheid had zij zich tegenover Calvijn in hevige mate opgewonden, maar Calvijn was daarvoor niet opzij gegaan. Hij voegde haar toe, dat ze een nieuwe stad zou moeten stichten, waarin ze kon leven zoals zij wilde, wanneer zij zich in Geneve niet onder het juk van Christuè~Tvilde buigen. Hij voegde er aan toe, dat zij zolang zij in Geneve woonde, zich slechts aan de wet te onderwerpen had, want al waren er in de familie Favre evenveel kronen als opgewonden hoofden, dit niet verhinderde, dat de Heere nog hoger staat.

In plaats nu van Calvijn bij te vallen en zich aan Gods Woord en de wetten van Geneve te onderwerpen, werd Perrin één van Calvijns felste tegenstanders. Met zijn geestverwanten stelde hij aUes in het werk om Calvijn voor de tweede maal uit Geneve verbannen te krijgen, wat hem echter nooit is gelukt. Eén der voornaamste strijdpunten was de kwestie van de vrijheid en het recht der kerk tot zeUstandige tuchtoefening en excommunicatie. Herhaaldelijk had Calvijn in verband met deze kwestie aanvallen te verduren. Men greep zelfs de bestrijding van Bolsec met betrekking tot de leer der predestinatie, waarover wij de vorige maal reeds één en ander hebben meegedeeld, aan om Calvijn in zijn vrijheid van prediken te beknot- ten. Calvijn had namelijk Bolsecs aanval niet onbeantwoord gelaten. In een brief aan de predikanten van Zurich bestreed hij de valse voorstelling, welke door Bolsec van voornoemde leer gegeven werd en verdedigde hij de schriftuurlijke leer, zoals die door hem te Geneve werd gepredikt en waarin het geloof werd voorgesteld als een vrucht van de eeuwige verkiezing, en dus niet andersom, zoals Bolsec deed. Deze verhandeling van Calvijn werd door de vijanden aangegrepen om hem het prediken over dit onderwerp door de Raad te doen verbieden, wat vanzelfsprekend voor Calvijn uitermate onaangenaam was. Toen zijn oude vrienden Farel en Viret hiervan kennis kregen, stelden zij alles in 't werk om dit verbod ongedaan gemaakt te krijgen, wat hun gelukte, zodat Calvijn de vrijheid van prediking behield.

Een andere kwestie, die tot grote spanningen aanleiding gaf, betrof het recht van toelating tot en wering van het Heilig Avondmaal. Calvijn stond er op, dat niet de overheid, maar de kerk, en haar alleen, dit recht toekwam. De libertijnen echter wilden, dat niet de kerk maar de overheid in deze te beschikken had. Toen dan ook één der medestanders van Perrin, namelijk Berthelier, door het consistorie wegens openbare dronkenschap de to^ang tot het Heilig Avondmaal was ontzegd, maakte de stadsraad dit besluit na circa 1 1/2 jaar, juist toen het proces-Servet aan de orde was, ongedcian en werd van de kerkeraad geëist, dat Berthelier weer zou toegelaten worden.

Calvijn weigerde echter aan deze eis te voldoen. Hij wist te bewerken, dat er des zaterdagsmorgens een Raadsvergadering werd belegd. Deze vergadering stond niet onder de leiding van een geestverwant van Calvijn, maar onder die van zijn felle tegenstander Perrin. Hoe krachtig Calvijn in die vergadering optrad, het baatte hem niet. De Raad bleef bij zijn eis, zodat Calvijn hier de nederlaag leed. Dit was echter slechts schijnbaar, want nader bleek, dat de Raad aan het wankelen was gebracht en Berthelier in het geheim een wenk had laten geven om hem van deelneming aan het H.Avondmaal te doen afhouden. Des zondags besteeg Calvijn de kansel. Een grote schare, waaronder de leden van de Raad, vulde het kerkgebouw. Vóór de bediening sprak hij de volgende woorden:

, , Wat mij betreft, als iemand zich zou willen indringen aan deze dis, wie het door het consistorium verboden is, dan voorzeker zal ik mij, al kost het mijn leven, tonen zoals mijn plicht gebiedt. Ik zal mij liever la­ ten doden dan met deze hand de heUigheden des Heeren te reiken aan geoordeelde versmaders".

Vol spanning wachtten de aanwezigen op wat er zou gaan gebeuren.

Allen beseften, dat hier verdragende beslissingen op het spel stonden. Wie echter tot de tafel des Heeren toetrad, Berthelier liet zich niet zien. Des middags hield Calvijn weer een preek, waarin hij dreigde met te zullen vertrekken als men hem niet toestond om te handelen naar de inspraak van zijn geweten.

De Raad gaf hieraan nog maar niet direkt gevolg. Hij besloot aan de kerkeraad het excommunicatierecht te ontnemen en liet aan de predikanten op hoge toon weten, dat het hun niet betaamde te spreken als zij deden, terwijl aan Calvijn te verstaan werd gegeven, dat hij maar had te preken en zijn ambt te vervullen.

Er kwam echter voor Calvijn en allen die hem aanhingen, een gunstige wending. Ten eerste geraakten de libertijnen door het proces van Servet bij velen onder het volk in discrediet, terwijl Calvijns aanzien er doorsteeg. Ten tweede hadden velen, die om des geloofs wil Frankrijk ontvlucht waren, een toevlucht gevonden in Geneve. Deze aanwas der bevolking bleef niet zonder uitwerking op de verkiezingen, die in 1555 plaats vonden. Het gevolg was, dat de libertijnen een gevoelige nederlaag leden, waardoor de toestand zich ten gunste van Calvijn en de zijnen wijzigde. Niet alleen stonden nu de vier nieuw gekozen burgemeesters aan de zijdevan Calvijn, maar ook de meerderheid van de grote Raad. Hiermede was het strijdpunt in zake het recht van de kerkeraad beslecht. Deze behield het recht van toelating tot en afhouding van het Heilig Avondmaal.

Dat de oppositie over deze gang van zaken woedend was, laat zich denken. Onder aanvoering van Perrin en Berthelier werden er zelfs volksdemonstraties op touw gezet, waarbij luide klachten werden geuit over het toelaten van de Franse vreemdelingen, die het , , schuim van Europa" werden genoemd en door Calvijn werden gebruikt om Geneve onder de overheersing van Frankrijk te brengen. Zelfs met moord op de Fransen werd gedreigd, maar de gehele toeleg mislukte. Na een kort proces werden vier oproermakers terechtgesteld, terwijl de aanstokers Perrin, Berthelier en diens oom Pierre Vandel op de vlucht sloegen.

Door 's Heeren hand mocht Calvijn alzo de overwinning over zijn vijanden behalen. Na veertien jaren van zware strijd waren kerk en stad van Geneve gebracht onder de tucht van Gods Woord!

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 1964

De Banier | 8 Pagina's

CALVIJN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 1964

De Banier | 8 Pagina's