Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En hierin oefen ik mijzelf, om altijd een onergerlijk geweten te hebben bij God en de mensen. Hand. 24: 16.

Paulus werd fel aangevallen en beschuldigd door Tertullus, de gladde advokaat in dienst van het vijandige Sanhedrin, toen hij stond voor Felix, de Romein.

Maar hij ontving de kracht om zich tegen de laster zijner vijanden te verdedigen. Hij deed dat zelfs op een buitengewone wijze, zodat de vijanden zelfs niet één werkelijk bewijs meer vermochten te leveren.

Wat? Paulus een oproerling van groot, zelfs internationaal formaat? Geen sprake van, Paulus ging van de verdediging zelfs over tot de aanval, en dat vermocht hij te doen, omdat hij een vrij geweten had in datgene, waarvan hij zo fel beschuldigd werd. Hij mocht zich er op beroepen, dat hij zich oefende om altijd een onergerlijke consciëntie te hebben voor God en mensen.

Maar is er wel ooit één mens gewest, die een vrije consciëntie voor God, de Heilige en Rechtvaardige kon hebben? Van nature is de consciëntie immers bezwaard met zonde en ongerechtigheid, waar zij is als een stadhouder Gods met een zuiver en bülijk oordeel, als richter en beoordeier, beschuldigend van zonden, zo wel verborgen als openbare?

Zelfs de heidenen, die nimmer iets van het Woord Gods vernomen hebben, wordt alle onschuld benomen, vanwege hun consciëntie.

Van nature heeft de mens een bevlekte consciëntie, die onzuiver werkt. Paulus spreekt zelfs van mensen, wier geweten als met een brandijzer is toegeschroeid door verleidende geesten en leringen der duivelen, 1 Tim. 4: 2. Zo hadden de broeders van Jozef, toen zij in Egypte door Jozef op de proef gesteld werden, een wro^ing in de consciëntie. Gen. 42: 21, „Toen zeiden zij de één tot de ander: Voorwaar wij zijn schuldig aan onze broeder wiens benauwdheid der ziel wij zagen, toen hij ons om genade bad, maar wij hoorden niet, daarom komt deze benauwdheid over ons". Velen hebben in de loop der tijden hun geweten op de mond geslagen, totdat het ten slotte ging zwijgen. Door heersende verdorvenheden en geestelijke blindheid viel menigeen onder het oordeel der verharding. Anderen hebben een open consciëntie, hoewel dat nog geen bewijs is van zaligmakende * genade, hoewel het toch beter is dan dat de spraak van het geweten verstomd is. Wd is grote voorzichtigheid nodig

om consciëntie-overtuigingen niet voor ware zaligmakende werking des Heüigen Geestes te gaan houden. Velen hebben met algemene overtuigingen zichzelf willen redden md een beschouwende kennis van Christus, Die nimmer in hun hart geopenbaard werd door de Heilige Geest.

Zulken worden in eigen oog een bekeerd mens, zonder een staatsverwisseling, welke nodig is om uit dedoodstaat overgezet te worden Ln de staat des geestelijken levens.

Het is echter zo gelegen, dat er, waar nog algemene overtuigingen zijn, nog een mogelijkheid is om bekeerd te worden.

Paulus had een goed geweten en dat was zijn steun en sterkte. Hij mocht door genade met God verzoend zijn, en zijn consciëntie was gereinigd van de zonde door het bloed en de Geest van Jezus Christus. Vanzelf had hij, gelijk als al Gods kinderen, telkens opnieuw die reiniging nodig, maar toch kon hij zijn heftige t^enstanders eerlijk en vrij in de ogen zien. Het was bij Paulus praktische beleving, wat hij later aan Timotheüs schreef: „Maar Tiet einde des gebods is liefde uit een rein hart en uit een goed geweten en uit een ongeveinsd geloof." En de liefde is lankmoedig, zij is goedertieren, zij is niet afgunstig, zij handelt niet lichtvaardig, zij is niet opgeblazen De liefde is de vervulling der wet, zij gunt God de eer en de naaste de zaligheid in de rechte weg Gods. Hët geloof reinigt het hart van dode werken om de levende God te dienen en daar had Paulus kennis aan, alsmede aan de ware vernedering des harten en dat deed hem vrij staan in de bewustheid der vergevende liefde Gods in Christus. Zijn geweten werd niet meer verontrust door de vloek van de wet. Neen, de Heilige Geest had de vrijspraak des Vaders, als de hoogste en rechtvaardige Rechter in zijn ziel afgekondigd en verzegeld. En wie zal dan beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods?

De Heere is de Kenner der harten en Hij kent degenen, die Zijnen zijn. Maar Hij wordt tevens ook van de Zijnen gekend, met een bovennatuurlijke, geestelijke kennis.

Paulus achtte het een grote weldaad, een onergerlijk geweten te hebben bij God en mensen. Daarom oefende hij ziidizelf daarin met ernst en volharding, om zulks te behouden, met hoop op God, dat er een opstanding der doden wezen zal, beide der rechtvaardigen en der onrechtvaardigen. Wat wil dat nu zeggen, dat hij zichzelf daarin gedurig oefende, om altijd een onergerlijk geweten te hebben voor God en mensen?

Het bestond niet in een wettische ijver om zichzelf te bewaren voor de zonde door strenge onderhouding van de wet. Daar had hij ingeleefd, ' oór zijn bekering op de weg naar Damaskus. Hij had geleerd dat al zijn gerechtigheden voor God niet anders waren dan blinkende zonden. Hij was. door de wet aan de wet gestorven, opdat hij Gode leven zou. Hij was van al zijn wettische gronden afgesneden. Hij had de grond van zaligheid gevonden buiten zichzelf in de eeuwig geldende offerande van Jezus Christus. Dat was ook de hoofdinhoud van zijn prediking geweest. Hij wenste niet anders te weten dan Jezus Christus en Die gekruist.

Werkendam.

Ds. Chr. van Dam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1964

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1964

De Banier | 8 Pagina's