Het College van Burgemeester en Wethouders
Na de vorige maal te hebben stilgestaan bij de oorsprong en de samenstelling van het college van Burgemeester en Wethouders, zullen wij het thans hebben over de werkwijze, om dan in een slotartikel stil te staan bij de taak van dit college.
De werkwijze van B. en W.
Voor een kleine gemeente is die werkwijze heel wat eenvoudiger dan in een grote gemeente. In een kleine gemeente worden alle zaken door het college in zijn geheel verricht. Zulks in tegenstelhng met een grote gemeente, waar in verband met de omvang, uiteraard een taakverdeling onmisbaar is. Toch is een taakverdeling in geringere mate voor een kleine gemeente wellicht ook dienstig. Het geval kan zich voordoen, dat een wethouder in verband met zijn beroep zich beter kan oriënteren op het gebied van de openbare werken dan de overige leden van het college. Bedoelde wethouder zal ongetwijfeld in het college veel goed werk kunnen doen omdat hij wat meer inzicht heeft «1 wat meer terzake kundig is op dit gebied.
Overigens dient men aan het wethoudersschap voor zichzelf hoge eisen te stellen. Men wachte zich er dan ook voor zich te gemakkelijk te laten verkiezen, bijvoorbeeld uit een innerlijke drang naar een zeker aanzien in de gemeente of te wel voor een gemakkelijke bijverdienste.
Gaat men toch de taak waarvoor men komt te staan eens goed bezien —nog afgezien van principiële te verwachten moeilijkheden — dan dient men toch wel wat schuchter te staan tegenover deze taak.
Wethouder zijn betekent nameUjk niet om eens eenmaal in de week een vergadering bij te wonen. Men kan het wel zo zijn, want dan gaat men naar de vergadering, men krijgt de inhoud van wat stukken in korte trekken door de Burgemeester voorgeschoteld. Deze geeft er eventueel nog een toelichting op en dan, ja dan moet er maar ineens een beshssing genomen worden.
Het is begrijpehjk dat men zich dan later misschien toch wel eens afvraagt: hoe zit dat nu eigenlijk precies, of hoe was dat! De beslissing is dan echter genomen en een goed beleid laat in feite niet toe dat men herhaalde malen op zijn beslissing terugkomt. Daarom is het zeer goed dat de wethouders vóór de B & W vergadering de stukken reeds gelezen hebben, zodat zij enigszins op de hoogte zijn van de inhoud daarvan. Er zijn ook wel gemeenten waar de wethouders vóór de vergadering alle stukken doornemen zodat het voorlezen in de vergadering tot een minimum beperkt kan worden, hetgeen veel tijdwinst geeft. Het is zeer belangrijk dat de wethouders zich ook een eigen oordeel vormen omtrent alle gemeenteUjke zaken of omtrent alle zaken die in een vergadering aan de orde komen. Men dient niet uit het oog te verliezen, dat een burgemeester hele dagen bezig is met de gemeente- lijke zaken, terwijl de burgemeester, indien de verhoudingen goed liggen in een gemeente, deze zaken ook aUemaal heeft doorgesproken met de secretaris die ook de B & W-vergaderingen bijwoont. Is men dan als wethouder maar half en half op de hoogte van de zaken, dan schuilt er toch altijd gevaar in het nemen van de beslissing tijdens dè vergaderingen, omdat men zich gemakkelijk voegt naar de inzichten van deze twee „ingewijden". Als de verhoudingen ook tussen de wethouders enerzijds en tussen de burgemeester en secretaris anderzijds goed liggen, is dat wellicht niet gevaarlijk, maar het kan ook anders zijn. Bovendien kan het voorkomen dat de aandacht van de burgemeester voor een bepaalde zaak verslapt, of althans dat hij daar geen voldoende belangstelling voor heeft. Ook dan die nen de wethouders daarop te wijzen en eventueel te herinneren aan de uitvoering van genomen besluiten. Doet men dit niet, dan komt men als wethouder te staan in de schaduw van de burgemeester, en het gevolg daarvan is, dat een gemeentebestuur niet attent is en ten achter komt. Vergeet daarbij niet dat bijvoorbeeld een periode van 4 jaar achterstand niet in enkele jaren is ingehaald! De nadeUge gevolgen daarvan vergen vele jaren om deze periode uit te wissen. Om dan nog maar niet van de eventuele nadelige financiële gevolgen te spreken! Denk daarbij maar aan de prijsverhogingen op allerlei gebied. Artikel 209 der gemeentewet noemt een aantal taken, die aan burgemeester en wethouders zijn opgedragen en de behoren tot het dageüjks bestuur der gemeente.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 november 1964
De Banier | 8 Pagina's