Het tractaat der relikwieen
Zeer nuttige aankondiging van het grote profijt, dat de Christenheid weer zal hebben, als zij zich ontdoet van alle heilige en religieuze voorwerpen, welke zich bevinden zowel in Italië als in Frankrijk, Duitsland en Spanje en andere koninkrijken en landen, door
JOHANNES CALVIJN
1.
Augustinus, die zich inzijnboek, , Van het werk der monniken" ernstig beklaagt over zekere kunstermiakers, die de markten bezoeken, en die reeds in zijn tijd een oneerlijke en gemene handel dreven met rondgevente reli kwieën van martelaars, voegt daaraan toe: , , En dan rest bovendien nog de vraag of het relikwieën van martelaars zijn!"
Door dit woord deed hij uitkomen, dat hij vanaf dat ogenblik zich bewust was van de vervalsingen en bedriegerijen, welke hierin bestonden, dat men het eenvoudige volk liet geloven, dat van her en der verzamelde beenderen, de beenderen van heiligen waren. Waar de oorsprong van dit bedrog zo oud is, staat het buiten twijfel of het is reeds lange tijd gepleegd geworden; de wereld, die sedertdien grotelijks is verdorven, en steeds dieper gezonken, is tenslotte ook rijp geworden voor uitersten, zoals wij zullen aantonen.
Het eerste kwaad nu, dat ook de wortel van al het andere is geweest, was, dat de wereld, in plaats van Jezus Christus te zoeken in Zijn Woord, in Zijn sakramenten, in Zijn geestelijke genadegaven, zich naar haar gewoonte, heeft vermaakt met gewaden en lappen, en zodoende, de hoofdzaak heeft verlaten, om het bijkomstige te volgen. Schijnbaar had zij haar apostelen, martelaars' en andere heiUgen; maar in plaats van hun werken heeft zij al haar krachten gewijd aan het beschouwen en als schatten vereren van hun beenderen, mantels, gordels, mutsen en andere rommel.
Ik weet wel, dat het enige schijn van en gelijkenis met devotie en toewijding heeft, als men voorgeeft, dat men de relikwieën van Jezus Christus aanbidt, ter oorzake van de eer, welke men Hem brengen wil, en ook, om Hem, gelijk ook de heiligen, beter in herinnering te houden, maar men moet acht geven op wat Paulüs zegt, dat alle godsdienst, voortspruitende uit menselijke overweging, hoe schone schijn hij ook vertoont, niets dan ij delheid en dwaasheid is, als hij geen an dere grondslag heeft dan dat hij ons behaagt.
Bovendien moet men het voordeel, dat daaruit kan ontstaan, afwegen tegen het nadeel, en dan zal men bevinden, dat het van weinig nut, geheel overbodig en grote beuzelarij is, om er zulke relikwieënkasten op na te houden.
Integendeel, het is heel moeilijk, zo niet onmogelijk, om te verhoeden, dat men dan langzamerhand afzakt naar afgoderij, want men kan niet nalaten ze te beschouwen en in handen te nemen, zonder ze te vereren. En dit doende, is er geen middel om te verhoeden dat men ze de eer toebrengt, welke Jezus Christus toekomt. Om kort te gaan: de kwade begeerte om relikwieën te bezitten, is om zo te zeggen nooit zonder bijgeloof, en wat erger is, zij is de moeder der afgoderij, die haar gewoonlijk vergezelt.
Iedereen stemt toe, dat de Heere het lichaam van Mozes verborgen heeft, uit vrees dat het voUc van Israël het tot aanbidding zou misbruiken. Nu, men kan gerust hetgeen met één heilige zou geschied zijn, uitstrekken tot aide anderen, omdat er dezelfde beweegreden aan ten grondslag ligt. De heiligen nu daarlatend, hebben wij te bedenken wat Paulus heeft gezegd van Jezus Christus zelf. Hij betuigt toch, dat men Hem niet meer naar het vlees zal kennen na Zijn opstanding, en geeft ons in die woorden de raad, dat alles wat vleselijk is aan Jezus Christus, teruggesteld en vergeten worde, opdat al onze inspanning er op gericht wordt, Hem te zoeken en te bezitten naar de geest. Wat is het dan anders dan een valse dekmantel van onze dwaze, op niets steunende begeerte te verbergen, als wij het een goede zaak noemen, dat men enig herinneringsstuk van Hem en van de heiligen bezit?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 augustus 1965
De Banier | 10 Pagina's