De Bartholomëusnacht of de Parijse Bloedbruiloft
24 augustus 1572
Hd zag er voor de Franse hervormden. Hugenoten genaamd, in 15 70 bij de vrede van St Germain zeer gunstig uit. Deze vrede toch maakte een einde aan de godsdienstoorlogen, terwijl de vredesvoorwaarden voor hen een grote verbetering bdekenden. Zij kregen namdijk hd recht van vrije uitorfening van hun godsdienst ophetplatteland en in twee steden per provincie, md uitzondering van Parijs. Voorts kwam een viertal vestingen in hun bezit, waaronder hd gewichtvoUe La Rochdle, en bovendien kregen zij het recht om aUe staatsambten te mogen bekleden
Deze zo uiterst gunstige voorwaarden hadden de Hugenoten nid behoeven af te dwingen, neen, het waren naar hd scheen, uiterst vriendschappeüjke concession van de roomsepartij. Door hd hof werden voorts de vooraanstaande Hugenoten, zoals admiraal Coligny, prins de Condé en anderen, allervoorkomendst behanddd, zodat hd er alles van weg had, dat menvan die zijde niets liever wenste dan aan te sturen op een duurzame verzoening. Wddra zou echter blijken, dat al dit betuigen van vrienddijkheid en voorkomendheid maar schijn was!
Innerlijk was men tegenover de Hugenoten nog volop met haatbezd. Daarom wilde men het nu over een andere boeg gaan gooien. Op hd slagvdd had men ze nid ten onder kunnenbren- gen, thans zou men list en verraad te baat gaan nemen om het door Rome zo zeer gehate protestantisme uit te
roeien. Daartoe werd van de zijde van het hof, waar Catharina de Médicis, moeder van de jonge Karel IX, de scepter zwaaide, voorgesteld, dat de jonge koning van Navarre, die door zijn moeder Jeanne d'Albret in de protestantse godsdienst was opgevoed, in het huwelijk zou treden met Margare-Üia van Valois, zuster van koning Karel IX. Om alle argwaan, die bij de Hugenoten nog mocht bestaan, algeheel weg te nemen, werd tevens voorgesteld, dat men met troepen onder leiding van De Coligny, de Prins van Oranje van de Nederlanden in zijn strijd tegen Filips II te hulp zou ko
men. Door middel van boden werden de koningin van Navarre, Jeanne d' Albret, haar zoon, alsmede de voornaamsten der Hugenoten met deze voorstellen in kennis gebracht. Ter nadere bespreking begaf Coligny zich daarna naar Blois, alwaar het hof zich destijds bevond. De admiraal werd daar door de koning zeer hartelijk ontvangen. Hij rees van zijn zetel op, omhelsde Coligny en begroette hem zelfs met de naam van vader, hem toevoegend, dat dit voor hem de gelukkigste dag van zijn leven was. Hoe meer Coligny de koning leerde kennen, hoe meer vertrouwen hij in hem ging steUen. Karel EX van zijn kant bleek ook zeer op hem gesteld te zijn, daar hij Coligny's gezelschap en raadgevingen op hoge prijs bleek te stellen. Zo sterk vid Kards gehechthdd aan Coligny zelfs op, dat meer dan één door de vrees werd bevangen, dat de koning zelf voor de „ketterij"
zou worden ingewonnen. Door dit gunstige verloop van zaken werd Coligny dan ook al vrij spoedig een warme voorstander van het door het hof voorgestdde huwdijk tussen Hendrik van Navarre en de dochter van Catharina de Médicis. Ja, hij stdde ook alles in hd werk om de koningin van Navarre van haar weerzin tegen dit huwelijk af te brengen enmd hem naar Parijs te gaan om aan de koii, iigin-moeder en de koning tewor-
-den voorgestdd. Inderdaad lid de koningin van Navarre zich daartoetenslotteoverhalen. In maart 1572 kwam zij te Parijs aan. Het duurde echter nid lang of zij werd ziek, om reeds na enlide dagen het tijdelijke met het eeuwige te verwisselen. Vde Hugenoten kwam dit reeds zeer verdacht voor. Degedachteaanvergiftiging liet hen niet los, zodat het wantrouwen tegenover de koningin-moeder opnieuw voedsd kreeg.
• Wie vóór het huwdijk was, de toenmaals te Rome zetdende paus Pius V nid. Als een verwoed tegenstander van hd protestantisme beschouwde hij hd als de hem van Godswege opgedragen taak om de dusgenoemde „ketterij" finaal uit te roeien. Gedurig zon hij op middden om dit dod te bereiken. Hij ondersteunde daartoe de koning van Frankrijk md gdd en soldaten in de oorlog tegen de Hugenoten, entdkens werd uit hd Vaticaan aan koningen en bisschoppen het bevd uitgevaardigd om de ketters md het zwaard te verddgen.. Kon dit nid door ze in hd open vdd te verslaan, dan moest men hen langs geheime wegen uit de weg zien te ruimen. In dit licht bezien is de zo plotsdinge dood van de koningin van Navarre inderdaad wel zeer verdacht. En dat temeer omdat zich toen meer geheimzinnige sterfgevallen voordeden. Zo was een broer van Coligiiy in 1569 te Saintes aan een geheimzinnige ziekte overleden, die men onwillekeurig in verband bracht md hd woord van een vertrouwde vriend van Catharina de Médicis, namelijk dit: „De oorlog zal nid door soldaten, maar door koks (dit is door vergif) worden beëindigd". Een tweede broer van Coligny, kardinaal Odet de ChatiUon, die in 1561 tot hd protestantisme was overgegaan en desw^e door de paus gevlodct was, werd al eveneens vergiftigd en wd door zijn dgen daartoe omgékochtebedienden, op zijn terugreis van Engdand naar Frankrijk.
Hd laat zich dus indenken, dat paus Pius V zich hdemaal niet md een huwelijk tussen de protestantse Hendrik van Navarre en de rooms-katholieke Margaretha van Valois verenigen kon en dat hij wdgerde om er zijn goedkeuring aan te hechten. Hij noemde zulk een echtverbintenis een vereniging van de duisternis met het licht, van Bdial met Christus. Door middd van zijn gezant te Parijs lid hij dan ook tegenover koning Kard IX zijn scherpe afkeuring er over bekend maken. De koning gaf deze gezant echter de verzekering, dat hem geen ander middd overblerf om zich op zijn vijanden te wreken dan dit huwdijk, enverzodit hem de paus te willen geruststdlen met de betuiging, dat hij alles md de beste bedodingen deed, ter bevordering van hd rooms-katholieke gdoof.
Hdaas schonk Coligny aan de koning en diens moeder een ved te groot vertrouwen. Hij was een vurige voorstander van het huweUjk en had het zdfs doorgezd tegen de bange voorgevodens van de koningin van Navarre in. Niet bedenkend, dat nimmer twee tezamen kunnen wandden zonder dat zij overeengekomen zijn, endatbedrogen uitkomt wie op prinsen vertrouwt of vlees tot zijn arm stdt, had hij in voornoemd huwdijk en in een gemeenschappdijk optreden van Frankrijk tegen Filips II in de Nederlanden, heU en genezing voor hd verdedde vaderland gezien. Tot hem gerichte waarschuwingen werden dan ook door hem steeds in de wind geslagen. Hij gaf o.m. ten antwoord: , , Daar is geen reden zich ongerust te maken. De koning doet wat hij kan om het edict van St. Germain te handhaven en te doen eerbiedigen. Het voorgenomen huwdijk kan niets anders beogen dan de vrede, en de buitenlandse oorlog tegen de roomse dwingdand (Filips II) zal wddra alle binnenlandse onlusten beëindigen". "
Hoe zou Coligny in zijn vertrouwen beschaamd worden!
Hd aangekondigde huwdijk ging inmiddds door.
Hendrik van Xavarre, die nog in de rouw was wegens de dood van zijn moeder, kwam naar Parijs om aldaar zijn huwdijk met 's konings zuster aan te gaan. Paus Gregorius XIII, die Rus V was opgevolgd, had zijn goedkeuring gegeven, zodat nu niets meer in de weg stond. Op 18 augustus 1572 vond de huwdijksvoltrekking plaats in de Notre Dame te Parijs. Roomsen en protestanten schenen md dkaar verzoend te zijn, want iedereen verheugde zich. Hd was alsof men aan het begin van een nieuw tijdperk stond, een tijdperk, waarin de godsdienst geen twistappd meer zou zijn en geen aanleiding meer zou geven tot bloedige burgeroorlogen.
Vier dagen achtereen werd er feest gevierd. Op de vierde dag echter, namelijk op 22 augustus, toen hij zich te vod van het koninklijk palds naar zijn woonverblijf begaf, werd onverhoeds uit een woning op Coligny een schot gdost. Het was niet doddijk. Een vinger van zijn rechterhand werd weggerukt, terwijl zijn linkerarm brak doordat de kogd tussen de vingers van de linkerhand tot aan dedleboog doordrong. De dader, een zekere Maurevert, wist ijlings te vluchten op een gereed staand paard.
Een aantal protestanten achtte hd op hd vernemen van deze aanslag geraden Parijs te verlaten. De meeste andere protestanten echter Uden zich daarvan weerhouden door 's konings stdlige verzekering, dat hij de schuldige streng zou straffen, terwijl ook Coligny's schoonzoon, Tdigny, in de koning zijn vertrouwen bied behouden. Coligny kreeg ved bezoek. Van zijn protestantse vrienden, maar ook van de koning, diens moeder, de hertog van Anjou en tal van edden, die tot de roomse partij behoorden. De koning hidd zdfs een langdurig gesprek md hem, waarin Coligny op hd zenden van troepen aan de R-ins van Oranje aandrong, zozeer vertrouwde Coligny de koning! Ook waarschuwde hij Karel IX voor de spionnen van de hertog van Anjou, die hem van de voornemens van de koning op de hoogte hidden.
De koning lid nu aUe poorten van Parijs op twee na, voor het doorlaten der levensmiddden, sluiten. Naar het heette diende dit om de sluipschutter, die het schot op Coligny had gdost, te bddten de stad te verlaten. In werkelijkheid moest het echter dienen om de protestanten binnen de stad te houden. Dezen werd zelfs verzocht om hun intrek te nemen in hd stadsgededte waar Coligny verblijf hield. Aan een regiment van de hertog van Anjou werd opgedragen dit stadsgedeelte te bewaken.
De zaterdag werd door beide partijen gebruikt voor het houden van geheime samenkomsten. Er waren protestanten, die de hele zaak niet vertrouwden en er op aandrongen, dat zij allen de stad zo spoedig mogelijk verlaten zouden. Het was echter weer Teligny, die " hen daarvan terughidd. Slechts enkelen hunner vertrokken. Bij de andere partij, in 's konings paleis, was men echter ook niet gerust. Vooral de koning deinsde er voor terug om zovelen van zijn onderdanen het leven te laten ontnemen. Zijn moeder echter, Catharina de Médicis. stelde alles in het werk om haar zo< • tot de volvoering van het duivdsc plan aan te zetten. Dit bied tenslotte op de jonge koning niet zonder uitwerking. Hij stemde toe in het plegen van de misdaad. Onder het aanroepen van Gods naam zei hij: „Laat Coligny dan worden gedood, maar dat er dan ook geen enkele Hugenoot in Frankrijk overblijve, die mij deze daad zou kunnen verwijten".
Tenslotte werd overeengekomen, dat alleen Hendrik van Navarre en de prins van Condé gespaard zouden worden, maar dat overigens iedere Hugenoot zou worden afgeslacht.
Afgesproken was, dat de slachting zou aanvangen in de nacht van 23 op 24 augustus tegen het aanlichten van de morgen. Onder de burgers van Parijs werden wapenen uitgededd, terwijl om hun woede gaande te maken, hun de leugen werd opgedist, dat aan het licht gekomen was, dat de Hugenoten het voornemen hadden om de koning van de troon te verdrijven en het roomskatholicisme uit te roeien. Zodra de klok van het paleis van Justitie het sein zou geven, moesten daarom de straten met kettingen worden versperd en piketten op de pleinen worden opgestdd benevens wachten op de bruggen. In ieder venster moest een flambouw worden geplaatst en als herkenningsteken zouden de roomsen een witte band om hun linkerarm dragen en een kruis op hun hoed.
Om twee uur 's nachts zond Catharina de Médicis een bode uit om de klok van St. Germain l'Auxerrois te doen luiden, daar deze dichter bij lag dan het palds van Justitie. Nauwelijks werd het eerste klokgdui gehoord of er klonken pistoolschoten, terwijl ook alle andere klokken begonnen te luiden. Schoten knalden alom, terwijl uit honderden kelen woeste krden werden geuit, zoals: „Sla dood! Sla dood!" Monniken, geestelijken van allerlei slag en kleur, hitsten de woedende schare op en temidden van het gerochel der stervenden werd de zegekreet vernomen: „De verrader is niet meer. Hd gaat om de eer der alleen zalig. makende kerk. Het gaat om de eer Gods".
Wie was die zogenaamde verrader? Het was niemand minder dan de admiraal De Coligny. Zo werd de man die zijn volle vertrouwen gaf aan de koning, verguisd door een misleid gepeupel.
Hij was het eerste slachtoffer, dat viel en dat nog wd onder aanvoering van de hertog De Guise zelf. Deze stond beneden te wachten tot zijn soldaten hun beulswerk hadden verricht. Het was nog niet voldoende, dat zij hem jammerlijk doorstoken hadden, hij moest ook nog uit het venster op straat worden geworpen, zodat De Guise zich er van kon overtuigen dat het Coligny was.
Toen het lichaam op de grond lag, stegen De Guise en zijn metgezel Angouleme van hun paarden. De Guise wiste het bloed van Coligny's gdaat weg en zd: „Ik ken hem; hij is het". Daarop bewerkte en vertrapte hij met zijn sporen Coligny's gelaat!
Nog was het niet genoeg.
Er werd gelast om Coligny's hoofd af te slaan en naar Catharina, de goddeloze, ontuchtige moeder des konings te brengen. Deze liet het gebalsemd de paus toezenden.
Het overige van het stoffelijk overschot werd vervolgens door de onverlaten verminkt. Ieder wilde er een aandenken van hebben. De nagels werden zelfs van handen en voeten afgerukt. Na drie dagen aldus aan hun dier-Hjke hartstochten lucht te hebben gegeven, werd het lijk aan de schandpaal te Mont-Faucon opgehangen. Hier werden de jongste kinderen van Coligny gebracht om wat eens hun vader was te aanschouwen! Zelfs het gehele hof des konings kwam om er naar te zien. Het was hier, dat de goddeloze, trouweloze koning Karel IX deze satanische woorden sprak: „Het lijk van een vijand riekt altijd goed".
Heel dit moorddrama droeg ook nog de autoriteit van het Franse parlement. Dit had namelijk Coligny eerloos verklaard, en bepaald dat zijn lijk aldus zou worden tentoongesteld. Hd had voorts besloten, dat de wapenen van Chatillon door het slijk der straten zouden worden gesleurd en het voorvaderlijk kasted van Coligny zou worden gesloopt. Dat de bomen ter helfte zouden worden afgekapt. Dat een koperen plaat op het landgoed de schande van de „eerloze" zou vereeuwigen. Dat zijn kinderen uit de adel vervallen zouden worden geacht en beroofd van alle recht om te bezitten, te erven of bij erfenis iets na te laten.
Op de moord aan Coligny bedreven, volgde die op duizenden andere Hugenoten. Afgrijselijk was het bloedbad. Gehed Parijs werd doorkruist door woeste benden, gewapend met zwaarden, pistolen, geweren, messen en met allerld wat maar als moordtuig kon dienen. De deuren van huizen waar men protestanten vermoedde, werden opengestoten, waarna de slachtoffers der woestelingen werden onÜiEdsd en hun lijken op straat of in de rivier werden geworpen. Twee honderd edelen, die in het paleis van de koning als gasten onderdak hadden gekregen, werden meedogenloos afgeslacht.
Geen pardon werd aan iemand gegeven. Grijsaards noch kinderen werden gespaard. Wie trachtte te vluchten, werd door de bloeddorstige vervolgers neergesabeld; de kreten om lijfsbehoud door dolksteken beantwoord. Het bloed vloeide bij stromen, zo zelfs, dat het water van de rivier de Seine een afschuwwekkende kleur had. Ja, zelfs de koning ontzag zich niet om, toen het dag was geworden en terwijl hij met zijn ontaarde moeder de vreselijke tonelen gadesloeg, met zijn musket op vluchtelingen, die inde Seine waren geworpen en zwemmende trachtten te ontkomen, te schieten.
De gehele week werd met moorden doorgegaan. En op Parijs volgden ook andere plaatsen, zodat heel Frankrijk voor enige weken als in een bloedig slagveld herschapen was. Volgens een betrouwbaar schrijver (Sully) moet het aantal gedoden wel op 70 duizend worden geschat.
Schuldig aan deze vreselijke moordpartijen zijn ten eerste Catharina de Médicis, haar zoon Karel IX, de Guises en anderen, die hen terzijde stonden.
Het meest schuldig echter is Rome, zoals zeer terecht werd opgemerkt in één zijner geschriften dlter Dr. F. J. Krop, destijds hervormd predikant te Rotterdam.
Letterlijk schreef deze:
Achter al Coligny's beulen, waarvan niet één verontschuldigd kan worden, staat de grote moordenares, Rome, die de dood der ketters door het zwaard in haar program heeft geschreven en nogblijftschrijven.
Nimmer nog heeft één der pausen aan deze moordpartij alsmede aan die welke in andere landen, ook in de Nederlanden, zijn bedreven. Rome's schuld erkend en leed daarover betoond. Wat de huidige paus Paulus VI dienaangaande heeft gezegd bij de opening van de tweede zitting van het concilie, was geen onvoorwaardelijke schulderkentenis, doch slechts een voorwaardelijke, zodat niet ridderüjk werd erkend, dat Rome schuldig staat aan het bloed van duizenden, ja tienduizenden der christenen.
Evenmin werden door hem de vloekspraken van het Concilie van Trente over de protestanten ingetrokken. Deze vloekspraken, waarvan er één is: „Vervloekt zijn, die zich niet aan de roomse kerk onderwerpen", hebben derhalve nog niets van hun geldigheid ingeboet.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 1966
De Banier | 8 Pagina's