Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Minister Smallenbroek afgetreden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Minister Smallenbroek afgetreden

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terwijl het kabinet druk bezig was m^ het beramen van maatregelen tot dekking van het grote begrotingstekort, en ons volk met grote belangstelling uitzag naar het resultaat der langdurende besprekingen, kwam de vorige week maandagmorgen gehed onverwacht het bericht, dat de Minister van Binnenlandse Zaken, de heer Smallenbroek, aan de Koningin zijn ontslag heeft aangeboden.

De heer Smallenbroek heeft dit zelf bekend gemaakt in het navolgende communiqué:

„Ongeacht de uitkomst van het justified onderzoek in verband met de door mij veroorzaakte aanrijding op 16 juli jl. ben ik op grond van zuiverhdd in de verhoudingen van mening, dat het aanzien van het ambt van minister en van de politiek in het algemeen er mede gediend is, dat ik mijn functie van minister van Binnenlandse Zaken neerleg. Ik heb daarom aan H.M. de Koningin verzocht mij van dit ambt te ontheffen, en ik heb de minister-president daarvan op de hoogte gestdd".

r Het aftreden van de heer Smallenbroek, - die in april 1965 in het kabinet-Cals werd opgenomen, houdt dus verband met de door hem veroorzaakte aanrijding in de Van Hoeylaan te Den Haag. Deze aanrijding vond plaats in de nacht van 15 op 16 juli niet ver van 's ministers woning. Na een diner in het Hotel des Indes had hij des avonds deelgenomen aan de besprekingen van het kabinet, Jie als regel des vrijdags plaats vinden. Voordat de heer Smallenbroek naar huis reed, ging hij eerst nog even naar The House of Lords, een luxueuze bar en restaurant. Huiswaarts gaande reed hij met zijn wagen tegen een geparkeerde auto, wat gepaard ging met een hevig lawaai, zodat de bewoners der naburige huizen uit hun slaap werden gewekt. Minister Smallenbroek reed echter door om eerst nadat de dag was aangebroken zich naar de woning van de eigenaar van de aangereden auto te begeven. Deze had inmiddels reeds een klacht bij de politie ingediend, welke door hem echter werd ingetrokken nadat de heer Smallenbroek hem volledige schadevergoeding had toegezegd. Het was echter voor laatstgenoemde een onaangename omstandigheid, dat vlak bij de plaats van de aanrijding een officier van justitie woonde, die zich met de zaak ging inlaten. Onder diens leiding werd een justitieel onderzoek ingesteld, dat inmiddels is afgesloten. De vorige week was het nog niet bekend of er al dan niet een vervolging zal worden ingesteld, omdat de procureur-generaal met vakantie was en eerst omstreeks 7 september terugkeert.

In enkele persorganen van vrijzinnige richting, o.m. in het Algemeen Handelsblad, heeft men minister Smallenbroek niet gespaard. Wij zuUen niet ingaan op hetgeen hem ten laste werd gelegd. Enerzijds omdat we ons van persoonlijke bestrijding als naar gewoonte wensen te onthouden, anderzijds omdat de zaak in handen der justitie is. Wordt tot vervolging overgegaan, dan zal de feitelijke toedracht van de aanrijding wel aan het licht komen.

De mogelijkheid van een vervolging is jiamelijk niet uitgesloten. In leidende antirevolutionaire kringen heeft men dit zeer goed beseft. Vandaar dat men aldaar, zoals het dagblad , , De Telegraaf" van 24 augustus wist te vermelden, in het weekeinde vóór de ontslagaanvrage koortsachtig beraad heeft gevoerd. Hierbij waren aanwezig minister Biesheuvel, oud-minister prof. Zijlstra, minister Diepenhorst, partij-voorzitter dr. Berghuis en de heer Roolvink, fractievoorzitter van de A.R. in de Tweede Kamer. Men heeft hierna volgens voornoemd blad minister Smallenbroek in kennis gesteld van de verontrusting in A.R. kringen, welke was ontstaan na de aanrijding, doch aan hemzelf overgelaten om over een aftreden te beslissen.

Minister Smallenbroek heeft daarop het besluit genomen zoals hierboven werd vermeld. Daar het hier een persoonlijke kwestie betreft, heeft zijn aftreden geen gevolgen gehad voor het kabinet in zijn geheel. Alleen voor de heer Smallenbroek moet derhalve een andere ministervan Binnenlandse Zaken worden benoemd. Het ligt voor de hand, dat dit weer een antirevolutionair zal moeten zijn. Reeds werden hiervoor enkele namen in de pers genoemd, onder meer die van de staatssekretaris van Economische Zaken, de heer Bakker. Terwijl wij dit schrijven is hierover echter nog niets officieels bekend. AUeen is meegedeeld, dat de minister van Justitie, de heer Samkalden, tijdelijk de functie van minister van Binnenlandse Zaken vervult

Ongetwijfeld is het door minister Smallenbroek genomen besluit een juist besluit. Het is toch zoals reeds werd opgemerkt, zeer goed mogelijk, dat de kwestie van de aanrijding straks tot een vervolging leidt en dan zou er toch een wel zeer ongewenste situatie ontstaan. Niet alleen wanneer de heer Smallenbroek een zekere straf zou worden opgelegd, maar ook als dit niet gebeurde. In het laatste geval zou dan, zoals dat gewoonlijk gaat, al direkt onder het volk worden gezegd, dat de justitie hem heeft gespaard omdat hij minister is. Hetzelfde zou ook kunnen worden gezegd als er geen vervolging plaats heeft. Het is om deze redenen, dat de heer Smallenbroek terecht besloten heeft af te treden, daar het ambt van minister en de poütiek in het algemeen hiermede gediend is.

Voordat de heer Smallenbroek minister werd, was hij voorzitter van de A.R. Tweede-Kamerfraktie. Daar er in deze fractie twee vacatures zijn, één doordat de heer Elfferich naar de Eerste Kamer verhuist en de andere omdat de heer Meulink weer lid van Gedeputeerde Staten van Overijssel geworden is, zal de heer Smallenbroek wel het eerst voor een benoeming tot lid der Tweede Kamer aan de beurt komen. Het komt ons echter voor, dat hij om dezelfde redenen als ' voor zijn aftreden als minister, ook van het Kamerlidmaatschap in de huidige omstandigheden zal afzien. Zo is het ministeriële leven van deze minister wel heel spoedig ten einde gekomen. Slechts circa zestien maanden heeft hij het ministerschap bekleed, gedurende welke tijd hij het niet gemakkelijk heeft gehad. Men denke slechts aan wat zich te Amsterdam heeft afgespeeld, alwaar de hoofdcommissaris van politie, de heer Van der Molen, ontslagen werd, terwijl de burgemeester gehandhaafd bleef. Iets wat hem in brede lagen van ons volk geen goed heeft gedaan, zodat het lang niet onmogelijk is, dat ook deze kwestie in A.R. kringen verontrusting heeft verwekt en nog verwekt. Het is hiermee toch zo gesteld, dat er aan deze zaak nog een staartje zit. Er is een commissie van onderzoek ingesteld, die onder meer over het ontslag van de heer Van der Molen een uitspraak moet doen, terwijl de heer Van der Molen zich op het Ambtenarengerecht heeft beroepen, zodat ook van die zijde een uitspraak zal komen.

Wanneer nu dezoëven genoemde commissie en het Ambtenarengerecht in hun conclusies uitspraken zouden moeten doen, waarin het beleid van de Minister in zake het ontslag van de heer Van der Molen zou worden afgekeurd, dan zou dit minister Smallenbroek ook al in een zodanig netelige positie brengen, dat aftreden voor hem de onvermijdelijke consequentie hiervan zou zijn.

Het is dus zeker niet uitgesloten, dat ook deze aangelegenheid in antirevolutionaire kringen verontrusting baart en dat dit in het beraad der voornoemde vooraanstaande anti-revolutionairen betrokken is geweest. Vermeld zij tenslotte nog, dat ook de staatssekretaris van Binnenlandse Zaken, de heer Westerhout (P.v.d.A.) zijn ontslag aan H.M. de Koningin heeft aangeboden. Dit is gebruikelijk, omdat het niet zeker is of een volgende minister dezelfde staatssekretaris zou willen aantrekken. Zijn ontslagaanvrage is echter door de Koningin in beraad gehouden. Het zal er dus wel op uiüopen, dat hij aanblijft.

H.M. de Koningin heeft reeds kort na de ontslagindiening de heer Smallenbroek eervol ontslag verleend onder dankbetuiging voor de Haar en het land bewezen diensten.

P.S. Zaterdag 1.1. werd bekend, dat de heer Smallenbroek wordt opgevolgd door Prof, Verdam, hoogleraar aan de V. U. te Amsterdam. Hij behoort tot de progressieve richting in de A.R.P. en is derhalve aanvaardbaar voor de PvdA.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1966

De Banier | 8 Pagina's

Minister Smallenbroek afgetreden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1966

De Banier | 8 Pagina's