Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BELASTINGVOORSTELLEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BELASTINGVOORSTELLEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige week dinsdag behandelde de Kamer het viertal belastingvoorstellen, welke reeds in de miljoenennota waren aangekondigd en dienen moeten om een gedeelte van het enorme tekort op de begroting te dekken. Deze voorstellen bestonden in:

a. de ontwerp-Wet tot verlenging van de tijdelijke verhoging van de aksijns op benzine.

b. verhoging van de omzetbelasting voor enige goederen.

c. voorzieningen op het gebied van de teruggaaf van omzetbelasting bij uitvoer en de heffing van omzetbelasting bij invoer.

d. wijziging van de inkomstenbelasting en van de loonbelasting.

Wat het wetsontwerp sub. a betreft werden hiertegen onder meer van staatkundig gereformeerde zijde ernstige bezwaren ingebracht. Vooral omdat bleek, dat de regering niet slechts een tijdelijke verlenging van de tijdelijke verhoging van de benzine-aJisijns beoogde, maar een blijvende verlenging hiervan. Bepleit werd daarom de verlenging slechts voor een jaar te laten gelden. De regering kon zich hiermede echter niet verenigen. Zij was van oordeel, dat struktureel stijgende uitgaven zoveel mogelijk met struktureel stijgende belastingopbrengsten bestreden moeten worden. De benzine-aksijns leende zich daar volgens haar het beste toe, omdat ze over een breed draagvlak wordt verspreid. Een amendement, dan ten doel had de verhogiag met 4 cent per liter slechts voor het jaar 1968 te laten gelden, kon dan ook door de regering niet worden overgenomen. Zij werd daarin gesteund door de regeringspartijen (KVP, WD, AR en CHU) alsmede door de PvdA, die zelfs van oordeel was dat de 4 cent verhoging nog niet genoeg was. Ze had er nog een paar centen bovenop willen leggen. Zodoende verwierf dit amendement slechts de stem van de SGP. D'66, BP en PSP. Het wetsontwerp werd hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Het wetsontwerp sub b. behelsde een verhoging met 20 pet. op het 1 O-procentstarief der omzetbelasting op frisdranken, chocolade, chocolade-en suikerwerken, wijn, bier, en bromfietsen. Dit houdt dus in dat de regering de omzetbelasting op deze artikelen met 2 pet. wilde verhogen. Vooral tegen deze verhoging met betrekking tot de bromfietsen rees bij verscheidene frakties, waaronder die der SGP, ernstig bewaar. Dit bezwaar werd in de rede van Ir. van Dis, die wij wegens gebrek aan plaatsruimte eerst de volgende week in de Banier kxinnen opnemen, nader beklemtoond. Een poging om de bromfietsen uit te zonderen had echter geen sukses. Bij de stetrmiing bleken slechts 58 leden vóór het uitzonderen te zijn en 72 er tegen. Tot de eerstgenoemden behoorden de SGP, D'66, BP. PvdA, GPV, CPN en PSP. Van de AR stemde slechts één lid voor.

Het wetsontwerp werd hierop bij zitten en opstaan aangenomen.

Het wetsontwerp sub c. werd door de regering nodig geacht met het oog op het feit, dat West-Duitsland reeds op 1 januari 1968 overgaat tot het invoeren van omzetbelasting op de toegevoegde waarde, terwijl Nederland voornemens is dit pas op 1 januari 1969 te doen. Om nu de konkurrentiepositie van Nederland hierdoor niet ongunstig te laten beïnvloeden achtte de regering de aanvaarding van voornoemd wetsontwerp noodzakelijk. Dit wetsontwerp komt er op neer, dat de omzetbelasting bij invoer van goederen zal worden verhoogd en de restitutie bij uitvoer ook.

Bij dit wetsontwerp staan inderdaad grote belangen op het spel, al is het dat de kosten van levensonderhoud er volgens de regering 0, 4 pet. door zullen stijgen. Het Nederlandse be­ drijfsleven en het Nederlandse volk zouden echter grotere nadelen ondervinden wanneer dit wetsontwerp niet was aangenomen. Dit geschiedde dan ook met steun van alle partijen behalve die van de kommunisten en pacifistisch-socialisten.

Het vierde wetsontwerp lokte een brede diskussie en verscheidene amendementen uit. Het ging hierbij namelijk over de aftrek van de inkomsten-en loonbelasting voor buitengewone lasten en om een verhoging van het bedrag aan jaarloon, waarbij een aanslag voor de inkomstenbelasting wordt opgelegd. Bij de huidige regeling is het namelijk zo, dat iemand die een bruto-jaarloon van 12.000 gulden heeft alleen loonbelasting betaalt en geen inkomstenbelasting. De regering wilde nu dit bedrag verhogen tot 15.000 gulden. Als reden hiervoor gaf zij op, dat hierdoor een chaos bij de belastingdienst moet worden voorkomen, aangezien dan aan ongeveer 540 duizend belastingplichtigen geen aanslag behoeft te worden opgelegd. Van de zijde van D'66 werd door middel van een amendement getracht het bedrag van 15 tot 18 duizend te verhogen, maar dit vond geen bijval. Het amendement kreeg alleen de stem van de PSP en werd dus niet aangenomen.

Bij het voorstel inzake de aftrek van buitengewone lasten waren ook verscheidene amendementen ingediend. Tot die lasten worden gerekend de kosten wegens ziekte, bevalling, invaliditeit, overlijden, onderhoud van naaste verwanten en om maar niet meer te noemen kosten wegens opleiding of studie voor een beroep. Deze kosten zijn volgens de wet aftrekbaar wanneer zij meer bedragen dan vier pet. van het onzuiver inkomen, verminderd met de bijdragen krachtens de AOW, de AWW, de AKW en premies voor ziekenfonds en partikuliere ziekte-verzekeringsinstellingen. De kosten wegens ziekte, bevalling en

invaliditeit mogen echter pas in rekening worden gebracht als ze een be­ drag van 500 gulden of van 2 1/2 pet van het onzuiver inkomen als dit minder dan 500 gulden is, te boven gaan.

De regering stelde nu voor het bedrag van 500 gulden te verhogen tot 1000 gulden en het percentage van 2 1/2 pet. tot 5 pet. Zij achtte dit nodig omdat door de sterke stijging der premies voor de ziekteverzekering in 1968 wel twee en een half mUjoen belastingplichtigen aanspraak op aftrek wegens buitengewone lasten zouden hebben, wat de belastingdiensten en loonadministraties totaal zou ontwrichten.

De amendementen nu beoogden het bedrag van 1000 gulden te verlagen. In het ene werd voorgesteld dit bedrag tot 800 gulden, in het andere tot 700 en in nog weer een ander tot 750 gulden terug te brengen. Het laatste amendement kreeg de steun van alle frakties zodat het werd aangenomen. De regeriag kon zich hiermede echter niet zonder meer verenigen, daar dit amendement 20 müjoen minder in de schatkist zou brengen.

Hetzelfde bezwaar had zij tegen het amendement, dat beoogde de bejaardenaftrek van 832 tot 936 gulden te verhogen, daar dit de schatkist op 15 miljoen zou komen te staan. De regering kon zich alleen dan met de amendementen verenigen als de Kamer er mede akkoord ging de opcenten in het voorstel tot verhoging van de omzetbelasting voor enige goederen in plaats van met 20 met 40 te verhogen. De meerderheid der Kamer ging hiermede akkoord, waarna het wetsontwerp tot wijziging van de inkomsten-en loonbelasting werd aangenomen, nadat eerst nog een amendement aangenomen was om deze wijziging alleen voor het jaar 1968 te doen gelden. Over een jaar komt deze kwestie hij leven en weidus weer aan de orde, waarbij alsdan van de resultaten van een door de regering toegezegde studie zal kunnen worden kennis genomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 1967

De Banier | 8 Pagina's

DE BELASTINGVOORSTELLEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 1967

De Banier | 8 Pagina's