Meditatie

En toen zij kwamen op de plaats genaamd Hoofdschedelplaats, kruisigden zij Hem aldaar, en de kwaaddoeners, de ene ter rechteren de andere ter linkerzijde.

Luk. 23 : 33

Christus gekruist. De Vorst der heerlijkheid aan de gruwzaamste en smadelijkste dood onderworpen. Ingegaan in de volle versmading van Zijn volk. Alzo heeft God Hem voorgesteld tot een verzoening door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning Zijner rechtvaardigheid. Buiten dit offer geen heil; buiten Zijn bloed geen verzoening; buiten Zijn kruis geen verwachting. Door Zijn kruisdood heeft Hij voor Zijn volk de zonde met al haar droevige gevolgen te niet gedaan, want dat Hij gestorven is, dat is Hij der zonde eenmaal gestorven. En waar de prikkel des doods is de zonde en de kracht der zonde is de wet, daar is Christus als Borg voor de Zijnen der wet gestorven en heeft in Zijn kruisdood weggedragen de vloek der wet.

Onze woorden spreken van die diepe vernedering van Christus. Weggeleid is Hij naar 'de Hoofdschedelplaats, de plaats der misdadigers, waar de gerechte straf aan hen werd voltrokken. Alzo is Christus als een misdadiger weggevoerd, met de misdadigers gerekend, als de grootste der misdadigers aan de zwaarste en smadelijkste straf onderworpen. Christus gekruist.

Sla een blik rondom het kruis en we zien heidense boosheid. Hiatus heeft Jezus overgegeven om gekruisigd te worden en Deze wordt door ruwe krijgsknechten aangegrepen, die hun spotlust en boosheid aan Hem botvieren. Niet genoeg is het, dat Zijn rug met geselslagen is doorploegd. Niet genoeg, dat Hij Zijn kruis heeft moeten torsen en op de schedelheuvel daaraan is genageld geworden. Gesmaad en gehoond wordt Hij en van het weinige beroofd, dat Hem op aarde nog gelaten was. Zij vragen er niet naar Wie Hij is. Die dat kleed gedragen heeft, waarover zij het lot hebben geworpen en daardoor de smart en smaad van Christus hebben vermeerderd. Zo wordt rondom het kruis door de heidense krijgslieden het woord vervuld: zij delen Mijn klederen onder zich en werpen het lot over Mjn gewaad. Alzo heeft Christus als plaatsbekledende Borg de alleruiterste versmading Zijns volks gedragen en verworven de klederen des heils en de mantel der gerechtigheid. Met heidense boosheid gaat gepaard Joodse spot. Oversten en volk, schriftgeleerden en ouderlingen roepen het ha, ha, over Hem uit, lasteren en smaden Hem, stellen Hem tot een hoofdschudding en aanfluiting, scheppen in hun dodelijke haat het grootste vermaak in Zijn lijden. Zij roepen uit: Gij, Die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf en kom af van het kruis. Welk een smaad en hoon de lijdende Borg aangedaan. Hoe wordt het woord vervuld: vele varren hebben Mij omsingeld; sterke stieren van Bazan hebben Mij om­ singeld; zij hebben hun mond tegen Mij opengesperd als een verscheurende en brullende leeuw.

Heidense boosheid, Joodse spot, toch nog een derde groep ontbreekt niet, die getuigenis geeft van innige liefde. Want bij het kruis stond Zijn moedei^. Ach, hoe wordt het woord van de grijze Simeon vervuld: een zwaard zal door uw ziel gaan. Zij staat daar met nog andere vrouwen. De discipelen zijn gevlucht, doch deze vrouwen? Zij kunnen van de Geliefde niet scheiden. Christus gekruist. Slaat een blik op het kruis. We aanschouwen Hem, Die is de Schoonste der mensenkinderen. Die met Zijn hart is Borg geworden voor al Zijn volk. Die zeggen kon: wie overtuigt Mij van zonde? Die gekomen is om te zoeken en zalig te maken, dat verloren is.

We zien de Zoon des mensen in de bitterste smart, overgegeven aan de meest smartelijke dood.

We zien de Zoon des mensen onder de zwaarste vloek, de vloek van Gods heilige wet. De vloek der wet lag op al Zijn volk. En zouden zij daarvan verlost worden, moest Christus ingaan in de vloek. De vervloeking, die op Zijn volk lag, moest Hij dragen en voldragen en wegdragen. En daarom hangt de Middelaar Gods en der mensen hier aan het kruis, met de misdadigers gerekend, opdat het recht der wet zou worden vervuld.

Daarom, Gods hand was hier ge­ openbaard. Zijn heilig recht, dat bevredigd moest worden, want in der waarheid, zegt de apostel, zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus, Welke Gij gezalfd hebt, beiden Herodes en Pontius Hiatus met de heidenen en het volk Israël om te doen al wat Uw hand en Uw raad te voren bepaald hadden, dat geschieden zou. Daarom, Gods hand was het, die Christus' lijden bestuurde, dat Hij als Borg aan het kruis genageld zou worden, tot een vloek gemaakt, want het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen. God als Itechter vorderde van Christus de volle betaling en dit kon niet anders dan door de kruisdood van Christus. Dit was de drinkbeker, die de Vader Hem te drinken gegeven had. De Vader spaarde Zijn Zoon niet, maar deed Hem aan het kruis de bittere kelk geheel drinken. Gods recht moest voldaan.

Maar dan ligt ook in deze bediening van Christus de onwrikbare zaligheid van Gods volk. Waarheen zal een schuldig schepsel heenvlieden, als de schuld der zonde drukt en de wet om betaling eist? O, dat dat kruis van Christus ons ontdekt mocht worden. Hier is alle heil. Om de vreugde Hem voorgesteld heeft Hij het kruis verdragen en de schande veracht, opdat schuldigen zouden worden vrij gesproken en veroordeelden behouden.

Wijlen Ds. J. Barth

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen