Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schoten voor de boeg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schoten voor de boeg

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoals de vorige week werd vermeld, werd op de onlangs te Rotterdam gehouden Deputatenvergadering der ARP ook het woord gevoerd door de heer Biesheuvel, fraktievoorzitter der A R in de Tweede Kamer. In zijn rede gaf hij eerst een beknopt overzicht van wat zich had voorgedaan in betrekking tot de kabinetsformatie in 1967 om zich vervolgens te bepalen tot het door het kabinet-De Jong gevoerde beleid.

Ten aanzien van dit beleid merkte de heer Biesheuvel op, dat dit naast goede dingen ook zwakke plekken vertoonde. Die zwakke plekken hadden voornamelijk betrekking op een viertal ministers, waarvan er twee tot zijn partijgenoten behoren, namelijk de heren Roolvink en Schut, respektievelijk ministers van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. De twee andere ministers waren de heren Luns van Buitenlandse Zaken en Witteveen van Financiën.

Wat minister Luns betreft, achtte de heer Biesheuvel het een zwakke plek in diens beleid en mede in het beleid van het kabinet, dat het Europese beleid vooral ten aanzien van de EEG aarzelend en onduidelijk is. Het hinkt volgens hem op twee gedachten: een beetje Engels en een beetje Frans. Er ontbreekt zodoende een echte Europese konceptie voor een Europees beleid aan.

Inzake het binnenlands beleid had het kabinet, zoals de heer Biesheuvel opmerkte, geen gelukkige greep met enkele nota's. Hierbij wees hij allereerst op de loonnota van minister Roolvink en voorts op de derde nota van wijzigingen bij het wetsontwerp betreffende de B TW (Belasting Toegevoegde Waarde), waarbij minister Witteveen ten allernauwste betrokken was. Beide nota's waren volgens de heer Biesheuvel „missers". En dat niet alleen vanwege de „timing", dus het tijdstip waarop ze ingediend werden, maar wat hij ernstiger achtte vooral ook vanwege de eenzijdigheid van de betreffende beleidsbeslissingen. Vervolgens had ook de nota „Noorden des lands" van minister Schut bij hem en zijn fraktie geen grootse indruk achtergelaten.

In het bijzonder moest voorts minister Witteveen het ontgelden vanwege diens financieel beleid en inzonderheid wat betreft diens voornemens met betrekking tot de belastingverlaging. Wat dit laatste punt betreft was bij de behandeling van de loonnota en het wetsontwerp inzake de BTWreedstot uiting gekomen, dat er tussen minister Witteveen en de AR-fraktie een diepgaand verschil bestaat. In één der dagbladen, die nauw aan de ARP verwant is, werd zelfs gewag gemaakt van een , , teken aan de wand".

Minister Witteveen heeft namelijk kenbaar gemaakt, dat hij overwoog op 1 jan. 1970 de omzetbelasting te verhogen, maar ter kompensatie de loonen inkomstenbelasting te verlagen. Voorts wUde minister Witteveen het voordeel voor de schatkist van 700 miljoen, dat de BTW oplevert, gebruiken voor een verlaging van de loon-en inkomstenbelasting op 1 januari 1969 door optrekking van de belastingvrije voet.

Tegen die belastingplannen nu maakte de heer Biesheuvel bezwaar. In zijn toespraak op de Deputatenvergadering zei hij aangaande de plannen van minister Witteveen het volgende: , , De derde nota van wijzigingen onthulde het belastingplan, naar mijn gevoel van niet geringe afmetingen, dat minister Witteveen, ik hoop alleen nog in zijn hoofd heeft.

1. Verschuiving van de direkte naar de indirekte belastingen.

2. Neutralisatie van de drukstijging tengevolge van opgetreden prijsstijgingen.

3. Een vooruitlopen op deze belastingoperatie, die hij zou wensen door te voeren op 1 januari 1970 al op 1 januari 1969.

4. Het optrekken van de belastingvrije voet, hetgeen dan door zou moeten werken in het hele tarief tot aan de hoogste inkomens toe.

De heer Biesheuvel herhaalde hiermede het standpunt dat vanwege de AR-Kamerfraktie reeds bij de behandeling van het wetsontwerp op de BTW was vertolkt. Dit standpunt hield in, dat deze fraktie zich niet aan de belastingplannen van minister Witteveen had willen binden. De heer Biesheuvel was zelfs van gevoelen, dat minister Witteveen verder ging dan bij de kabinetsformatie was overeengekomen. Toen was volgens hem van antirevolutionaire zijde wel verklaard, dat een neutralisering van de progressiewerking van de inkomstenbelasting voortvloeiend uit de inflatie, geboden is, maar de fraktie had geen bindingen ten aanzien van de datum en de wijze waarop de belastingverlaging moet worden doorgevoerd. Evenmin ten aanzien van de jaren waarvoor de belastingverlagingen moeten worden doorgevoerd. De jaren 1965 en 1966 kon de Regering volgens de heer Biesheuvel beter buiten beschouwing laten en zich beperken tot haar eigen regeringsperiode.

Zoals reeds in een vorig artikel werd vermeld, heeft deze rede van de heer Biesheuvel in onderscheidene kringen veel stof doen opwaaien. Zelfs de redaktie van bladen als het „Diemerkwartet" was van oordeel, dat de wijsheid en evenwichtigheid, die de redevoering van de nieuwe Partijvoorzitter, Dr. Veerman, kenmerkten, in het betoog van fraktievoorzitter Biesheuvel werden gemist. Zonder te willen beweren, dat al zijn kritische opmerkingen misplaatst waren, was voornoemde redaktie toch van oordeel, dat een overzicht van de politieke situatie, waarin bijvoorbeeld ook aan de inzichten van het kabinet en in elk geval van de geestverwante ministers ruimer recht was gedaan, meer voor de hand had gelegen om daarop te laten volgen: Men is regeringspartij of men is het niet.

In een volgend artikel kwam de zoeven aangeduide redaktie nog weer eens op de rede van de heer Biesheuvel terug. Zij gaf te kennen, dat de heer Biesheuvel het velen niet gemakkelijk heeft gemaakt. De nieuwe voorzitter niet, wie velen steUig gaarne een harmonieuzer slot van zijn installatie-bijeenkomst hadden toegewenst. Voorts de antirevolutionaire ministers niet, die mede-verantwoordelijk zijn voor het regeringsbeleid, maar die tijdens de Deputatenvergadering op de door de heer Biesheuvel uitgeoefende kritiek op hun beleid, niet van repliek mochten en konden dienen.

De door voornoemde redaktie geopperde bezwaren tegen de door de heer Biesheuvel uitgeoefende kritiek achten wij alleszins gegrond. Zoals reeds werd opgemerkt waren de bezwaren van de AR-Kamerfraktie vooral tegen minister Witteveens belastingplannen in de Kamer reeds in den brede naar voren gebracht. Het standpunt der A R is derhalve de Regering genoegzaam bekend.

Wij hadden het dan ook op veel hogere prijs gesteld wanneer de heer Biesheuvel op de Deputatenvergadering zijn gehoor nu eens bezig had gehouden met de grondslagen ener waarlijk christelijke politiek. Men heeft het in antirevolutionaire kringen de laatste tijd voortdurend maar over „evangelische radikaliteit" — een door Dr. Berghuis uitgevonden term — maar laat men zich nu ook eens gaan bezighouden met de Wet Gods, niet alleen met de tweede tafel dezer Wet, maar vooral ook met de eerste, daarbij tevens bedenkend, dat wet en Evangelie niet te scheiden zijn. Over die eerste tafel blijft men echter in de antirevolutionafre leidende kringen maar steeds een diep stilzwijgen bewaren. Over het achterwege blijven van ingrijpende maatregelen tegen de ontheiliging van Gods Naam en dag bijvoorbeeld verneemt men niets, evenmin als over de schrikbarende zedenverwildering.

Ten aanzien van deze gewichtige piraten, waarbij de beginselen van Gods Woord zo nauw betrokken zijn, werd in de rede van de heer Biesheuvel helaas niets vernomen.

Wij zullen het hierbij laten om elders in dit nummer van De Banier enige persstemmen naar aanleiding van de rede van de heer Biesheuvel uit de liberale pers weer te geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juli 1968

De Banier | 8 Pagina's

Schoten voor de boeg

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juli 1968

De Banier | 8 Pagina's