HET HUIS VAN ORANJE-NASSAU EN NEDERLAND
(3)
Absolutisme - revolutie
^^De staat ben ik". Deze krasse, hoogmoedige woorden zijn afkomstig van de Franse koning Lodewijk XIV, die we reeds in een vorig artikel hebben ontmoet ais een echte vertegenwoordiger van het absolute koningschap. In zo'n absoluut geregeerd land was van het handhaven van de rechten en vrijheden van het volk weinig of geen sprake. Vandaar dat Calvijn en de latere gereformeerden zich kritisch hebben opgesteld tegenover de onbeperkte alleenheerschappij van een vorst. Om tirannie te voorkomen en de rechten van het volk te waarborgen, zagen zij het liefst een kollege of raad van vooraanstaanden aan de regering.
De gereformeerde leer over de overheid snijdt alle verheerlijking van de staat, het absolute koningschap en de diktator bij de wortel af. De Heere alléén is Soeverein. Overheden zijn Zijn dienaren, regeren bij Zijn gratie. Alle aardse macht is ten diepste van God afhankelijk, Die landen en rijken geeft aan wie Hij wil.
Het is dan ook de moeite van het opmerken waard, dat in landen waar het calvinisme gebloeid heeft de absolute monarchie en de politiestaat weinig of geen kans kregen. In overwegend lutherse en roomskatholieke landen heeft het absolutisme een glorietijd gekend. En nog zijn de kenmerken van diktatuur — denk aan landen als Spanje en Portugal - niet overal verdwenen.
Rollende kronen
Waar het absolutisme glorieerde, ontstond een voedingsbodem, waarin de revolutiebeginselen stevig wortel schoten. De roep om revolutie klonk in deze landen het eerst en het sterkst op. In de negentiende en in het begin van de twintigste eeuw rolden de kronen over de straten van vele hoofdsteden.
Het Duitse huis HohenzoUern vond een politiek einde in de vlucht van keizer Wilhelm II naar Nederland, waar hij slechts „heer van huize Doorn" werd. In Oostenrijk werd Karel I afgezet: de Habsburgers verloren de keizerskroon. In Rusland werden de Romanovs verjaagd en vermoord.
Dit is slechts het begin van een lange namenrij, waarin het huis van Oranje Nassau ontbreekt. Troelstra's greep naar de macht in 1918 berustte op een wanbegrip van de werkelijke verhoudingen en werd een totale mislukking. Op het Malieveld in Den Haag werd koningin Wilhelmina door duizenden spontaan gehuldigd. Uit het hele land stroomden jonge mannen toe om zich achter regering en vorstenhuis te stellen. Troelstra had van de band tussen Oranje en Nederland niets begrepen.
Oranje Nassau en Nederland: vier eeuwen
De band tussen vorstenhuis en volk komt nu in ons gezichtsveld. De verbondenheid tussen Oranje en Nederland strekt zich over vierhonderd jaar uit. Dat is een unieke, een uitzonderlijke zaak in de gescliiedenis van Europa. De meeste vorstenhuizen tellen niet ver in eeuwen. De Zweden b.v. hebben hun huis Bernadotte pas sinds de Franse tijd, toen Napoleon een Franse maarschalk als kroondrager aanwees. De Noren zijn in 1905 zelfstandig geworden en kozen een Deense prins uit het huis Sleesw^jk-Holstein- Sonderburg-Glücksburg tot koning. Onze buurstaat België is een monarchie sinds de opstand tegen Nederland in 1830. Het kostte toen bijzondere moeite om een koning te vinden. Er waren nogal wat „bedankjes". Uiteindelijk werd het Saksen-Coburg.
Heel anders ging het met Oranje Nassau en Nederland. Prins Willem van Oranje verbond zich onvoorwaardelijk met een volk in verdrukking, dat hem riep. Alva was nauwelijks eenjaar in ons land toen afgezanten uit de Nederlanden in 1567 de slotbrug van de Dillenburg overgingen. Zij vroegen aan Oranje, die een groot deel van zijn bezittingen verbeurd verklaard zag bij Alva's komst en zijn zoon Philips Willem in Spaanse handen wist, om hulp, om zijn terugkeer. Oranje kwam. In 1568 trokken verschillende legers de Nederlanden binnen, die door de Prins zelf voor het grootste deel waren gefinancierd. Het tafelzilver van de Nassause familie werd verpand! Het Wilhelmus zegt geen woord te veel:
Lijf en goet alte samen (lijf is leven, goet is goederen) Heb ick u niet verschoont, Mijn broeders hooch van namen Hebbent u oock vertoont; Graaf Adolff is ghebleven In Vrieslandt in den slach Sijn siel int eeuwich leven Verwacht den jongsten dach.
Om „Godts Woord ende ’s l ands rechten"
In de vaandels van één van Oranjes legers stond deze zinspreuk. Zelden is korter en kernachtiger de betekenis van Oranje Nassau voor Nederland onder woorden gebracht.
Om Gods Woord. De Oranjes zijn instrumenten geweest in Gods hand, waardoor in ons vaderland het Spaanse regiem werd gebroken en de verkondiging van het zuivere Evangelie mogelijk werd. In het Wilhelmus is dit uitgesproken: „Voor Godes Woort ghepresen heb ick vrij onversaecht (zonder angst) als een helt sonder vreesen mijn edel bloet ghewaecht". En tegen Marrüx van St. Aldegonde zei Prins Willem eens: „Aldegonde! laat men ons vertrappen, mits we hulp mogen bieden aan Gods kerk! " Dat standpunt vinden we ook bij Maurits terug, die op een bijzonder kritiek moment in de strijd tussen de remonstranten en de contra-remonstranten in 1617 zeer beslist voor de gereformeerde religie koos. Hij liet zich op een plechtige bijeenkomst de eens afgelegde eed voorlezen. Daarin stond dat hij zich verbonden had om met de staten de gereformeerde rehgie te beschermen. „Welnu", zei Maurits, „die godsdienst zal ik handhaven, zolang ik leef'. Er zouden nog meer voorbeelden kunnen worden genoemd. Dit is echter reeds voldoende om vast te stellen, dat de betekenis van het Oranjehuis voor Gods kerk in deze lage landen uitzonderlijk groot is geweest.
En 's lands rechten. De leden van het Huis van Oranje hebben in een tijd, dat het absolutisme in Europa in zwang was, nooit naar een onbeperkte macht gestreefd. Zij volgden niet de gewoonte van hun tijd, maar stonden tegenover regenten en staten op de bres voor de rechten en vrijheden van het volk. Hadden de regenten meestal de ogen gericht op hun stad of provincie, de stadhouder kwam op voor het landsbelang, voor de generaliteit, zoals dat toen heette. De Oranjes hebben zich steeds de regel van Beza tot richtsnoer voor hun politiek gesteld: Het volk is er niet voor de vorst, maar de vorst is er voor het volk.
De koningshuizen, die na 1900 hun troon verloren - de 18 Duitse vorstendommen zijn buiten beschouwing gelaten - in alfabetische volgorde: Bulgarije: Battenberg-Saksen-Coburg-Cohary. Griekenland: Officieel is dit land nog een monarchie (er is een regent), maar het huis Wittelsbach en Sleeswijk-Holstein-Sonderburg- Glücksburg verblijft al enige jaren in ballingschap in Italië. Italië: Savoije. Montenegro (Albanië): Petrowitsz- Njegosch. Oostenrijk-Hongarije: Habsburg. Portugal: Coburg. Pruisen (Duitsland): HohenzoUern. Roemenië: HohenzoUern-Sigmaringen. Rusland: Romanov. Servië (Joegoslavië): Karageorgewitsch en Obrenowitsch. Spanje: Habsburg.
G.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 mei 1969
De Banier | 8 Pagina's