Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WERKSTAKING (slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WERKSTAKING (slot)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op weg naar een wettelijke regeling?

Na onze historische schets betreffende de standpunten zowel vóór als na de Tweede Wereldoorlog t.o.v. de werkstaking, zal het u duidelijk zijn, dat bij velen de wens leefde van een wettelijke regeling van de werkstaking. Dit werd nog benadrukt door enkele rechterlijke uitspraken in 1958 en 1960. In deze uitspraken werden individuele arbeiders, die aan een werkstaking of langzaam-aan-aktie deelnamen, geboden het kontraktueel bedongen werk te hervatten en in volle omvang te verrichten, op verbeurte van een dwangsom bij overtreding van het rechterlijk bevel. Aan de vakorganisaties van arbeiders werd in enkele uitspraken bevolen zich te onthouden van het organiseren van stakingen, ook op verbeurte van een dwangsom bij overtreding.

Nog in 1958 kwam het ambtelijk voorontwerp van wet inzake de werkstaking, het voorontwerp-Samkalden tot stand. Dit voorontwerp, dat het stakingrecht wettelijk wil regelen, stek de principiële rechtmatigheid van de werkstaking voorop.

Wel moet aan enkele voorwaarden worden voldaan, die wettelijk vastgelegd dienen te worden in art. 1639a bis B.W.: ., De verplichting van de arbeider om de bedongen arbeid te verrichten, is geschorst, indien hij deelneemt aan een werkstaking, waarvan de leiding berust bij een vakvereniging van arbeiders, tenzij de werkstaking ten doel heeft de werkgevers te bewegen tot gedragingen, welke in strijd zijn met voor hem geldende bepalingen van kollektieve arbeidsovereenkomsten en welke in strijd zijn met de wet".

Er is dus volgens dit voorontwerp geen sprake van wanprestatie van de arbeider bij werkstaking, als die wordt geleid door een vakbond.

Een werkgroep, bestaande uit vier professoren, die in aug. 1960 advies uitbrachten over dit voorontwerp, stelde, met uitzondering van Prof. Mr. M.G. Levenbach, dat zij een wettelijke regeling van het stakingsrecht niet opportuun achtten. De socialist Prof. Levenbach wilde wel regeling van het stakingsrecht. Over het voorontwerp oordeelde hij, dat de ruimte, die de jurisprudentie aan het stakingsrecht laat, te beperkt is. Hij wil de vakorganisaties de vrijheid geven om het wapen van de werkstaking te hanteren zonder enige kontrole.

En nu? En nu ligt er inmiddels een ontwerp van wet over de wettelijke bepalingen met betrekking tot de werkstaking bij de Tweede Kamer.

Dit wetsontwerp biedt weinig verrassingen. Het wil in de lijn van het voorontwerp Samkalden aan de werknemers het recht geven zo nodig door machtsmiddelen de inwilliging van hun eisen af te dwingen.

Het wil de vakverenigingen, binnen zekere grenzen, de vrijheid geven tot het organiseren van stakingen. In de memorie van toelichting wordt de werkstaking een uiterste middel genoemd, dat slechts in aanmerking mag komen, nadat serieuze onderhandelingen zijn gevoerd en het daarbij onmogelijk is gebleken tot overeenstemming te komen.

Verder wordt bepaald, dat bij het uitroepen van een staking een aanzeggingstermijn in acht genomen behoort te worden. De verplichting van de arbeider om de arbeid te verrichten, is geschorst, wanneer hij deelneemt aan een staking, die georganiseerd is door een vakvereniging. Die vakvereniging dient tenminste twee jaar rechtspersoonlijkheid te hebben om te vermijden, dat „eendagsvliegen" zich als vakvereniging zouden presenteren.

De wilde staking moet in beginsel als wanprestatie blijven beschouwd. Binnen zekere grenzen wil het wetsontwerp ruimte laten aan de vakverenigingen tot het organiseren van stakingen. Wanneer worden die grenzen overschreden? Wanneer moet de rechter kunnen ingrijpen als er een beroep op hem wordt gedaan?

Een vakvereniging handelt alleen onrechtmatig bij het leiden van een staking: a. wanneer de werkstaking in strijd is met de wet of de werkgever tot iets onwettigs wil bewegen; b. wanneer de vereniging in strijd handelt met een verplichting van de vereniging uit hoofde van een cao, waarbij zij partij is; c. wanneer zij in strijd handelt met de normen, die gelden in het onderlinge verkeer tussen werkgevers en werknemers; d. wanneer er kennelijke onevenredigheid bestaat tussen het doel van de staking en de gevolgen ervan; e. wanneer de staking onder zodanige omstandigheden plaatsvindt, dat daardoor tegenover de werkgever kennelijk in strijd wordt gehandeld met de zorgvuldigheid, welke bij het toepassen van het stakingsmiddel betaamt.

Deelneming aan een wilde staking wordt in het ontwerp van wet in beginsel als wanprestatie beschouwd. Volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad kan een wilde staking echter in bepaalde gevallen geoorloofd zijn, nl. wanneer naar de heersende rechtsovertuiging in redelijkheid van de werknemers niet kan worden gevergd de arbeid voort te zetten of bepaalde werkzaamheden te verrichten. Bij een wilde staking kan volgens het wetsontwerp de werkgever, die hervatting van de arbeid vordert, daarbij niet tevens een dwangsom of gijzeUng eisen. Wel kan hij schadevergoeding vragen, tot het in de wet vastgelegde maximum bij onrechtmatige opzegging (het loonbedrag voor de normale opzeggingstermijn).

Ook de werkgevers hebben het recht tot kollektieve aktie. In het ontwerp is daarom bepaald, dat de werkgever bij een staking tot onmiddellijk ontslag kan overgaan, mits hij alle stakende arbeiders tegelijk ontslaat. Dit geldt bij een werkstaking, geleid door een vakvereniging. Bij een wilde staking wordt ruimte gelaten voor individueel ontslag.

Het evangelie van Marx is doorgeklonken' en de vrucht van zijn prediking is een roep om het meeste te hebben en de meeste te zijn. Ook onder ons dreigen heilige goederen, waarvoor vroeger een heilige oorlog werd gevoerd, op de achtergrond te geraken. De geest der eeuw werkt door en het stoffelijke, het materiële staat op de voorgrond. Ondanks een nimmer tevoren gekende welvaart blijft de roep om hoger loon en meer welvaart. De werkstakingen nemen het meest toe niet in perioden van weinig werk en grote nood, maar in perioden van veel werk, van hoogkonjunktuur. De vraag om arbeiders is dan groot en in die omstandigheden is het vrij gemakkelijk de werkgevers in zo'n dwangpositie te brengen, dat ze moeten zwichten voor een stakingsaktie.

Maar het is spelen met vuur. Het is n.l. misbruik maken van een machtspositie om meer geld en goed te verkrijgen, terwijl men Gods arbeidsopdracht negeert en intussen schade lijdt aan de ziel. In het woordenboek van de christen, die wil leven bij Gods Woord en Zijn opdracht, kome het woord staking niet voor. Hij laat zich leiden door dat Woord ook in het maatschappelijk leven. Hij mag arbeiden, hij wil arbeiden, hij moet arbeiden.

„Het blijkt zonneklaar, dat de stakingen, die over de wereld gaan, Gods misnoegen dragen. Laten wij er niet aan mee doen. Laat ons van verenigingen, die het staken in de statuten opnemen, onszelf onthouden. Laat ons getrouw zijn in onze arbeid, opdat vriend en vijand zeggen moge: Er is een christen op het werk" (wijlen Ds. G. H. Kersten). Zo in de wereld, maar niet van de wereki.

DeR.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 augustus 1969

De Banier | 10 Pagina's

WERKSTAKING (slot)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 augustus 1969

De Banier | 10 Pagina's