Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE SPANNING IN HET MIDDEN-OOSTEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE SPANNING IN HET MIDDEN-OOSTEN

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

BUITENLANDS OVERZICHT

De komende Islamitische topkonferentie.

De staatslieden van veertig landen der Islamitische weteld maken zich gereed om in Rabat, de hoofdstad van Marokko, een Islamitische topkonferentie te houden. Een op zichzelf uniek gebeuren, want de Islamitische wereld zal door deze konferentie een manifestatie trachten te geven van de religieuze band, die de over Azië, Afrika en het Midden-Oosten verspreide miljoenen aanhangers van de Islam, na de dertien eeuwen, die sinds haar stichting zijn verlopen, nog steeds omsluit. Het doel van deze bijeenkomst schijnt bovendien - uiterlijk althans- te wortelen in de historie van de Islam, want één der hoofdproblemen, die de afgevaardigden zullen behandelen, zal zijn die van de bescherming en wellicht bevrijding van de plaatsen, die voor de Islam als heilig gelden. Zelfs de oproep tot de „Jihad", de heilige oorlog, die daar zal weerklinken, vindt haar oorsprong in de eerste periode van de vestiging van de religie van de Islam, toen de volgelingen van Mohammed door hem werden bezield met de oproep tot de verovering van Mekka, de heilige plaats van de Islam.

Ook thans schijnt de inzet van de konferenrie te moeten appelleren aan de diepste gevoelens van de Islam. De gedeeltelijke verwoesting van de Al Aksah moskee te Jeruzalem, één der heilige plaatsen van de Islam, gelegen in het thans geheel door de Israëli's bezette Jeruzalem, is naar de overtuiging van een groot deel van de Islamitische wereld en zeker van het Arabische deel daarvan, te wijten aan Israëlisch opzet. De brand in de moskee is uitgelaaid tot een vuurhaard in de wereld van de Islam.

Alle ingrediënten voor een indrukwekkend Islamitisch eenheidsvertoon en voor een gezamenlijk besluit tot éen heilige oodog tegen Israël schijnen aanwezig. Wanneer het getal zou beslissen, dan zou het lot van Israël bezegeld zijn. Wat zou Israël kunnen stellen tegenover de stem van een zesde deel der mensheid, wanneer deze besluiten tot de heilige oorlog naar het woord van de Koran: „Doodt hen waar gij hen - nl. de vijanden - aantreft, en verdrijft hen van de plaats, vanwaar zij u verdreven".

Schijn en werkelijkheid.

De dertien eeuwen sinds de stichting van de Islam verstreken, hebben echter diepe sporen op religieus en politiek gebied onder de aanhangers daarvan nagelaten. Tal van verschillende stromingen zijn in de Islam ontstaan, en even talrijk zijn de politieke en ekonomische verschillen en geschillen, die in de lange periode zijn gegroeid tussen de staten, die uit deze godsdienstige stroming zijn ontstaan of na aanraking met de westerse overheersers, van dezen hun staatkundige grenzen hebben verkregen. Verschillen, die in de politieke belangen en daarmee in de politieke keuze en koers van deze landen een grote rol spelen en hen zeer vaak openlijk of verstolen tot elkanders tegenstanders maken. Dit laatste geldt vooral - maar niet uitsluitend - in de engere kring van de Islamitische mogendheden, nl. de Arabische machten, ondanks het feit dat zij zeggen gezamenlijk tot het einde tegen Israël te zullen strijden. De scheidslijnen, die achter de voorgevel van de Arabische eenheid schuil gaan, berusten op verschillende faktoren. Zij kunnen betrekking hebben op de vraag van de meerdere of mindere progressiviteit, waarmee de politieke hervormingen in de konservatieve Arabische wereld moeten plaatsvinden. Een voorbeeld daarvan is de permanente wrijving tussen Egypte en Syrië, waar de sterk links georiënteerde Ba'ath partij altijd Nasser in progressiviteit de loef heeft willen afsteken, en daarmede ideëel de leiding van de Arabische wereld tot zich heeft willen trekken, een streven waarin het bij het radikale Irak meermalen steun vond.

De oliebelangen van de heerser over Saoedi-Arabië, koning Feisal, maken hem door zijn daaruit voortvloeiende bindingen met het Westen, tot een stille tegenspeler van Nasser. Nasser heeft van zijn kant om de progressiviteit van de Syrische Ba'ath te overbieden, lange tijd getracht de positie van koning Feisal als autokratische en konservatieve heerser te ondermijnen. Dezelfde reden maakte Nasser tot tegenspeler van koning Hoessein van Jordanië.

De nederlaag in de zesdaagse oorlog in 1967 maakte hen weer tot bondgenoten, waarbij de Arabische omhelzingen echter niet de verschillen in de politiek van de Arabische landen uit de weg ruimden. De Arabische politiek draagt daarom tegenover Israël de schijn van eenheid, maar blijft berusten op de wrakke basis van onderlinge verschillen, die elk ogenblik weer aan de dag kunnen treden, en in ieder geval onder de oppervlakte hun rol blijven spelen.

De Arabische gevoelswereld mist de logische overweging, die in het Westen in laatste instantie tenslotte de politieke lijn bepaalt, en die daardoor bij de publieke opinie weerklank vindt.

De Arabische politieke leiders worden echter juist door de storm van emoties, die telkens bij de Arabische massa's heerst, vaak gedwongen tot een optreden, dat in strijd is met hun eigenlijke bedoelingen. Anderzijds zijn zij ook bekwaam in het bespelen van de gevoelens van de massa's, om onder de schijn van eenheid een tegenstander in eigen gelederen „mat" te zetten. Dit laatste is thans naar het zich laat aanzien één van de belangrijkste achtergronden van de uiterlijke manifestatie van eenheid in de Islamitische wereld, die in Rabat plaats vindt.

De achtergronden van deze konferentie.

Op 23 juli van dit jaar hield Nasser voor het kongres van de „Socialistische Arabische partij" - de enige partij in Egypte - een langdurige rede over de situatie in het Midden-Oosten. De kern daarvan was de verklaring, dat Egypte zich moest instellen op een langdurige en moeilijke „uitputtingsooriog", die zou leiden tot de bevrijding van de door Israël bezette gebieden. Een openlijke aankondiging derhalve van de hervatting van de strijd tegen Israël in een bepaalde vorm, en tevens een beëindiging van het door de Verenigde Naties aan partijen opgelegde „Staakt het vuren". Nasser riep voor deze komende strijd de Arabische staatshoofden op tot gemeenschappelijk overleg op het hoogste niveau en tot gemeenschappelijke aktie in deze nieuwe fase van de strijd.

De redenen voor deze hervatting van de strijd werden door Nasser zelf genoemd. Hij motiveerde haar met de totale verandering in de situatie, die zou zijn ontstaan door het vastlopen van de Amerikaans- Russische besprekingen over het Midden- Oosten.

Maar ook een militaire taxatie scheen een rol te spelen, daar naar Nassers mening de „mythe van de Israëlische onoverwinnelijkheid" weerlegd zou zijn door de resultaten van een Israëlisch-Egyptische luchtslag boven het Suez-kanaal. Een „overwinning", die volgens de mening van westerse journalisten en waarnemers slechts berustte op de fantasie van de Egyptische propaganda, maar desondanks gevaarlijke uitwerking kon hebben op de snel bewogen Arabische massa's.

De „uitputtingsooriog", door Nasser aangekondigd, is gekomen. Akries van Egyptische zijde en tegenakties van Israëlische zijde zijn sindsdien in toenemende mate op elkaar gevolgd. Van Israëlische kant is bovendien de luchtmacht regelmatig en soms op grote schaal in de strijd geworpen, en het totaalbeeld is evenals voorheen, dat Egypte militair, taktisch en strategisch nog steeds ver de mindere is van Israël. De „uitputtingsooriog" is een kostbaar en gevaarlijk instrument gebleken voor Egypte.

De politieke konsekwenties van de uitputtingsooriog.

Uiteraard heeft Nasser na twee totale nederlagen tegen Israël tevoren begrepen, dat deze „uitputtingsooriog" voor Egypte grote risiko's zou inhouden. Daarom heeft hij bij de aankondiging daarvan op 23 juli jl. het dringend beroep gedaan op Arabische samenwerking op het hoogste niveau. In het raam van de toenemende verscherping van de strijd komt deze door Nasser gevraagde samenwerking echter neer op een aktieve deelname aan de strijd. In dit „oostelijk Arabisch front", dat Syrië, Jordanië en ten dele ook Irak moeten vormen, Ügt voor deze landen een nog groter mihtair risiko dan voor Nasser, die althans van de dekking van het Suezkanaal kan profiteren. Damaskus, de hoofdstad van Syrië, ligt slechts 35 km verwijderd van de huidige Israëlische grenzen, militair voor Israël dus als het ware voor het grijpen.

Militaire deelname is voor Syrië alleen denkbaar in de vorm van speldeprikken van de kleinste soort, als het toelaten van kleine aantallen Irakese troepen op zijn grondgebied en het dulden van aktiviteiten van de Palestijnse verzetsorganisa­ ties. Maar politiek is de bereidheid van Syrip om Nasser weer te laten uitgroeien tot de enige gezaghebbende woordvoerder en strijder van de Arabische wereld nog niinder aanlokkelijk. Nog steeds is de Syrische Ba'ath partij in haar progressiviteit de stille tegenstander van Nasser, en misgunt zij hem een leidende positie in de Arabische wereld. De grote figuur in de Arabische wereld, koning Feisal van Arable, houdt zich voorzichtig op de achtergrond. Hij is echter een sleutelfiguur in het Midden-Oosten, dank zij de miljarden, die het Westen voor de olieleveranties in de koninklijke schatkist doet stromen. Uit dit enorme geldreservoir betaalt koning Feisal een aanzienlijke bijdrage, die voor Nasser het grote financiële verlies, dat hij jaarlijks door de sluiting van het Suez-kanaal lijdt, moet goed maken. Deze „koninküjke kontributie" stelt echter Feisal in staat om enerzijds Nasser onder druk te houden en anderzijds zijn eigen rol als niet-direkte deelnemer aan het konflikt in het Midden-Oosten vol te houden.

Slechts koning Hoessein van Jordanië - in werkelijkheid de meest verzoeningsgezinde heerser in het Midden-Oosten — toont zich aktief ten aanzien van de door Nasser gevraagde samenwerking van de Arabische wereld. De werkelijkheid is echter, dat koning Hoessein daartoe gedwongen is door de interne omstandigheden in Jordanië. Het is de Palestijnse verzetsbeweging, die voor een belangrijk deel gevestigd is in zijn koninkrijk, die zijn heerschappij bedreigt. Om zijn troon te bewaren moet Hoessein zich oorlogszuchtiger tonen dan hij wil, wil hij voorkomen dat de agressieve Palestijnse verzetsbeweging met steun van de bevolking de macht in handen krijgt. Echter ook Hoesseins aktiviteit kent zeer besliste grenzen. In geen geval kan hij aktief aan de strijd tegen Israël deelnemen, omdat hij in feite weerloos zal bhjken bij een Israëlische vergeldingsaktie op grote schaal.

Zo bestaat zijn enige aktiviteit in die van het „ambassadeur" zijn van Nasser in het tot stand brengen van de Arabische *topkonferentie, die de Arabische militaire samenwerking op grotere schaal moet inleiden. Een aktiviteit, die hem nauwelijks het vertrouwen van de Palestijnse verzetsorganisaties kan bezorgen, en in geval van konflikt met Israël zijn land de zwaarste last van de „uitputtingsoorlog" zou doen inkasseren. Dat de miUtaire samenwerking een illusie bleef, is in dergelijke omstandigheden een vanzelfsprekendheid. Het bleef bij bezoeken, besprekingen, woorden, maar de daden bleven uit.

De brand in de AI Aksa moskee en de Islamitische topkonferentie.

De brand in de Al Aksa moskee te Jeruzalem op 23 augustus jl. leek Nasser te hulp te komen in zijn streven naar de gezamenlijke Arabische militaire aktie, die hem in zijn zwakke positie in de uitputtingsoorlog militair moest ontlasten. In een boodschap aan de Arabische wereld heeft Nasser er op gewezen, dat er geen andere keus was tengevolge van deze brand, dan tegen Israël ten strijde te trekken.

De Egyptische propagandaregisters werden opengetrokken, om de Arabische leiders te brengen tot het vormen van het begeerde miütaire eenheidsfront, door het middel van de agitatie van de Arabische bevolkingen.

De ministers van de veertien landen, aangesloten bij de Arabische Liga, kwamen te Cairo bijeen om te beraadslagen over de voorbereiding van een Arabische topkonferentie, die uiteraard het besluit zou moeten nemen tot het koördineren van de militaire aktie tegen Israël.

De grote verrassing, die deze bespreking heeft opgeleverd, is wel, dat de ministers van buitenlandse zaken van de betrokken Arabische landen het niet eens zijn geworden over een te houden Arabische topkonferentie, maar wel over het houden van een Islamitische topkonferentie op korte termijn. De betekenis kan moeilijk anders zijn dan deze, dat Nasser een politieke nederlaag heeft geleden. Een Islamitische topkonferentie betekent, dat veel meer staten dan de direkt bij het konflikt met Israël betrokken Arabische staten aan deze Islamitische konferentie zullen deehemen, bv. Turkije, Perzië, Tunesië, Pakistan etc.

De politieke betekenis van een Islamitische topkonferentie ten aanzien van de strijd in het Midden-Oosten is daarin gelegen, dat in deze ruimere kring van landen, ook voorstanders te vinden zijn van een gematigde houding tegenover Israël als bv. Tunesië, Perzië. Nassers invloed in een topkonferentie van al de Islamitische landen is veel geringer dan in een konferentie van de Arabische landen het geval zou zijn. Een politiek waarschijnlijk zeer bittere pil voor Nasser, al heeft hij deze trachten te vergulden door haar schijnbaar royaal in te nemen. Nasser - zo verluidt - zou tot de overtuiging zijn gekomen, dat de verontwaardiging en het protest van de gezamenlijke Islamitische wereld op het Westen een grotere indruk zou maken dan een zuiver Arabische konferentie. De hand van de voortdurend voorzichtige tegenspeler van Nasser, koning Feisal, lijkt echter in dit gebeuren herkenbaar. Het geeft deze de ruimte om op het Islamitische wereldforum een anti-IsraëÜsche houding aan te nemen zonder dat de spanning in het Midden-Oosten daardoor verder toeneemt, en zijn oliebelangen door een oorlog in gevaar zouden komen.

Een andere gedachte kan ook voor Feisal een rol spelen. Zijn prestige in de wereld van de Islam kan daardoor stijgen, nu hij als heerser over Mekka en als bewaarder van het oudste heiligdom van de Islam, een haast religieuze rol kan spelen. In ieder geval wordt aldus in deze konferentie door de „progressieve" Arabische revolutionairen niet de eerste viool gespeeld, en daardoor het gevaar voor staatsgrepen als in Libye plaatsvond, voor de monarchen van de Arabische wereld niet vergroot. De politieke konsekwentie voor Nasser lijkt, dat hij even geïsoleerd bUjft in zijn „uitputtingsoorlog" als voor de brand in de Al Aksa moskee het geval was, en hij poütiek en mihtair in een riskante situatie is beland.

Geruchten om Nasser.

Het meest opvallende is, dat Nasser zelf niet aan de Islamitische topkonferentie zal deebemen ten gevolge van ziekte. Het is bekend, dat Nasser üjdt aan suikerziekte en reeds eerder daardoor zijn politieke arbeid heeft moeten onderbreken. De mogelijkheid van een plotseling lichamelijk uitvallen van Nasser is dus denkbaar. Verwonderlijk wordt echter dit gebeuren als tevens bekend wordt, dat Nasser een reis naar Moskou, waarbij een bespreking met de Russische leiders op het program stond, heeft afgezegd, en in Moskou men door deze mededeling ten zeerste verrast blijkt. De normale diplomatieke kanalen zijn blijkbaar niet gebruikt. De vraag rijst derhalve; is de ziekte van Nasser van , , politieke" aard, of wordt zij voor politiek gebruik erger voorgesteld dan zij is?

Een korrespondent van het Libanese dagblad „Al Jarida", wist al vóór de ziekte van Nasser te melden, dat deze bezig was een belangrijke zuivering in Egyptische politieke en militaire kringen door te voeren. De zuivering zou in de eerste plaats personen betreffen, die bekend waren als pro-Russisch. Zeker schijnt dat er in de legerleiding een ingrijpende plotselinge wijziging is uitgevoerd door Nasser. Is er naast de vele onderUnge verdeeldheid in de Arabische gelederen, die Nasser niet weet op te heffen, nog een spanning tussen hem en de Egyptische legerleiding? De opeenhoping van Russische wapenen aan de Egyptische zijde van het Suez-kanaal en de voortdurende verheviging van de militaire konfrontatie, kan door haar teleurstellend verloop voor vele Egyptische officieren wel eens de aanleiding vormen tot ontevredenheid over Nassers politieke en militaire strategie.

Het gordijn over de gebeurtenissen is niet opgehaald. Maar het is zelfs ongeacht wat er thans in Egypte gebeurt, te verwachten, dat de voortdurende oorlogsdruk in de Arabische landen steeds meer radikaliserend zal werken op de politieke verhoudingen. Dat gold voor koning Idris van Libye. Dat zal ook voor koning Hoessein van Jordanië en wellicht ook voor koning Feisal gelden. Maar ook Nasser blijft niet altijd veilig voor de volksbewegingen en oorlogsspanningen, die hij oproept, terwijl sukses uitblijft. De Arabische wereld schijnt weer in een kritieke fase gekomen te zijn, en niemand kan zeggen, waarheen de stroom van revolutie, ooriog, ontevredenheid en onderlinge verdeeldheid zal leiden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 september 1969

De Banier | 8 Pagina's

DE SPANNING IN HET MIDDEN-OOSTEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 september 1969

De Banier | 8 Pagina's