Het Rode Boekje voor Scholieren
Inleiding
Enkele zogenaamd kritische leraren hebben in voortdurend overleg met leerlingen een boekje samengesteld in een voor een 14-jarige MAVO-leerling verstaanbare taal ten behoeve van de strijd om een echte democratische school. Het is uitgegeven door Bruna die destijds ook het „rode boekje" van Mao-Tse-toeng (het brevier voor Mao's onderdanen) in eën Nederlandse vertaling op de markt bracht. In korte tijd zijn er meer dan honderdduizend exemplaren (ƒ2, 50 per stuk, dus reken maar uit) van verspreid. Re-^ acties bleven niet uit: een groep „nuchtere" leraren publiceerde een groen boekje, terwijl er ook nog een „rood-wit-blauw"boekje in omloop is. Een anarchistische uitgever in Dordrecht brengt voor drie kwartjes in offset-druk Het rode boekje voor arme scholieren uit dat precies dezelfde inhoud heeft als de „kapitalistische" uitgave van Bruna.
In België circuleren gestencilde kopieën, omdat de Belgische minister Vranckx de invoer van dit rode boekje — terecht — heeft verboden.
De democratische school in theorie
Om met een kerncitaat te beginnen: „Veel leerlingen en enkele leraren wiUen een andere echt democratische school, waar: De schoolraad van leerlingen, leraren en ouders alle beslissingen neemt, de leraren benoemd worden door de schoolraad, de leerlingen zelf bepalen wat ze wiUen leren, hoe en met wie. ieder in zijn eigen tempo en op zijn eigen wijze werkt, ieder zelf de groep kiest waar hij in wil zitten, het werk door de hele werkgroep van leerlingen en leraren wordt beoordeeld, de leerlingen zelf de sfeer bepalen en, ruimtes aanwezig zijn om te praten, te dansen, te spelen, te vrijen, te roken, te leren, te sporten, met je handen te werken."
Omdat deze situatie niet spontaan door alle betrokkenen wordt gewenst, is het noodzakelijk om (laten we even in hun simplistische gedachtengang meedenken) op basis van een uitsluitend eenzijdige analyse van de huidige maatschappij-en onderwijsstructuren een zodanige voorstelling van zaken te geven dat de conclusie niets anders kan zijn dan: je moet bewijzen dat overleg onzin is door onmogelijke eisen te stellen. Maar stel dat ze wel op de eisen van de actievoerende scholieren ingaan? De oplossing is nogal simpel (zo te zien zijn er eenvoudig geen moeilijkheden): „Als ze (de schoolleiding) toegeven waren je eisen niet belangrijk genoeg om er een aktie voor te voeren". Vervolgens geven ze de scholieren de vaderlijke raad (in overleg met leerlingen vastgesteld) om ervoor te zorgen dat de akties zich binnen een paar dagen afspelen, want als het langer duurt verliezen de meesten hun belangstelling. Verder krijgen de leerlingen de instiijctie om, zo gauw de aktie begonnen is, alle kranten, het A.N.P., de radio en de T.V. op te bellen. Binnen het kader, zo redeneren de wereldhervormers op hun zolderkamertjes, van de revolutionaire strijd is publiciteit je belangrijkste wapen. Daarbij rijst ondertussen wel de vraag of ze, nu ze hun voorkeur voor publiciteit middels dit schotschrittje publiek hebben gemaakt, hun actieve manipulaties met de massa-media niet op een te doorzichtige leest hebben geschoeid.
De democratische school in de praktijk
Ze sturen het doelbewust aan op chaos — op school mag geen orde zijn — maar tijdens de akties moet er wel voor een ordedienst worden gezorgd.
Temeer een bewijs voor de stelling dat een ieder zo zijn moeilijkheden heeft. Dit blijkt bovendien uit een rapport dat een kritische leraar enige tijd geleden schreef over zijn teleurstellende persoonlijke ervaringen met het ideale democratische resp. anarchistische onderwijs. Een citaat; , .Het verloop van de lessen is nu zo: met een schreeuw onderbreek ik hun gepraat en geloop en bied aan om de voor het moment te behandelen leerstof uit te leggen. De periode dat dit ongestoord kan, varieert van vijf tot twintig minuten. In een uitzonderingsgeval is het we] eens een hele les. Meestal begint eerder rumoer te groeien. Dan zeg ik dat dat een onduidelijk geformuleerd verzoek is om op te houden. Mijn aanbod is dan om leerlingen, die dat willen individueel te helpen. Sommigen doen dat. Anderen gaan voor zichzelf aan het werk. Maar er wordt ook gekaart, pornografische poppetjes gemaakt van papier en gesard. Het komt soms tot een geluidsniveau waarop individueel bezig zijn ook niet meer mogelijk is. Dan regent het verwijten: U moet zorgen dat we hier kunnen werken. Als ik op mijn rapport een onvoldoende krijg dan is het uw schuld". ï^n vanzelfsprekend citaat dat commentaar over bodig maakt. Het is ondoenlijk om het hele boekje serieus door te lopen — de resterende wenken inzake seks, geslachtsziekten, voorbehoedmiddelen, abortus, drugs e.d., zijn te laag-bij-de-gronds om er enige aandacht aan te besteden.
Achtergrond
Het boekje is als geheel beslist geen doordenkertje. Een analyse van hun ideeën levert het volgende op: de enige boosdoener is het zogenaamde kapitalistische systeem, gekenmerkt als het wordt door ongelijkheid, concurrentie en gezag. De mens is in deze constellatie — volgens de linkse kritiek — geheel ondergeschikt gemaakt aan het produktieproces. Een afspiegeling van deze situatie vormt het onderwijs.
Huiswerk, proefwerken, tentamens, examens, domme en knappe leerlingen (en breidt u zelf maar uit) zijn allemaal een gevolg of liever de schuld van dit systeem, dat tevens de oorzaak is van het feit dat we geen vrije mensen, maar platgewalste meelopers zijn. Deze uitsluitend eenzijdige voorstelling van zaken op school, thuis en in het bedrijf, gehuld in het versluierde gewaad van de demagogie, doet ernstig tekort aan de verstandelijke vermogens van al diegenen die met dit boekje worden geconfronteerd. Zo'n nadere kennismaking doet wel het bange vermoeden oprijzen dat een bijscholing in de vorm van een applicatiecursus voor deze kritische leraren beslist onvoldoende zal zijn.
Ideologisch — als men dan toch die richting uit wil — is het niet te klassificeren onder het doctrinaire communisme, maar onder het de laatste tijd weer in zwang komende raden-communisme (Rosa Luxemburg en Anton Pannekoek) en het nauw daarmee verwante anarchisme (Kropotkin en Bakoenin).
Slotconclusie
Beide laatstgenoemde stromingen gaan uit van het feit dat de mens ten goede geneigd is. Wanneer de vijand — globaal al datgene dat afbreuk doet aan de absoluut vrije ontplooiing van de mens — middels de revolutionaire strijd is uitgebannen ontstaat er een samenleving waarin allen op hun gebied met elkaar in volkomen vrijheid autonoom beslissen wat er dient te gebeuren. Het is begrijpelijk dat uitgangspunt en doelstellingen hemelsbreed verschillen met een bijbelse benadering van deze problematiek. Onze wegen zijn niet hun wegen en omgekeerd. De Bijbel waarschuwt terecht tegen de chaos die het werk van de vorst der duisternis is. Het is daarom wel zaak om de vijand te onderkennen en principieel te weerleggen en te weerstaan. Het boekje leent zich niet om als uitgangspunt te dienen voor een serieuze bespreking over zaken die betrekking hebben op het onderwijs. Daarvoor is het te ondermijnend en tendentieus. In zijn onverhulde, simpele en half-intellectuele vorm is een directe uit-en doorwerking niet ondenkbaar. Vooral voor de leeftijdcategorie waar het voor is geschreven is het niet van alle verleidelijkheid ontbloot. Reden temeer om waakzaam te zijn en te blijven. Het ware beter geweest dat het boekje zijn verspreidingskansen niet had gekregen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1971
De Banier | 12 Pagina's