Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verhoging van de accijns op benzine; wijziging wet op het Rijkswegenfonds;  wijziging wet Uitkeringen Wegen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verhoging van de accijns op benzine; wijziging wet op het Rijkswegenfonds; wijziging wet Uitkeringen Wegen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1

Rede van ir. M. van Rossum

De inflatie en de verkeersveiligheid.

Wij staan voor een moeilijke keuze bij de bespreking van de onderhavige wetsontwerpen. De inflatie — ook mijn fractiegenoot de heer Van Dis heeft hierover hedenmiddag reeds uitvoerig gesproken — is een maatschappelijk kwaad dat aller bestrijding volkomen waard is; wij willen daaraan graag meedoen. Als wij het kwaad willen bestrijden, dan zullen de oveiheidsuitgaven zeer drajstisch moeten worden beperkt. Deze wetsontwerpen willen daaraan hun steentje bijdragen. Aan de andere kant moeten wij wel bedenken dat verkeersonveiligheid en daarmee het aantal ongevallen op de weg ook een maatschappelijk kwaad is. Zoals het zo dikwijls het geval is, zouden we graag kiezen tussen goed en kwaad. Dat lukt echter vaak niet, en dan moeten wij kiezen tussen twee kwaden: de inflatie en de verkeersonveiligheid. Dat is dus de keu- ze, waarvoor wij hier in wezen staan. Het is altijd moeilijk om tussen twee kwaden te kiezen.

Besnoeiing op de autosnelwegen.

Het Rijkswegenfonds is er namelijk oorspronkelijk zeer duidelijk op ingesteld, de verkeersonveiligheid te beperken. Blijkens de memorie van antwoord heeft het ook aan dat doel zeer goed beantwoord. Er moeten dus wel zeer zwaarwichtige redenen zijn om daarin nu te gaan snoeien. Aan de andere kant wil overheidsuitgaven beperken zeggen, dat men het bij kostbare werken moet zoeken. De rijkswegen, speciaal de autosnelwegen kostten 2, 5 min per km in 1965. De minister is zo goed geweest, ons een staatje te leveren om te laten zien, hoe de kostenstijgingen waren. Als men het omrekent, kosten ze nu 4, 5 min per km, afgezien dan nog van de zeer dure kunstwerken. Als men dus ergens wil besnoeien, moet men het doen op dure werken, dat zijn onder andere autosnelwegen. Daaraan heeft de minister dan ook getracht, zijn bij/irage te leveren. Ik wil alleen vragen, of er, als wij het niet hadden gedaan, maar de nieuwe procedure van minister Bakker met haar inspraak hadden gevolgd, dan op zichzelf al niet een geweldige afremming zou hebben plaatsgehad doordat de procedure zoveel langer zou duren en wij dus toch niet tot snelle aanleg van wegen zouden zijn gekomen.

Een ander punt — misschien werkt het ook iets in het voordeel van de minister — is, dat wij toch wat meer wegen zouden kunnen aanleggen doordat, als ik wel geïnformeerd ben, op het ogenblik een aantal aanbestedingssommen van wegen nogal meevalt. Dat zou dan weer gunstig kunnen werken.

Als de minister op deze weg doorgaat, wil ik hem toch wel vragen, of hij bereid is, met de post van 65 min., die hij daarvoor speciaal heeft — de post wordt ook in de stukken genoemd —, alles te doen om bottlenecks en black spots zoveel mogelijk lot een goede oplossing te brengen en daarmee zoveel mogelijk de verkeersonveiligheid te bestrijden.

Bruto-inkomsten van wegenbelasting en bezineaccijns.

Weer een ander punt is, dat blijkens de memorie van antwoord de bi'utoinkomsten van wegenbelasting en benzineaccijns samen 560 min. zullen bedragen. In de nota naar aanleiding van het eindverslag hebben wij gelezen dat daarvan slechts 2 min., met name 1 min. voor de PTT en 1 min. voor de vergoedingen aan rijksambtenaren, wat verhoogde autokostenvergoeding betreft, uit 's rijks kas zullen worden betaald; dat wil zeggen een netto-opbrengst van 558 min., voorwaar een zeer hoog rendement. Alleen moeten wij natuurlijk niet achteraf ergens in suppletoire begrotingen of iets dergelijks vinden dat de transportkosten overal zijn gestegen, want dat zou natuurlijk onjuist zijn. Ik hoop met Argus-ogen erop toe te zien, dat ik in de toekomst dat argument nergens zal vinden. Dat is namelijk duidelijk gevraagd en hierop is ontkennend geantwoord. Dit zal de minister van Financiën wel duidelijk willen bevestigen of anders de staatssecretaris.

Heffing op de hoofdsom van de m otorrij tuigenbelasting.

Er is een heffing op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. Nu staat er in de memorie van antwoord op blz. 4, linkerkolom, dat de hoofdsom meer dan evenredig stijgt met het gewicht. Dat is op zichzelf juist. Nu heeft volgens dezelfde passage het tegengestelde effect plaats bij de op­ centen. Ik meen dat dit ook op zichzelf volkomen juist is, want deze opcenten zijn een doelheffing voor het Rijkswegenfonds, welk fonds gaat over grote wegen, die op zware transporten zijn berekend. Juist om die reden meen ik, dat het juist is, dat het daar om de aantallen gaat en niet om de gewichten, want de grote gewichten spelen juist bij kleinere wegen een rol. Als men dus zegt: de zware transporten op kleinere wegen vragen zoveel meer onderhoud, dan is het terecht dat het niet juist is, dat hier het plafond in de opcenten wordt doorbroken, daar deze toch uitsluitend bestemd zijn voor de autosnelwegen. Om die reden meen ik dat het hier gaat om een redenering pour besoign de la cause. Mijns inziens is die redenering dan ook minder juist. Ik heb er dan ook alle begrip voor om hier een verschuiving toe te passen, waarbij wij dan wat minder aan de opcenten op de motorrijtuigenbelasting doen en dan ook liever een nieuw plafond inbouwen en iets meer aan de benzineaccijns. Het amendement van de heer Pots spreekt ons dan ook zeer aan. Wij zullen daar dan ook graag mee meegaan, .mede ten behoeve van de goede concurrentieverhoudingen in het beroepsgoederen ver voer.

Harmonisatie in E.E.G.-verband.

Wat spijtig wordt in de memorie van antwoord op blz. 2, linkerkolom, geconstateerd, dat het in EEG-verband nog weinig opwekkend is met de harmonisatie en dat het nog wel geruime tijd zal duren, voordat in de gemeenschap ter zake eenheid van opvatting bestaat, temeer, omdat men nauwelijks inzicht heeft in de kwantitatieve gevolgen. Komen wij tot de vorming van een algemeen verkeersfonds, dan zal vooral ook dit facet moéten meespelen. De heer Van Thijn wees er reeds op, dat ook de studies, die het Nederlands Economisch Instituut op dit punt heeft ingesteld — het geldt misschien ook voor het onderzoek van de commissie-Volmüller —, zeer duidehjk mee dienen te spelen bij de instelling van het Algemene Verkeersfonds. Het is bepaald nog niet uit de verf gekomen. In principe heeft men een aanzet. Het is volgens de minister zelfs nog helemaal geen beslissende aanzet. Er zijn reeds vele vragen over gesteld, met name in het voorlopig verslag. De minister antwoordt, dat hij er thans maar niet op in gaat. Ook bij de behandeling van de begroting van Verkeer en Waterstaat zijn er vragen over gesteld. Ik heb er begrip voor, dat de minister er thans niet op in gaat. Ik wil hem echter wel de duidelijke toezegging ontfutselen, dat hij op alle vragen, die erover zijn gesteld en die nog niet zijn beantwoord, wel zal reageren in de memorie van toelichting bij het algemeen verkeersfonds. Het is mijns inziens juist, dat de vragen in ieder geval een keer worden beantwoord. Ik mag het mijns inziens aan deze minister nu wel vragen.

Procedurekwestie.

Met de behandeling van het desbetreffende wetsontwerp was nu zeer grote haast geboden. Om die reden zijn vele vragen niet beantwoord. De excuses, die ervoor zijn aangevoerd, kunnen wij nu gelet op de grote haast aanvaarden, maar niet, wanneer zulk een gewichtig en principieel besluit wordt genomen als dat inzake de instelling van een algemeen verkeersfonds.

De bewindslieden hopen, dat het per 1 januari 1973 in werking zal treden.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1972

De Banier | 8 Pagina's

Verhoging van de accijns op benzine; wijziging wet op het Rijkswegenfonds;  wijziging wet Uitkeringen Wegen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1972

De Banier | 8 Pagina's