ONTWERP REGLEMENT VAN DE STAATKUNDIG GEREFORMEERDE PARTIJ

Artikel 1: Naam

Wanneer in dit reglement sprake is van de partij, wordt daarmede bedoeld de Staatkundig Gereformeerde Partij als omschreven in artikel 1 der statuten.

Artikel 2: Werkzaamheden van de hoofdbestuursleden

a. De eerste voorzitter presideert de vergaderingen van het hoofdbestuur, van .de Algemene en Huishoudelijke Vergadering en van de Raad van Advies.

b. De tweede voorzitter vervangt de eerste voorzitter bij diens ontstentenis.

c. De eei'ste secretaris redigeert de notulen van de vergaderingen genoemd onder a. van dit artikel; legt een register aan van de plaatselijke kiesverenigingen overeenkomstig de gegevens vermeld in art. 11 van dit reglement; voert de correspondentie; houdt copie van alle uitgaande stukken; ordent deze zowel als de ingekomen stukken en brengt jaarlijks aan de kiesverenigingen verslag uit van de toestand van de partij. Hij verzorgt het partij archief, waarin van elke uitgave van het partijblad en alle andere publikaties tenminste twee exemplaren worden bewaard.

d. De tweede secretaris vervangt de eerste secretaris bij diens ontstentenis en staat de eerste secretaris in zijn werkzaamheden bij volgens een werkverdeling, die de goedkeuring van het hoofdbestuur behoeft.

e. De eerste penningmeester ontvangt de contributies van de plaatselijke kiesverenigingen en verdere aan de partij toekomende gelden, hij voldoet gemaakte onkosten en doet jaarlijks aan de kiesverenigingen rekening en verantwoording van zijn beheer.

f. De tweede penningmeester vervangt de Ie penningmeester bij diens ontstentenis en is mede met de behartiging van de financiën belast, een en ander volgens een werkverdeling, die de goedkeuring van het hoofdbestuur behoeft.

g. De algemeen adjunct neemt bij ontstentenis van een der bestuursleden genoemd in lid b, d en f van dit artikel diens functie waar. h. De bestuursleden kunnen door het hoofdbestuur met een bepaalde, notulair omschreven taak, worden belast.

Toelichting:

Dit artikel bevat de inhoud van art. 11 van de oude statuten. De omschrijving van de taken is uitgebreid. Een bepaling over het partijarchief is nieuw alsook lid h.

Artikel 3: partij Dagelijks bestuur van de

a. Het dagelijks bestuur, als bedoeld in art. 10, lid f der statuten, is belast met de voorbereidingen van de ver­ gaderingen genoemd in art. 2 lid a van dit Algemeen Regl^ement, en met de uitvoering van besluiten.

b. In het algemeen is het dagelijks bestuur gerechtigd tot het afwikkelen van lopende zaken, die door het hoofdbestuur als zodanig aan hem zijn gedelegeerd, welke delegatie blijkt uit de goedgekeurde notulen.

c. Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het afdoen van zaken, die een beslissing op korte termijn vragen en niet van zodanige principiële of belangrijke aard zijn, dat zij vooraf aan het oordeel van het hoofdbestuur der partij zouden moeten worden onderworpen.

d. Het dagelijks bestuur is te allen tijde verantwoording schuldig van zijn beleid aan het gehele hoofdbestuur.

Toeiichting:

tritwerking van de taak van het dagelijks bestuur is voorgeschreven in art. 10 van de Statuten.

Artikel 4: Stemmingen

Voorzover voor met name genoemde stemmingen niet bijzondere bepalingen zijn gemaakt gelden de volgende regels:

a. Bij staken van stemmen over een zaak wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij staken van stemmen over personen wordt de oudste in jaren geacht gekozen te zijn.

b. Levert een eerste stemming over personen geen meerderheid op als omschreven in art. 11 lid a van de Statuten, dan volgt een tweede vrije stemming. Levert ook deze geen meerderheid op, dan wordt een herstemming gehouden tussen de twee personen, die het hoogste aantal stemmen op zich hebben verenigd. Aan deze herstemming gaat zonodig een tussenstemming vooraf tussen hen, die een gelijk aantal stemmen hebben verkregen.

c. Stemmingen ovei-personen geschieden met gesloten briefjes. Blanco ingeleverde en ongeldige briefjes zijn van onwaarde voor de uitslag van de stemming. Voor de beoordeling van de geldigheid van de stemming tellen deze wel mee.

Toelichting:

De eerste volzin van art. 8 van de oude statuten is in dit artikel verwerkt. Verder is een regeling opgenomen voor de gang van zaken wsinneer bij een eerste stemming geen meerderheid wordt verkregen.

Artikel 5: Stembureau voor Algemene en Huishoudelijke Vergadering

a. Een stembureau, gevormd door niet-hoofdbestuursleden en aangewezen door het dagelijks bestuur van de partij aan de hand van de presentielijst van de Algemene en Huishoudelijke Vergadering, is belast met het controleren en tellen der uitgebrachte stemmen.

b. Een der leden van het stembureau wordt door het dagelijks bestuur tot voorzitter benoemd. Bij twijfel over leesbaarheid en duidelijkheid van een uitgebrachte stem, berust de beslissing bij hem na aan twee leden van het stembureau hun mening te hebben gevraagd.

Artikel 6: Geldmiddelen van de partij

a. Het boekjaar van de partij loopt van 1 januari tot 31 december van elk jaar.

b. De financiële administraties van de partij en het partijorgaan dienen wel te worden onderscheiden, zodat een duidelijk inzicht in baten en lasten van beide genoemde onderdelen te allen tijde kan worden verkregen.

c. De inkomsten der partij bestaan uit de contributies van de kiesverenigingen, die over elk kalenderjaar moeten worden voldaan vóór 1 oktober van het betreffende kalenderjaar, collecten, giften, legaten en andere wettige baten.

d. Een jaarlijkse bijdrage tot het instandhouden van het partijbureau, door elke kiesvereniging vast te stellen op basis van vrijwilligheid, tenzij deze bijdrage is vastgesteld door een Algemene of Huishoudelijke Vergadering.

Toelichting:

Wat de bijdrage betreft voor het Partijbureau is de Algemene ol Huishoudelijke Vergadering eventueel bevoegd een vaste bijdrage te stellen.

Artikel 7: Controle van financiële administratie en geldmiddelen

a. De controle van de financiële administratie en van de geldmiddelen van de partij dient jaarlijks te geschieden door een door het hoofdbestuur te benoemen commissie tot het nazien van de boeken en geldmiddelen van de penningmeester. Deze commissie bestaat uit drie terzake kundige leden, waarvan elk jaar één lid verplicht aftreedt.

Deze commissie brengt zo mogelijk op de Algemene Vergadering schriftelijk verslag uit van haar bevindingen. De goedkeuring van het in dit lid genoemde verslag door de Algemene Vergadering strekt de penningmeester tot volledige décharge.

Artikel 8; Commissies

Het hoofdbestuur der partij kan werkcommissies instellen, die uitsluitend het hoofdbestuur van advies dienen en zich van elke uitspraak in naam van de partij onthouden.

Artikel 9: Vragen en voorstellen Algemene Vergadering

a. Vóór 15 oktober kunnen de in artikel 7, lid b, der statuten omschreven plaatselijke kiesverenigingen eventuele vragen en voorstellen ter behandeling op de Algemene Vergadering bij het hoofdbestuur indienen, b. Het hoofdbestuur zendt vóór 1 november de ingekomen vragen en voorstellen, voorzover zij de laatste drie jaren niet op een Algemene of Huishoudelijke Vergadering zijn behandeld, waarvan aan indienende kiesvereniging schriftelijk wordt kennis gegeven, toe aan het bestuur van de Provinciale Vereniging, waartoe indienende kiesvereniging behoort. Dit bestuur brengt het voorstel of de vraag na bespreking in stemming op een vergadering van afgevaardigden van aangesloten kiesverenigingen.

c. Indien de vraag of het voorstel een meerderheid verkrijgt, stuurt het bestuur van de Provinciale Vereniging vóór 15 december de vraag of het voorstel met opgave van stemverhouding in bij het hoofdbestuur ter behandeling op een Algemene Vergadering.

d. Het hoofdbestuur heeft het reoht vragen en voorstellen, die op de agenda geplaatst worden, te voorzien van een prae-advies.

e. Voorts kan het hoofdbestuur om gewichtige redenen, die duidelijk omschreven moeten zijn, een vraag of voorstel terugzenden aan het bestuur van de desbetreffende Provinciale Vereniging(en). Wordt het opnieuw door de vergadering(en) van afgevaardigden van de Provinciale Vereniging(en) aangenomen, dan komt het óp de agenda van de eerstvolgende Algemene of Huishoudelijke Vergadering.

f. Elke vraag of voorstel moet op een afzonderlijk vel papier bij het hoofdbestuur worden ingezonden. I

Toelichting: '

Uitwerking van art. 14 van de oude statuten vastgesteld op de algemene vergadering van 12 feb. 1970 en bestemd voor het algemeen reglement. In lid a vervalt „of op de huishoudelijke vergadering".

Artikel 10: Vragen en voorstellen Huishoudelijke Vergadering

Tenminste twee maanden vóór de datum van de Huishoudelijke Vergadering zendt het hoofdbestuur aan elke kiesvereniging een agenda toe, waarop de te behandelen vragen en voorstellen zijn vermeld, eventueel voorzien van een prae-advies van het hoofdbestuur.

Artikel II: Verplichtingen kiesverenigingen, statenkringverenigingen en provinciale verenigingen

De secretarissen van de plaatselijke en de gemeentelijke kiesverenigingen van de statenkringverenigingen en van de provinciale verenigingen zijn verplicht jaarlijks vóór 15 maart aan de secretaris van het hoofdbestuui-te zenden:

1. Een naamlijst van de bestuursleden met adressen en functieverdeling. 2. Eenmaal in de vijf jaar een opgaaf van het aantal leden met naam en adres. 3. Een opgaaf van het aantal leden, voorzover dit van toepassing is. 4. Een lijst van bij de statenkringen provinciale vereniging aangesloten kiesvereniging, eveneens voorzover dit van toepassing is.

Toelichtinif:

Dit artikel is in hoofdzaak gelijk aan art. 15 van de oude .statuten. Toegevoegd is onder 2 genoemde

Artikel 12: Afvaardiging

a. De omvang van de afvaardiging van elke plaatselijke kiesvereniging naar de vergadering van de statenkringvereniging, de provinciale vereniging, de Algemene en Huishoudelijke Vergadering wordt als volgt bepaald:

Kiesvereniging met aantal leden van 75 of minder twee afgevaardigden; kiesvereniging met aantal leden van 76 tot 150 vier afgevaardigden; kiesvereniging met aantal leden van 151 tot 225 zes afgevaardigden; kiesvereniging met aantal leden van 226 tot 300 acht afgevaardigden; kiesvereniging met aantal leden van 300 en meer tien afgevaardigden.

b. Voor de bepaling van het aantal leden van een kiesvereniging bedoeld in lid a van dit artikel geldt het aantal leden, waarvoor in het voorafgaande jaar contributie is betaald. c. De afgevaardigden ontvangen van hun kiesverenigingen mandaat tot het kiezen van een door de kiesvereniging aangewezen bestuurskandidaat en het stemmen vóór of tegen e«n voorstel.

Toelichting:

In de oude statuten was het aantal afge-, vaardigden bepaald op twee per kiesvereniging. El-zijn redenen van billijkheid te noemen om hierin wijziging te brengen. In de achter ons liggende jaren zijn door hei-indeling van gemeenten in enkele streken kiesverenigingen uit verschillende dorpen samengevoegd tot één kiesvereni. ging. Vóór de herindeling hadden bijvoorbeeld drie kiesverenigingen in drie dorpen zes afgevaardigden, nadien is de afvaardiging teruggevallen op twee personen. De nieuwe kiesvereniging heeft wel veel meer leden, doch slechts eenderde van de afvaardiging. In andere gevallen bleef een samenvoeging achterwege. Deze kiesverenigingen behouden dus wel hetzelfde aantal afgevaardigden. Door de ivoorgestelde regeling wordt die onbillijkheid enigermate weggenomen.

In het algemeen is er iets te zeggen om bij afvaardiging te streven naar een geringe mate van evenredigheid. De grootte yan de kiesvereniging komt zodoende enigszins tot uitdrukidng in het aantal afgevaardigden. Of een kiesvereniging van de geboden mogelijkheid meer afgevaardigden te zenden dan tot dusver ligt geheel aan deze kiesvereniging zelf.

Het aantal afgevaardigden zal bij aanyaarding van dit artikel niet in beduidende mate groter worden. Er zijn namelijk 230 kiesverenigingen van de 300 die minder dan 75 leden tellen. Bovendien leert 4 de ervai-ing dat immer een niet gering aantal kiesverenigingen in gebreke blijtt afgevaardigden te zenden.

Artikel 13: Samenstelling en taak van de Raad van Advies

a. Deze Raad van Advies (de zogenaamde vertrouwensvergadering) wordt als volgt samengesteld: de provinciale verenigingen van de provincies Groningen-Drenthe, Friesland, Noord-Holland en Noord-Brabant zenden elk twee afgevaardigden; de provinciale verenigingen van de provincies Overijssel, Utrecht en Zeeland zenden elk drie afgevaardigden, de Provinciale Vereniging Gelderland zendt vier en de Provinciale Vereniging Zuid-Holland zes afgevaardigden.

Na elke verkiezingerl voor de Tweede Kamer is het Hoofdbestuur bevoegd voorstellen tot wijziging in het aantal afgevaardigden (zogenaamde vertrouwensmannen), dat iedere provinciale Vereniging mag zenden, te doen aan de Algemene of Huishoudelijke Vergadering, gelet op het aantal uitgebrachte stemmen per provincie.

b. De afgevaardigden en hun plaatsvervangers worden bij een vrije stemming en overeenkomstig het bepaalde in art. 14 van dit reglement, door de Provinciale Vereniging gekozen uit een door het bestuur van deze vereniging samengestelde aanbeveling, die een aantal namen bevat, dat tenminste gelijk is aan het dubbele van het aantal te verkiezen afgevaardigden en plaatsvervangende afgevaardigden. Het bestuur van de Provinciale Vereniging geeft ter vergadering gelegenheid andere namen te noemen, die aan de aanbeveling worden toegevoegd.

c. De in lid b van dit artikel bedoelde aanbeveling dient aan de volgende vereisten te voldoen:

1. Niet meer dan de helft van het totaal genoemde personen mag zitting hebben in het bestuur van de Provinciale Vereniging.

2. De genoemde personen moeten woonachtig zijn in verschillende delen van de provincie, voorzover in een bepaalde streek een redelijk aantal kiesverenigingen aanwezig zijn.

3. Er dient, indien mogelijk, naar te worden gestreefd, dat de aanbeveling tenminste voor éénderde deel bestaat uit personen, die zitting hebben in raden en staten.

d. De afgevaardigden en hun plaatsvervangers worden gekozen voor de tijd van vier jaar. Ieder jaar treedt een evenredig deel af volgens een door het hoofdbestuur te stellen rooster. Na hun aftreding komen afgevaardigden gedurende een periode van twee jaren niet in aanmerking om gekozen te worden tot afgevaardigde of plaatsvervanger.

e. Elke afgevaardigde ontvangt van de secretaris van zijn Provinciale vereniging een geloofsbrief, die tenminste vermeldt zijn naam en adres, eventuele functies in de partij en de datum, waarop verkiezing tot afgevaardigde plaats vond, alsmede het jaar van aftreden. Deze geloofsbrief dient voor de voorzitter en secretaris van de Provinciale Vereniging te zijn ondertekend en wordt vóór de aanvang van de vergadering van de Raad van Advies aan de secretaris van de partij overgelegd.

f. Wanneer een afgevaardigde het vertrouwen schendt, is het hoofdbestuur van de partij bevoegd aan de betreffende Provinciale Vereniging te verzoeken een andere afgevaardigde te zenden. Dit verzoek is bindend.

Een afgevaardigde naar de Raad van Advies, die wegens schending van vertrouwen moet worden vervangen, komt gedurende een periode van minstens vier jaar niet in aanmerking om als afgevaardigde te worden aangewezen.

Toelichting:

Vóór de oorlog was de betekenis van de Vertrouwensvergadering beperkt. In de statuten is dat nog duidelijk. Eén keer in de vier jaaj-werd ze als regel samengeroepen. Tijdens het voorzitterschap van wijlen ds Zandt ging het Hoofdbestuur er toe over de Vertrouwensvergadering jaarlijks bijeen te roepen. In allerlei beleidsvragen werd advies gevraagd. Gezien de toegenomen betekenis en de vergi-ote invloed is het alleszins billijk richtlijnon te geven voor de samenstelling. Het moet evenzeer van belang geacht worden dat de afgevaardigden de provincies werkelijk vertegenwoordigen.

Daai-voor is de verkiezing door de vergadering van de Provinciale Vereniging de geëigende weg. Bij liet vaststellen van het aantal afgevaardigden is enigermate rekening gehouden met o.a. aantal leden en verenigingen en vooral met het aantal door de provincie uitgebrachte stemmen bij verkiezingen. Dit is zeer redelijk als we alleen bedenken dat bv. Gi-oningen met ruim 600 stemmen evenveel afgevaardigden zendt als Zuid-Holland met meer dan 60.000 stemmen dan ziet ieder terstond in, dat dit in geen enkele verliouding staat. Hot is bij lange niet een precieze bepaling maar er is wel rekening gehouden met grootte van de reipectievelijke provincies.

Artikel 14: Wijze van verkiezing van de afgevaardigden naar de Raad van Advies

a. Voor de functie van afgevaardigde of plaatsvervangende afgevaardigde naar de Raad van Advies worden aangewezen zij, die, na gehouden vrije stemming, een aantal stemmen op zich hebben verenigd, dat groter is dan gelijk is aan het aantal geldige stemmen genoemd onder b van dit artikel, al naar gelang het aantal afgevaardigden dat dé Provinciale Vereniging afvaardigt overeenkomstig art. 13 lid a van dit regleriient.

b. Bij een aantal van twee afgevaardigden is tenminsten vereist eenderde van het aantal geldige stemmen, bij drie afgevaai-digden eenvierde, bij vier afgevaardigden een vijf de, bij vijf afgevaardigden eenzes enzovoort.

c. Wordt bij een eerste stemming het vereiste aantal afgevaai'digden niet bereikt dan wordt een herstemming gehouden. Voor deze tweede stemming geldt eveneens het bepaalde onder lid b van dit artikel.

d. Wordt bij een eerste en bij een tweede stemming een aantal personen gekozen groter dan de Provinciale Vereniging mag afvaardigen, dan worden zij aangewezen, die achtereenvolgens de meeste stemmen op zich zagen uitgebracht.

Toelichting:

Deze manier van stemmen maakt een vlotte afwikkeling mogelijk.

Artikel T5: Functionering van de Raad van Advies

a. De adviezen kunnen door mi4del van een stemming, waaraan alleen vertrouwensmannen deelnemen, worden gegeven.

b. Het hoofdbestuur is aan de in lid a van dit artikel bedoelde adviezen niet gebonden en neemt, „de vertrouwensvergadering gehoord", geheel zelfstandig de beleidsbeslissingen.

c. In zeer bijzondere gevallen kan het hoofdbestuur de Raad van Advies om een bindend advies verzoeken. Alleen in dit geval nemen de leden van het hoofdbestuur aan de stemming deel.

Om een dergelijk bindend advies kan door het hoofdbestuur alleen worden verzocht, wanneer dit verzoek de steun heeft van 2/3 van het aantal hoofdbestuursleden.

Nimmer kan door het hoofdbestuur de verantwoordelijkheid voor het vragen en uitvoeren van een bindend advies tegenover de Algemene of Huishoudelijke Vergadering worden afgewenteld op de Raad van Advies.

Artikel 16: Royement

a. Een plaatselijke kiesvereniging kan, na herhaalde waarschuwing, overgaan tot schriftelijke royering van een lid wegens gedragingen in strijd met het Huishoudelijk Reglement van de vereniging, niet het beginselprogram of de statuten en reglementen der partij of de algemene gedragsnormen zoals omschreven inde Wet der Tien Geboden.

Het geroyeerde lid kan zich binnen zes weken na ontvangst van het desbetreffende bericht schriftelijk beroepen op liet bestuur der Provinciale Vereniging.

Aan de uitspraak van dit bestuur moeten beide partijen zich onderwerpen. Zittende leden in vertegenwoordigende lichamen en andere overheidspersonesi mogen ecliter niet geroyeerd worden zonder voorafgaande goedkeuring van het lioofdbestuur.

b. Het hoofrlbestuui' heeft de bevoecdheid tot schriftelijke royering van een lid van een plaatselijke kiesverenieinl over te ? aan, wnnnf^or d-^ze kiesvereniging in gebreke blijft, uiterlijk drie maanden na Gemotiveerd schriftelijk verzoek van het hoofdbestuur. Voor de "ernyeerde en het bestuur der kiesvereniging staat beroep open bij de Raad van Advipp. Dit beroep dient binnen zes weken na ontvangst van het bericht van ro.yering schriftelijk te worden gericht aan de secretaris van het partijbestuur. Aan de uitspraak van de Raad van Advies dienen beide partijen zich te onderwerpen.

c. Het hoófdbèstlitir is bevoegd tot het nemen van een besluit tot royement van een plaatselijke kiesvereniging, zulks echter - uitsluitend wegens gedragingen in strijd met de statuten, het Algemeen Reglement, de wettige besluiten van de Algemene of Huishoudelijke Vergadering of het Program van Beginselen. Tegen het schriftelijk meegedeelde royement kan binnen zes weken beroep worden aangetekend bij het hoofdbestuur, dat de zaak, voorzien van een praeadvies, ter be-slissing voordraagt aan de Aleemene of Huishoudelijke Vergadering. De uitspraak van de Algemene Vergaderine of Huishoudr-liike Vergadering is bindend voor beide partijen.

Toeliehting:

Do laatste volzin van lid a is ontleend 'aan art. 8 dor statuten 'oud), 2e ziu.

Artil^el 17: Kandidaatstelling Tweede Kamerverkiezing

a. Voor het stellen van kandidaten voor de verkiezing van de leden der Tweede Kamer kunnen de plaatselijke kiesverenigingen uit hun ressort of onmiddellijke omgeving, waar geen kiesvereniging bestaat, namen opgeven van personen, die de kiesverenigingen beginselgetrouw en geschikt achten om als lid van de Tweede Kamer op te treden. De kiesverenigingen moeten opgeven: volledige naam en voornamen (-naam) van de kandidaat, zijn kerkelijke gemeenschap, leeftijd, werkkring en eventueel, maar zakelijk en kort. gegevens die verder van belang kunnen zijn.

Deze gegevens moeten het hoofdbestuur vóór een nader in het partijorgaan te noemen datum bereiken.

b. Met behulp van de kandidatenlijst voor de vorige verkiezingen en uit de verstrekte namen, bedoeld in lid a van dit artikel, stelt het hoofdbestuur, de Raad van Advies ge- hoord, een gemotiveerde advieslijst samen, die de plaatselijke kiesverenigingen, indien ze dit althans wensen, kan dienen om een lijst met namen op te geven aan het hoofdbestuur.

c. De door de kiesvereniging ingezonden lijst met namen als bedoeld in lid b van dit artikel, laatste zinsnede, dient tenminste 15 personen te omvatten. Wanneer dit aantal niet wordt genoemd, woi-dt de lijst door het hoofdbestuur ter zijde gelegd.

d. Uit de binnengekomen namen maakt het hoofdbestuur een groslijst op.

e. Aan de hand van deze groslijst wordt door een bijzondere vergadering, bestaande uit de leden van het hoofdbestuur benevens de leden van de Raad van Advies, samengesteld zopls in art. 13 lid a van dit regleïTvent omschreven, de kandidatenlijst vastgesteld.

f. Bij tussentijdse Kamerontbinding' zal het hoofdbestuur naar bevind van zaken handelen.

ToeUehtins:

Bij besluit van de Al. Vergadering van 12 Jebr. 1970 werd dit artikel uit de statuten geliclit om te worden opgenomen in dit Alg. Reglement. De Prov. Ver. is in d"ze opzet als tussenschakel weggevallen. D.> '> 1: snrllei'e procedure, beter inzicht voor de in lid e bedoelde vergadering en het Hoofdbestuur.

Artikel 18: Kandidaatstelling Provinciale Statenverkiezing

a. Bij verkiezingen voor de Provinciale Staten kunnen de plaatselijke kiesverenigingen vóór 1 november namen van kandidaten, wonende in de betrokken provincie, opgeven aan het bestuur der Statenkringvereniging.

b. Vóór 15 november vergaderen de Statenkringverenjgingen en stellen uit de Ingekomen opgaven een groslijst samen, die tenminste tien namen moet bevatten, desgewenst met aanvulling van het aantal kandidaten.

c. De in lid b van dit artikel bedoel--de groslijsten worden overwijld ter kennis van het bestuur der Provinciale Vereniging en van de secretaris van het hoofdbestuur gebracht.

d. Waar geen Statenkringvereniging gevormd is, kunnen de kiesverenigingen namen noemen, tenminste vijf, rechtstreeks aan hel bestuur der Provinciale Vereniging.

e. Vóór 15 december vergaderen de besturen der Provinciale Verenigingen met 2 afgevaardigden van elke Statenkringvereniging in de betrokken provincie, om in overleg met het hoofdbestuur de kandidatenlijst voor de provincie op +6 maken. Deze lijst behoeft de goedkeuring van het hoofdbestuur.

f-De lijst wordt daarna in de vergadering der Provinciale Vereniging vastgesteld.

g-Het bestuur der Statenkring zorgt voor de indiening van de lijst.

Toelichting:

Dit artikel werd eveneens bij besluit van de Alg. Vergadering van 12-2-1970 bestemd om te worden opgenomen in dit reglement. De bepaling t.a.v, het vereiste aantal namen in lid b en d is nieuw.

Artikel 19: mcenteraad Kandidaatstelling Ge-

a. Wanneer de verkiezingen voor de gemeenteraad aanstaande zijn, kunnen de leden der kiesverenigingen aan het bestuur der plaatselijke kiesverenigingen namen noemen van degenen, die zij geschikt achten voor een kandidatuur. De gelegenheid daartoe staat open tot op de ledenvergadering der gemeentelijke kiesvereniging, die vóór 15 februari moet worden belegd.

Ook kan het bestuur van de kiesver­ eniging een vrijblijvende aanbeveling geven.

b. De ingekomen namen worden alfabetisch gerangschikt. Daarna wordt, met inachtneming van de wettelijke bepalingen dienaangaande, door de ledenvergadering bepaald hoeveel nam^n de kandidatenlijst zal bevatten; vervolgens wordt door dezelfde vergadering gestemd over de volgorde der kandidaten op de voorlopige kandidatenlijst.

Het bestuur der gemeentelijk kiesvereniging is gerechtigd tot het doen van een vrijblijvende aanbeveling over de volgorde van de lijst.

c. De voorlopige kandidatenlijst wordt onverwijld ter kennis van het bestuur der Statenkringvereniging en van het hoofdbestuur gebracht.

d. Binnen 14 dagen kunnen de leden van een bij de kandidaatstelling belanghebbende kiesvereniging bezwaren tegen de kandidaten of de samenstelling der lijst schriftelijk en met name ondertekend indienen bij het bestuur der gemeentelijke kiesvereniging en der Statenkringvereniging

Indien een Statenkringvereniging ontbreekt, dient men zich te richten tot het bestuur der Prov. Vereniging.

e. Worden binnen de gestelde termijn geen bezwaren ingebracht tegen de voorlopige lijst, dan is deze definitief.

Indien er bezwaren ingebracht zijn, worden deze door het bestuur der Statenkringvereniging (of Prov. Vereniging, indien de Statenkringvereniging ontbreekt) of 2 afgevaardigden daaruit, ter plaatse onderzocht, waartoe met het bestuur der betrokken gemeentelijke kiesvereniging vergaderd wordt en degenen die bezwaren hebben worden gehoord.

Door het bestuur der Statenkringvereniging . (of Prov. Vereniging, wanneer de Statenkring\'ereniging ontbreekt) of zijn afgevaardigden wordt advies gegeven.

De gemeentelijke kiesvereniging stelt, in een nieuw te beleggen ledenvergadering met inachtneming van dit advies, de kandidatenlijst zo nodig opnieuw op. Deze lijst wordt onverwijld ter kennis van het bestuur der Statenkringvereniging (Prov. Vereniging) en van het hoofdbe-.stuur gebracht.

f. In gemeente waar meer dan één plaatselijke kiesvereniging bestaai, worden de genoemde namen te voren door elk der plaatselijke kiesverenigingen tot een groslijst verenigd, welke ingediend wordt bij het bestuur der gemeentelijke kiesvereniging.

Verder wordt op overeenkomstige wijze met raadpleging der groslijsten in de vergadering-der gemeentelijke kiesvereniging de voorlopige kandidatenlijst opgemaakt.

Toelichting':

Ook dit artikel is overgenomen uit de oude statuten. De laatste zin van respectievelijk lid a, b en d is nieuw opgenomen. Daar niet in elke provincie statenkringverenigingen bestaan, is de mogelijkheid geopend om zich te beroepen op het bestuur de Provinciale Vereniging.

Artikel 20: Reglement Wijziging Algemeen

a. Wijzigingen in dit reglement kunnen door de Algemene of Huishoudelijke Vergadering worden aangebracht bij volstrekte meerderheid van stemmen, met inachtneming van het bepaalde in art. 11, lid c, der statuten.

b. Een voorstel tot wijziping dient op de agenda te zijn vermeld.

Aldus vastgesteld door de Huishoudelijke Vergadering, gehouden te... enz.

Bij deze nodigen wij alle SGP-gemeentebestuurders uit voor de volgende bijeenkomst, welke D.V. 23 maart 1973 te 14.00 uur in Smits Restaurant, Vredenburg 14 te Utrecht wordt gehouden.

Als spreker voor deze middag is uilgenodigd de heer ir. W. F. Schut, oud-minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Deze zal voor onK behandelen het onderwerp

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen