Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BURGERLIJKE ONGEHOORZAAMHEID (vervolg)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BURGERLIJKE ONGEHOORZAAMHEID (vervolg)

10 minuten leestijd

M.aHoMijk

Na deze nogal uitvoerige belichting van de achtergrond waartegen burgerlijke ongehoorzaamheid moet worden bezien, wordt het hoog tijd onze aandacht te richten op de burgerlijke ongehoorzaamheid zelf.

Het zal na al het voorgaande niet verwonderen dat de term burgerlijke ongehoorzaamheid van Amerikaanse oorsprong is en inhoudelijk betekent het dat men bewust één of meerdere wetten overtreedt om verandering van de orde te bewerken.

Schuyt typeert burgerlijke ongehoorzaamheid als een vorm van discussie (p.l99), een specifieke vorm van politiek protest (p.304, 319, 342) temidden van andere vormen van protest. Burgerlijke ongehoorzaamheid neemt onder die reeks protestvormen de volgende plaats in:

1. legale protestvormen (petitie, demonstratie, niet-verboden stakingen),

2. non-coöperatie (boycot, nieterkende stakingen, niet stemmen om politieke redenen),

3. geweldloze direkte aktie (Gandhi's satygraha),

4. burgerlijke ongehoorzaamheid,

5. geweldloze weerbaarheid en geweldloos burgerlijk verzet,

6. burgerlijk verzet (sabotage, gewelddadige akties),

7. gewapend verzet c.q. guerilla,

8. rebellie,

9. revolutionair verzet.

Burgerlijke ongehoorzaamheid verschilt van de eerste drie vormen door illegaal karakter. Het verschil met de vijfde vorm is daarin gelegen dat de loyaliteit aan de gemeenschap daar volledig opgezegd wordt en men nog slechts uit vrees of onder dwang zich aan de orde conformeert. Bij burgerlijke ongehoorzaamheid wordt de loyaliteit slechts partieel opgezegd; de wetten waartegen de burgerlijke ongehoorzaamheid niet gericht is, gehoorzaamt men vrijwillig. Het grote verschil met de negende vorm van protest is dat daar een geheel nieuw mensbeeld en een nieuwe theorie over de samenleving aan ten grondslag ligt; de burgerlijke ongehoorzaamheid tracht met opzet de band met de traditionele waarden in de samenleving te behouden. Het verschil zit 'm dus in de subjectieve bedoeling van de handelende persoon. Dat verschil blijkt o.a. daaruit dat burgerlijke ongehoorzaamheid in de openbaarheid geschiedt.

Burgerlijke ongehoorzaamheid onderscheidt zich van originele ongehoorzaamheid door haar politieke dimensie: een minderheid opent de discussie met de meerderheid, burgerlijke ongehoorzaamheid geschiedt in tegenstelling tot criminele ongehoorzaam­ heid openlijk en niet uit eigen belang.

Burgerlijke ongehoorzaamheid onderscheidt zich van religieus gemotiveerde ongehoorzaamheid doordat burgerlijke ongehoorzaamheid zich afspeelt in de sfeer van de rol van de mens als burger, als politiek wezen.

Schuyt heeft een tiental kenmerken van de burgerlijke ongehoorzaamheid opgesomd:

1. de handeling is illegaal. Burgerlijke ongehoorzaamheid is een wetsovertreding of bestaat in de betwisting dat de betreffende bepaling verbindend is. In Nederland zijn de wetten in formele zin onschendbaar d.w.z. de rechter mi^ ze niet aan de Grondwet toetsen (wel aan het Verdrag van Rome). Toetsing zal slechts in uitzonderingsgevallen plaats kunnen vinden. Strafrechtelijk is er de mogelijkheid dat de strafbaarheid (illegaliteit) van de handeling opgeheven wordt door het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid. Wij hopen hier nog eens op terug te komen.

2. De handeling is gewetensvol. De dader heeft niet-criminele bedoelingen. Hij komt in verzet omdat een wet of beleid niet in overeenstemming te brengen is met fundamentele waarden die de overtreder in zijn leven nastreeft.

3. Er is betekenissamenhang tussen bekritiseerd object en gekozen handelwijze. Men kan onderscheiden tussen directe en indirecte burgerlijke ongehoorzaamheid. Bij de eerste roept de wetsovertreding zelf de gewenste toestand in het leven; bij de tweede wordt een wet overtreden die men op zichzelf niet onjuist acht; daardoor krijgt de handeling een symbolisch karakter (b.v. verbranden van oproepingskaarten als protest tegen een immorele oorlog of de bezetting van bepaalde gebouwen).

4. De handeling is weloverwogen. Illegale actie is pas gerechtvaardigd als alternatieve mogelijkheden overwogen zijn. Er moet ook proportionaliteit zijn tussen hetgeen men wil bereiken en de schade die de handeling veroorzaakt. De tegenstander mag niet vernietigd worden. De beschrijving van het kenmerk van de weloverwogenheid gaat sterk in de richting van de formulering van voorwaarden waaronder burgerlijke ongehoorzaamheid gerechtvaardigd kan worden. Dit is echter niet de bedoeling. Op de rechtvaardiging van de burgerlijke ongehoorzaamheid komen we in het hiernavolgende terug.

5. De handeling geschiedt openlijk. Men wil openbare discussie. De actie wordt bekend gemaakt of men neemt althans de verantwoordelijkheid op zich. De ongehoorzame burger neemt persoonlijk de verantwoordelijkheid op zich ook al wordt de ongehoorzaamheid in groepsverband of massaal gesteld.

6. Men werkt vrijwillig mee aan arrestatie en vervolging. Uit deze handelwijze van de overtreder blijkt zijn loyaliteit jegens het recht. De berechting kan fungeren als forum van discussie over de bekritiseerde wetsbepaling en de motieven van de dader.

7. Men aanvaardt het risico van een straf. Het gaat hierbij niet om zondermeer aanvaarden van straf. Een juridische betwisting behoort tot de openbare discussie. Men doet wel z'n best om uit de gevangenis te blijven.

8. Men heeft tevoren legale middelen geprobeerd. Pas als alle legale middelen als petities, demonstraties, verzoeken om het kritiserende standpunt bij de verantwoordelijke personen uiteen te zetten gefaald hebben, komt men aan burgerlijke ongehoorzaamheid toe. Dat falen betekent niet dat het protest niet ingewilligd is, maar dat geen wederzijdse toetsing van standpunten heeft plaats gevonden.

9. Geweldloosheid. Geweldloosheid is een teken dat men de relaties met medeburgers niet wil verbreken. Men prefereert geweldloosheid omdat dit 1) het gesprek open houdt, wat tot overtuiging zou kunnen leiden, 2) anti-elitair is: men wil zoveel mogelijk mensen bij z'n actie betrekken, 3) tactische voordelen biedt: het bindt de reactie van het officiële gezag op de wetsovertredingen aan bepaalde grenzen, 4) een geweldspiraal die de humaniteit verlaagt, voorkomt.

10. De rechten van anderen worden zoveel mogetijk in acht genomen. Men moet de belangen zorgvuldig afwegen en men kan anderen geen rechten ontzeggen die men zelf opeist.

Hoe wordt burgerlijke ongehoorzaamheid gerechtvaardigd? Voorop gesteld dat het niet om een juridische rechtvaardiging gaat. Die is er niet want het gaat juist om rechtens illegale handelingen. Het gaat om een, zoals Schuyt dat noemt, een moraal-filosofische rechtvaardiging.

De rechtvaardiging moet gebaseerd zijn op de voor de medeburgers herkenbare en volgbare gronden. Daarna voldoet een beroep op het natuurrecht, op de wil van God of het geweten niet. , , Dit kan een toets der uitersubjectiviteit niet doorstaan. Maar bovendien is het niet nodig om ongehoorzaamheid als protest tegen onrecht tot metafysische hoogten op te voeren. De politieke doeleinden en de geweldloze vreedzame middelen kunnen een voldoende grond ter rechtvaardiging opleveren " (P.334).

Is er ooit plaats voor burgerlijke ongehoorzaamheid in een democratie waar men ervan uitgaat dat de wetten worden gemaakt met instemming van de geregeerden? Schuyt meent dat er verplichtingen blijven jegens de samenleving inplaats van jegens de staat. Bovendien heeft alleen de meerderheid der vertegenwoordigers instemming betuigd. Er is een verplichting tot gehoorzaamheid mits het sociale contract aan enige voorwaarden voldoet, b.v. 1) indien de levenskansen evenredig verdeeld zijn, 2) de subjectieve vrijheid van zichzelf en anderen niet genegeerd worden, 3) de rechtssubjecten (mensen) niet tot louter tot objecten (dingen) gereduceerd worden, 4) de zorg voor de levenskansen van alle burgers gezamenlijk verwaarloosd wordt. De ongehoorzame burger beroept zich op een gemeenschappelijk gevoel van recht en onrecht. Als belangrijkste componenten van rechtvaardigheid noemt Schuyt: de beginselen van vrijheid, gelijkheid en propor-

M. G. Holdijk tionaliteit (de lasten moeten evenredig over de samenleving verdeeld worden). Burgerlijke ongehoorzaamheid bestaat meer uit protest tegen wat gebeurt dan uit een oordeel over wat zou moeten gebeuren. De actie van burgerlijke ongehoorzaamheid moet een glimp vooruitwerpen van de te bewerkstelligen nieuwe samenlevingsvorm, zodat een afdwingen van méér democratie buiten de bestaande democratische kanalen om niet te rechtvaardigen valt.

Burgerlijke ongehoorzaamheid als onderdeel van het streven naar meer of betere democratie wordt dan als aanvallend wapen gebruikt, terwijl het kenmerk van burgerlijke ongehoorzaamheid juist ligt in het defensieve gebruik: het protest tégen onrecht.

De rechtvaardiging van burgerlijke ongehoorzaamheid beslaat vier punten:

1) het aangeven van de wetten waartegen of de omstandigheden waaronder geprotesteerd kan worden, 2) het aangeven wannéér en waarom de verplichting tot gehoorzaamheid wegvalt, 3) het aangeven zou de interne ethiek die in acht genomen moet worden tijdens en na het protest, het aangeven van de vormen die burgerlijke ongehoorzaamheid kan aannemen en de middelen die het kan aanwenden, 4) het aangeven en afwegen van de positieve en negatieve gevolgen van acties van burgerlijke ongehoorzaamheid, zowel op korte als lange termijn, zowel bedoelde als onbedoelde.

Vervolging en bestraffing burgerlijke ongehoorzaamheid.

Burgerlijke ongehoorzaamheid wordt meestal gestraft. De straf moet dienen om het respect voor de wet bij te brengen vanwege het gevaar voor herhaling en de besmetting van anderen. Als men protest in een democratie als legitiem beschouwt zou burgerlijke ongehoorzaamheid als minder dan een delict kunnen of moeten worden gezien. Men m^ de ongehoorzame burger niet straffen als een politieke dissident maar als een gewone wetsovertreder.

Schuyt noemt dan vijf mogelijkheden voor niet - bestraffing van burgerlijke ongehoorzaamheid:

1) Men zou een algehele ontsnappingsclausule kunnen creëren voor door het geweten geïnspireerde wetsovertredingen. Door deze juridische constructie zou burgerlijke ongehoorzaamheid voortaan vallen onder gewetensbezwaren en dus geen illegale handeling meer zijn. Het bezwaar van deze methode is dat het probleem waarom de burgerlijke ongehoorzaamheid begonnen is niet opgelost wordt; het onjuist geachte beleid of de onjuiste wet wordt niet gewijzigd.

2) Burgerlijke ongehoorzaamheid valt onder bescherming van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging en vergadering. Het bezwaar van deze weg is dat het geen oplossing voor alle gevallen biedt. 3) Het vergroten van de bevoegdheden van instanties die beslissen over de vraag of een strafbaar feit al dan niet vervolgd zal worden. Hieraan kleven volgens Schuyt twee bezwaren: a) dit valt bijna altijd uit ten nadele van politieke dissidenten of minderheidsgroepen, b) het proces, dat dan verijdeld wordt is een belangrijk onderdeel in de strategie van de burgerlijke ongehoorzaamheid; beter zou dan nc^ zijn een proces zonder strafoplegging. Dit gebeurt ook in de vierde en vijfde oplossing, waarvan wij alleen de laatste vermelden omdat de eerste alleen praktische betekenis heeft in het Amerikaanse strafrecht.

5) Men laat een strafbaar feit, of liever gez^d men laat de dader ongestraft wegens ontbreken van subsocialiteit, d.w.z. omdat het gevaar voor herhaling bij de dader, voor onvoldaanheid bij het slachtoffer, voor navolgingsdrang bij anderen en de ontdaanheid bij weer anderen, ontbreekt. Burgerlijke ongehoorzaamheid tracht een einde te maken aan een situatie van onrecht, d.w.z. wil de genoemde gevaren verminderen. Zware bestraffir^ van burgerlijke ongehoorzaamheid zou deze gevaren juist weer verhogen. Het ontbreken van subsocialiteit zou een buitenwettelijke strafuitsluitingsgrond kunnen worden. Analoog aan het rechterlijk pardon (schuldigverklaring zonder oplegging van straf) van de kantonrechter zou een algemeen rechterlijk pardon kunnen worden gecreëerd.

Art. 398, lid 9 van het Wetboek van Strafvordering luidt: , , Hij (d.i. de kantonrechter) kan, als hij het in verband met de geringe betekenis van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan raadzaam acht, in het vonnis bepalen dat geen straf zal worden toegepast". Als men het woord , , geringe" zou vervangen door , , belangrijke" (men wil immers , , ernstig" onrecht bestrijden) en onder , , de omstandigheden etc." de interne ethiek van burgerlijke oi^ehoorzaamheid zou betrekken, dan zou ook deze methode kunnen leiden tot niet-strafbaarheid van burgerlijke ongehoorzaamheid.

Schuyt besluit zijn boek - endaarmee besluiten wij ons overzicht - met een hoofdstuk getiteld, , verantwoordelijke ongehoorzaamheid". Daarin sluit hij aan bij de Franse schrijver en filosoof Albert Camus die in zijn werk de problematiek van het verantwoordelijk-zijn zowel voor ongehoorzaamheid als voor gehoorzaamheid behandelt. Wij kunnen ons niet aan de verantwoordelijkheid voor de gevolgen die voortvloeien uit onze gehoorzaamheid (Eichmann) distanciëren.

Dit is het tweede artikel in een serie van drie over burgerlijke ongehoorzaamheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1973

De Banier | 8 Pagina's

BURGERLIJKE ONGEHOORZAAMHEID (vervolg)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1973

De Banier | 8 Pagina's