Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus, de goede Herder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus, de goede Herder

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

door ds Chr. van Dam te Werkendam

Ik ben de goede Herder, Ik ken de mijnen en wordt van de mijnen gekend. Joh. 10:14.

De eigenschappen van de goede Herder ligt in Zijn aanstelling van God den Vader, Wiens kudde Hij te weiden heeft. In de verkiezing, waarin de schapen in Hem verkoren zijn. Ook in het verbond en Zijn liefde, in gifte en in koping en bekwaammaking door den Heiligen Geest. Ook in Zijn zending in de wereld tot de schapen, die geen Herder hadden. In beloftenissen vanaf de val geopenbaard en beloofd in het Evangelie. Jez. 40:11. Hij zal Zijne kudde weiden, gelijk een Herder. Hij is de getrouwe Herder tegenover ontrouwe koningen, priesters en profeten, die er geweest zijn. Hij is de grote Herder der schapen, de Opperherder, onder Wien onderherders zijn. Hij is de goede Herder tegenover de valse herders, die getekend staan in Ezechiël 34. Hij is een medelijdende Herdet tegenover de zwangere schapen en de lammeren. Hij is ook de Overste Herder over Joden en heidenen, de middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende. Hij is een geestelijke Herder, die niet alleen tijdelijke, maar geestelijke Verzorger der schapen Zijner weide is. Hij zegt: , , Ik ken de allijnen". Dat is Zijn Goddelijke alwetendheid. Zijn kennis, zij zijn Hem bij name van eeuwigheid bekend. Hij heeft ze lief, stelt zelfs Zijn leven voor de schapen, dat zijn reine dieren, herkouwers, geen alleseters. Hij kent hun vijanden die ze willen roven. Hij weet waar Zijn schapen zijn en niet één ontgaat Hem. Hij bezit ze. Hij noemt Zijn schapen Zijn eigendom. Zijn kudde schapen zijn dwaalzieke schapen, maar het zijn wel nuttige dieren, zij geven melk en wol en hun leven en hun vlees na hun dood. Het zijn zachtmoedige dieren. Christus Zelf werd als een Lam ter slachting geleid. Schapen zijn offerdieren, bestemd voor geestelijke offeranden. Letten wij nu op het werk van de Herder aan Zijn schapen. Hij leidt ze, en dat hebben ze nodig, Hij leidt ze door Zijn Woord en Geest. Hij voedt hen met geschikt voedsel en voldoende voedsel. Hij beschermt ze, ook dat is zeer belangrijk, want het zijn weerloze dieren tegenover wolven en rovers. Hij geneest het kranke, en verbindt het gebrokene, en heelt wonden. Hij zoekt het verlorene, gelijk in de gelijkenis van het verloren schaap. Hij vergadert het weggedrevene, het een verzamelplaats gevende. De wijze van werken met de kudde is, dat Hij ze bewaakt dag en nacht, nimmer sluimerend. Hij draagt zorg voor de schapen en oordeelt tussen kleinvee en kleinvee. Hij gaat voor hen heen, en zij volgen Hem, waarheen Hij ook gaat. Hij brengt ze in een grazige weide en aan zeer stille wateren. Soms zendt Hij de hond op hen af of breekt ze een pootje om het afdwalen af te leren. Ook spreekt onze tekst over de verhouding van de schapen tot hun Herder, want Christus zegt ook: „Ik wordt van de mijnen gekend". Zij kennen Hem als Herder, en aanvaarden dan ook Zijn leiding, en Hij zorgt dat zij leven en overvloed hebben bij Zijn kudde. Hij alleen weet al wat goed voor hen is en ook de beste plaats en tijd. Die zorg heeft Hij in het bijzonder voor het kleine en zwakke lam. Hij zorgt er voor dat de sterken de zwakken niet met de schouders verdringen. Zij leerden Hem allengskuns kennen aan de klank van Zijn stem. Zij kennen Hem, dat Hij tuchtigt, die telkens afdwalen. Zij kennen Hem als nooit vliedende, hoeveel wolven er ook komen. Zij kennen Hem als een goedertieren leidsman. Zij kennen Hem in Zijn wijsheid, berouw en zorg over hun wezenlijk belang. Zij kennen Hem als hun eigen Herder, hun Eigenaar. Zij behoren bij Hem en bij Zijn kudde, Hij kocht hen Zelf. Zij worden ook door Hem als zijn eigendom behandelt. Zij leerden Hem liefhebben, door de klank Zijner stem. Zij zijn gerust als de Herder maar tegenwoordig is. Zij vrezen geen wolven, als Hij over hen de wacht houdt. Zij geven zich aan Hem over en worden als leem in Zijn hand. Zij kennen Hem zo goed, dat zij een vreemde geenszins volgen, hoe vriendelijk een vreemde moge voordoen. Zij vertrouwen zich alleen dezen Herder maar toe. Zij zijn in zichzelf aangemerkt maar schurftige, lastige schapen, dat weten ze, evenwel zal die Herder ze niet verwerpen in der eeuwigheid. Zij kennen Hem als de deur der schaapskooi die diende tot veiligheid. Hij is het die de Zijnen binnenlaat en vreemde schapen of bokken buitensluit. De Herder houdt het wildgedierte op een afstand, maar de schapen dringen zich op om binnen te komen achter de deur. Buiten de kooi zijn ze in voortdurend gevaar. Zij begeren ook Hem steeds meer te leren kennen. Hoe eenvoudig was Christus in het geven van onderwijs terwille van onkunde Zijner hoorders en zelfs de discipelen begrepen vaak maar weinig van wat Hij bedoelde. Hij leerde veel door gelijkenissen, beelden uit het leven. Hij hield rekening met de onvatbaarheid. Bij Oosterse volken sprak men veel in gelijkenissen, zij boeiden de hoorders, en bevorderden het onthouden daarvan, en wekten op tot luisteren en nadenken er over en tonen den Zaligmaker als een Leeraar van God gezonden, met volmaakte kennis. Hij als Hoogste Wijsheid die Hij toonde in de eenvoudigste woorden. Ruim dertig gelijkenissen heeft Hij uitgesproken. Een daarvan hebben wij nu behandeld, die van de Goede Herder en Zijn schapen is uitnemend voor een volk dat er veel vanaf weet. Er waren altijd in Israël schapen en herders geweest, gelijk de Schrift ons duidelijk verhaalt. Reeds dadelijk na de schepping was Kaïn een landbouwer, maar Abel werd een schaapherder. Job had zelfs veel schapen en runderen met daarbij de nodige herders. Ook Abraham, Izak en Jakob waren bezitters van veel schapen met herders, alsmede Laban de Syriër. David hoedde in het veld rondom Bethlehem de schapen van zijn vader Isai. Loaban schoor zijn schapen op de Karmel toen David hem vroeg om voedsel omdat hij zonder voedsel in nood verkeerde. Maar bij de geboorte van de Heere verschenen engelen aan de herders die de nachtwacht hadden bij de schapen. En Mozes hoedde schapen van zijn schoonvader Jethro van Midian. Het herdersvak was eertijds in achting en aanzien, maar later in verachtig gekomen door de invloed van de Griekse cultuur. Maar wat deze gelijkenis ons te zeggen heeft. De grote levensvraag is, of wij al een schaap van die Herder zijn, met andere woorden of we Christus kennen of Hij wel een keer ons Zijn stem heeft doen horen met een inwendige roeping tot Zijn zoete gemeenschap. Of Hij ook onze leidsman geworden is in dit moeitevolle leven met zijn vele en grote gevaren. Hebben we dat geloof dat ons met Christus vereenigt. Volgen wij Hem, waarheen Hij ons ook leidt? En hoe is het met de dwaalziekte, zijn wij daarvan al genezen? Of moet de Heere ook laten schrikken door de bestraffingen zijner hand? De Heere heeft veel gedulden maar Hij heeft veel werk aan de schapen Zijner weide en dat blijft zolang zij in dit leven zijn. Maar Hij heeft ze liefgehad met een eeuwige liefde. Hij zal niet rusten, tot al Zijn schapen veiUg zijn in de hemelse kooi. Maar als wij nog niet behoren tot Zijn schapen, wat zal er dan van ons worden? Vallen in de klauwen van de helse wolven, het zou in één woord vreselijk zijn. Kunnen wij daar nu altijd maar in valse rust en zelfgenoegzaamheid voortleven? Ontwaakt gij die slaapt in het opperste van de mast bij hevige storm op de levenszee? Het is nog het heden der genade de welaangename tijd. Kiest u, wie u dienen wilt God of de mammon, laat u niet bedriegen de dienst van de wereld en de zonde zal bittere vruchten opleveren en ontzettende teleurstellingen baren. Zoekt de Heere terwijl te vinden is en roept Hem aan terwijl Hij nabij is, want de mens gaat naar Zijn eeuwig huis.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1974

De Banier | 8 Pagina's

Christus, de goede Herder

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1974

De Banier | 8 Pagina's