Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

door ds. W. Chr. Havius te Ede

(III)

en hij (Lantech) gewon een zoon, en hij noemde zijn naam Noach

Gen. 5:28b-29a.

Deze naam kwam maar niet als in een opwelling bij vader Lamech boven, maar was veel meer een vrucht van gerijpt geloof, een uiting van vurige hoop en hartelijke liefde. Hoe welkom was dit kind. Hoe blij werd het bij zijn komst begroet.

De naam van dit kind hangt samen met een stam, die betekent „rust" of , .troost". Daarheen strekte zich het vaderhart van Lamech.

Ach, de tijd waarin hij leefde was zo moeilijk, zo donker, vol vergankelijkheid en nu hoopt hij ook voor zijn kind alleen op God.

Hij is - zegt Da Costa - net als met ons huis, dat aan vernieuwing toe is. Wij geven zelf als het van ons is opdracht ertoe of we gaan naar de huisbaas, die het een en ander moet laten herstellen.

Zo spreekt, zegt Da Costa, ook het waarachtig geloof: Heere, het is niet bij mij, maar bij U.

En dan komt er hoop, tegen alles in, en verwachting bij Lamech, wanneer hij staat met zijn kind in de armen, en hij roept het uit: deze zal ons troosten Waarom?

U bent stellig niet tevreden, als sommige verklaarders opmerken. dat Noach de verbouwer van de wijnstok was, die de wijn oplevert, die het hart verheugt. Zou Lamech in deze droefenis met opwekkende wijn tevreden zijn?

Anderen willen hieruit lezen, dat Noach, de uitvinder van de ploeg, het zware werk op het land aanzienlijk zou vergemakkelijken.

Evenmin kan ons de opmerking bevredigen, dat Noach de stichter, het begin van de nieuwe mensheid zou zijn. Maar ook dat is zo vaag.

Neen, we moeten verder zoeken, dieper afdalen, en het begin van de tekst uit het slot verklaren.

Lamech buigt in droefheid onder de vloek, die op het aardrijk rust, vanwege de zonde. Hij bukt onder het rechtvaardig oordeel Gods, maar hoopt op uitkomst, verlossing.

En nu grijpt Lamech, door de Geest geleid, terug op de belofte in het Paradijs. Want wel bracht de zonde de vloek te weeg. En wel vonniste God naar recht. Maar.... voor het oordeel sprak Hij de moederbelofte. God is door de zondeval, hoe rampzalig ook, niet overvallen. God is door de duivel, hoe verraderlijk gauw er ook bij, niet verrast. Daarom kon Hij aan weggelopen en teruggeroepen mensen nog in het paradijs spreken van vrede en behoud.

Nog eens weer citeer ik Da Costa: „in tijden van grote nood en goddeloosheid leert de gelovige grijpen naar de banier van Gods belofte".

Zo is het toch? ! In de donkere tijden van diep verval, waarin we niets ontwaren, dat hoop kan geven, worden de blikken der gelovigen gescherpt door de Geest der profetie en kunnen we soms zeer worden ingeleid in de waarheid van Gods Woord.

En zouden we dan slechts klagen en wanhopen?

Ik vrees dat veel klachten slechts dode klachten zijn. O, jawel, „die donkere geesteloze tijd", o, jawel, „die matheid in de kerken", maar ik hoor weinig klagen over eigen schuld. We kunnen het er zo in uithouden. Maar als de klacht beleving is, omdat we iets daarin verstaan van de smart van God over Zijn schepsel en de tranen van Christus over Zijn Kerk, dan ontvalt ons alle grond en komen we in het Woord terecht, bij de boodschap, dat er nog een weg bij God is. Hij is de Getrouwe.

Vader Lamech spelt in heilige verrukking de naam van Zijn kind, Noach, en stamelt blij: deze zal ons troosten maar, zegt u, hij was het toch niet, Noach, hij was de beloofde Trooster niet. Zou Lamech dat hebben gedacht dan? Was hij de plank toch mis?

Nu nog een keer Da Costa: , , de gelovigen rekenen zich altijd mis, maar hebben toch wezenlijk gelijk". Mooi, niet? Echt, niet? Laat ik het anders zeggen: de prediking was recht, maar aan de toepassing mankeerde het. En dat is altijd zo wanneer wij de toepassing erbij maken.

Lamech had wezenlijk gelijk, want hij verwachtte en zag de troost, in de Trooster, Die komen zou^ Hij is gedragen onder het hart door de Kerk van de Oude Dag. De harteklop van Christus klinkt door heel het Oude Testament. Zijn komst is voorbereid, voorafgebeeld. En Noach was een type van Hem! Die rechtvaardig heet, de bouwer van de ark was, wijst van zichzelf af naar de meerdere, die komen zou.

Voor vader Lamech was deze Zaligmaker, Die hij in en achter zijn eigen kind Noach mocht zien, zijn enige levenstroost en stervensverwachting.

En voor u, voor ons?

Lamech was gelukkig ongelukkig. Maar hij kon door die tijd heen en die tijd uit, want hij had iets van de zaligheid en de troost gezien, buiten zichzelf, in een Ander. En de roemtaal van het geloof is nog altijd: allen, die op Hem betrouwen, zullen niet schuldig verklaard en zullen niet beschaamd worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1974

De Banier | 8 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1974

De Banier | 8 Pagina's