Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE ONMACHT VAN HET RECHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE ONMACHT VAN HET RECHT

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een ongebruikelijke brief

De gang van zaken in en rondom de , , Bloemenhove-kliniek", waardoor inbeslagneming van de apparatuur op last van het openbaar ministerie werd verijdeld zit menigeen wel hoog en niet lekker. De heer Drees van DS'70 stelde de zaak op 25 mei jl. in de Kamer aan de orde. Besloten werd dat de Voorzitter van de Tweede Kamer een verzoek zou richten aan de Minister van Justitie om in een brief aan de Kamer het verloop uiteen te zetten. Indien de inhoud van dit schrijven daartoe aanleiding zou geven, zou de Tweede Kamer kunnen besluiten tot een interpellatie. Voor velen in ons land zijn de gebeurtenissen in Heemstede in hoge mate onbevredigend. Het verschijnsel „burgerlijke ongehoorzaamheid", destijds door een interpellatie van de fraktie van de SGP ter discussie gesteld, maakt met verachting van het wettig gezag de dienst uit in Nederland. De , , ongehoorzamen" beslissen of de werkzaamheden binnen de beruchte abortuskliniek al of niet voortgang hebben.

Dat is met recht een verontrustende ontwikkeling in onze staat, die nog altijd rechtstaat wil heten.

De onverkwikkelijke formatie- procedure van het huidige kabinet heeft een nieuw begrip geïntroduceerd. Te weten het dusgenaamde gedogen. Wanneer wij ons laten voorlichten door het woordenboek vernemen we dat gedogen betekent verduren, met lijdzaamheid verdragen, zich laten welgevallen, lijdelijk aanzien, dulden. Het minste is toch wel: zich niet verzetten, door de vingers zien, het tegenovergestelde van verhinderen of tegengaan. Het heeft er alles van dat de confessionele partijen de straf voor hun gedogen thuis krijgen. Zij moeten met lijdzaamheid verdragen en lijdelijk toezien dat met name zedelijke ontwikkelingen in een ongewenste richting niettemin voortgang hebben. Over die risico is naar mij voorkomt lichtvaardig heengelopen. De hoge rekening wordt gepresenteerd. Natuurlijk weet ik wat van de kant van de , , gedogende partijen" tegen mijn bewering zal worden ingebracht. Het verweer zal wel ongeveer gelijkluidend zijn aan een zin uit de brief die Minister van Agt 22 juni aan de Tweede Kamer heeft doen toekomen. Die zin luidt als volgt: , , Een groot deel van onze bevolking staat een ruime vrijheid van abortus provocatus voor en het aantal artsen dat bereid is deze ingreep zelf te verrichten dan wel door een verwijzing naar een collega te bevorderen is sterk gestegen. De overheid is niet bij machte een wetgeving te handhaven die het afbreken van zwangerschap niet dan in uiterste nood toelaat, wanneer een zeer aanmerkelijk aantal van degenen die onder de wetgeving leven een daarvan sterk afwijkend ethisch oordeel over die ingreep heeft''. Met andere woorden kunnen de beide confessionele partijen die het kabinet Den Uyl de hand boven het hoofd houden overend zetten dat het onmogelijk is een wetgeving te handhaven die indruist tegen de. gevoelens van de meerderheid. Hiertegen zijn nog wel een paar bezwaren aan te voeren. Ten eerste kan men zich afvragen waarom deze partijen dan zelf komen aandragen met een wetsontwerp Van Leeuwen- Van Schalk? Dit is toch wel bedoeld om serieus te worden nageleefd. Anders hadden opstellers en hun medewerkers zich de moeite beter bespaard kunnen hebben. In de tweede plaats heb ik voorheen wel eens betoogd dat een ernstige kwestie als de abortus belangrijk genoeg is om terwille daarvan medewerking aan een kabinet te weigeren. Tenslotte wist men dat de abortus beslist aan de orde zou komen gelet op de uiterst onverantwoordelijke wijze van het compromis dat gevonden werd. Abortus zou buiten het regeeraccoord blijven. Dat noemden ze destijds een , , vrije" kwestie. Het is ook wel een aangelegenheid om aan de losbandigheid over te laten.

Gedogen is de erfzonde van de confessionele partners van het huidige kabinet. De wrange vruchten plukken zij elke dag. Ook deze velen zonderling aandoende brief van de Minister van Justitie over zijn doen en - niet te vergeten - laten draagt daar de heel duidelijke sporen van.

Het is ten enenmale geen geldig verweer, wanneer de confessionelen er zich op beroepen dat de zwangerschapsonderbreking niet valt tegen te houden gezien de opvattingen van de meerderheid van de bevolking. Nee, het is ermee gelegen als met de opvoeding in een gezin, waarvan de vader en de moeder gedurig in onenigheid leven. De kinderen hebben dat wonderwel en wondersnel in de gaten. Zij buiten de situatie uit. Van vader mag het niet en van moeder wel, of omgekeerd. Nu, dan behoeven die kinderen zich niet af te vragen wat zij gaan doen. Grote groepen in de bevolking maken misbruik van de innerlijke tegenstrijdigheid die binnen het kabinet bestaat, wanneer het over toch wel ingrijpende zaken gaat als abortus en dergelijke. Deze of die zal hevig te keer gaan en proberen te verhinderen of tegen te gaan, maar werkelijk doorzetten is er niet bij. Hun erfzonde volgt de gedogers in het kabinet van stap tot stap.

Deelname aan het bewind garandeert immers een mate van inspraak, invloed of medezeggenschap. Juist dit wil men van de kant van de gedogende partijen vlot te berde brengen. Ik ben niet van plan dat te ontkennen. Maar dan moet men van die kant mij een enkele vraag toestaan. Mijn vraag dan luidt: Indien u invloed wilt uitoefenen en medezeggenschap wilt plegen van welke aard moet die dan in de allerleerste plaats wel zijn in aanmerking genomen uw levensbeschouwelijk uitgangspunt? Ja, graag daarop een regelrecht antwoord.

Als geschreven kwam het antwoord van Minister van Agt 22 juni bij de Kamer binnen. Dat was in de laatste week voor het reces. Ook dit is een punt waarover nog lang niet het laatste woord is gezegd of geschreven namelijk dat een aantal kwesties tegelijk en door elkaar aan de orde komen in de stroomversnelling van de ontwikkelingen. Het kabinet kan het ook niet helpen, zal elke advocaat van de regeerploeg opwerpen. Ook daar ben ik het niet mee eens. Want als men een aantal hete vraagstukken voor zich uit schuift dan moet het op een ogenblik wel eens op éne bult samen lopen. Dat lijkt mij heel logisch. Die laatste week liep het alles in elkaar. Trouwens ook in mei reeds. De brief wijst er immers op dat in de nacht, waarin het kabinet met uit de zaak van de exportkredietgarantie aan Zuid-Afrika kwam, alarmerende berichten uit Heemstede het Catshuis bereikten. Op die manier is het geen wonder dat de zaken voor het kabinet in het honderd lopen. Die laatste week voor het reces was het raak. Eenprocentsoperatie, Ooster- Schelde (ook geen kleintje), loononderhandelingen en bovendien nog deze bewuste brief.

De missive van de Minister van Justitie valt uiteen in zes onderdelen. Allereerst een weergave van de voorgeschiedenis, leder bekend. Voor een juiste beoordeling was het van belang dat alles wat gebeurd is in de meimaand nog eens op een rij werd gezet. Het komt er tenslotte op neer dat het beoogde ingrijpen van het openbaar ministerie door gebrek aan medewerking van het bestuur van de kliniek en door het burgerlijke verzet is verijdeld. Daarbij kwam nog een begrijpelijke, maar ongelukkige fout van de hoofdofficier van justitie. De rechtbank namelijk concludeerde op de tweede juni dat het beslag nog wel op dezelfde dag als het gelegd was reeds weer was opgeheven. Tegen deze situatie ziet nu de Minister al zuchtend op. Wat staat hem te doen en wat moet hij laten? Want het is wel een veelzeggende titel die aan de brief is meegegeven. , , Het doen en laten" van de Minister van Justitie.

Als een bekwaam jurist vraagt de bewindsman zich af of hij alsnog moet ingrijpen? Hij legt in de schalen van zijn weegschaal argumenten pro en argumenten contra of zoa-ls hij zich uitdrukt: Wat pleit ervoor? en Wat pleit ertegen? Dat zijn de onderdelen twee en drie van zijn schrijven gericht aan de Tweede Kamer. Zijn de Minister en het openbaar ministerie vervallen in een , , doffe berusting? " Het mag met zo zijn, want er zijn twee redenen en dat zijn gewichtige die pleiten voor alsnog ingrijpen. Heel veel dus pleit voor alsnog ingrijpen. Want het is onduldbaar dat verzet tegen wettelijke bevoegdheden met succes wordt beloond. Ook is met minder ernstig dat per week zonder vereiste zorgvuldigheid liefst honderd zwangerschappen worden onderbroken. En dan volgt die merkwaardige vraag: , , Is het daarmee te rijmen dat het openbaar ministerie sinds 20 mei geen poging meer heeft gedaan aan het funktioneren van Bloemenhove een einde te maken? " Dat is inderdaad een forse vraag. Want het lijkt wel of ondanks alle verwikkelingen en onverkwikkelijkheden moet geconstateerd: En Bloemenhove, en Bloemenhove, die kliniek, aborteerde voort. Wat pleit ertegen, overweegt de brief vervolgens. Niet dat in het ergste geval zelfs het voortbestaan van het kabinet er aan gewaagd zou worden. Wel dat optreden een massale confrontatie zou inhouden met juist vrouwen. Ja, ik wrijf even mijn ogen uit. Het staat er: Met vrouwen. Terwijl er zoveel te doen is over emancipatie, geen discriminatie en het jaar van de vrouw. Zeer recent vond een openbare commissievergadering plaats over de emancipatie van de vrouw. Moties liggen voor stemming in de plenaire zitting gereed. Doch het staat er rustig in de brief en ik heb nog niets gelezen van verontwaardiging: , , dat de groep die de politie tegenover zich zal krijgen voor een belangrijk deel, zo niet in overwegende mate uit vrouwen zal bestaan". Het kabinet mag er aan gewaagd, lijkt even. De volgende alinea van de brief evenwel constateert dat dit alternatief niet reëel is. Want als het kabinet verdwijnt komt er toch een Minister van Justitie ad interim, demissionair of niet, die het beslag weer opheft. Tel uit uw schade. Schade aan het kabinet en aan het gezag van het openbaar ministerie. En de kliniek, de kliniek hervat haar werkzaamheden.

Het vierde onderdeel van de brief snijdt een nieuw onderwerp aan. Kennelijk als een argument om-de hele kwestie maar te laten zwemmen. Er is immers een meuwe wetgeving in het zicht. Straks in de maand september gaat de Kamer over de twee overgebleven initiatiefwetsontwerpen discussieren. Het confessionele dat nog intact is, dat van Van Leeuwen-Van Schalk en het nieuwe uït twee samengeflanste van Geursen-Lamberts-Roethof en Veder-Smit. Wetsontwerpen over de afbraak van de zwangerschap. De VVD moet nodig over afbraak en puin ruimen praten. Het argument van een nieuwe wetgeving in het zicht is een uitvlieger die niet opgaat. Want zelfs volgens het meest tolerante initiatiefwetsontwerp, dat van socialisten en liberalen, zijn de Bloemenhovepraktijken niet te rechtvaardigen.

Nadat ook dit excuus niet met succes naar voren kan komen volgt de vijfde passage. Uit dit deel heb ik reeds een citaat gehaald. Namelijk toen ik vrij voorop in dit artikel de zin aanhaalde over een groot deel van onze bevolking die een ruime mate van de abortus provocatus voorstaat. Dit vijfde onderdeel van de brief draagt als ondertiteling de uitdrukking: , , De onmacht van het recht". Een moeilijke aangelegenheid. Dat zeker. Koning David had er reeds te kwaad mee. Wij lezen ervan in II Samuel 3. De Kanttekeningen kreeg David niet aan zijn zijde, want die schrijven als volgt: , , Aldus schijnt David (die zoveel proeven van Gods genadigen bijstand had) de politieke consideratien en menselijke vrees al te veel toegegeven te hebben, uitstellende de straf tot bekwamer gelegenheid, die hij nochtans bij zijn leven niet heeft gevonden of waargenomen, bevelende eindelijk de wraak zijnen zoon Salomo.'.'

Al met al een benauwde toestand. Of er dan nog onder ons zijn die daar oprecht mee te doen hebben? Met de lippen misschien nog wat, maar daar houdt het, vrees ik, wel mee op. Een benauwde toestand inderdaad. Want het recht is achterwaarts geweken, de gerechtigheid staat van verre, de waarheid struikelt op de straat en wat recht is kan er niet ingaan. (Jes. 59).

Wat recht is kan er niet ingaan. Dat is de nood van onze tijd diep doch zuiver gepeild.

Het gaat de Minister ter harte. Dat siert hem. U weet dat ik deze laatste weken niet aarzel signalen, hoe klein ook en hoezeer dikwijls van een serie tekenen vergezeld die het tegengestelde demonstreren, met lof te noemen. Ere wie ere toekomt dat betekent tevens dat we in dat opzicht in niet geringer mate het kleine moeten eren. Profielen van moed onderscheiden een politicus.

Minister Van Agt schrijft: , , Al eerder heb ik, al roept dat hoon en schamperheid op, gepleit voor een ethisch reveil in onze samenleving, voor een hernieuw­ de bezinning op de unieke waarde van elk menselijk leven, hoe pril nog of hoe pover al geworden". Minister Van Agt mag er verzekerd van zijn dat wij zijn Lunterse rede nog niet vergeten zijn. Hoon en schamperheid, ja inderdaad. Die moeten we incalculeren, wanneer wij op de bres gaan staan voor de normen die niet kunnen ingaan en die op de straten en in de klinieken struikelen.

De brief eindigt met een kort zesde onderdeeltje. Daarin zegt de Minister drie dingen. Ten eerste dat wij niet kunnen en mogen rekenen op een grootscheepse actie te weten een verovering van de kliniek met de inzet van honderden manschappen. Wel andere dan physieke maatregelen namelijk vervolging van bestuursleden, directeur en arts van de kliniek. Tenslotte de allergewichtigste vraag voor de Bewindsman persoonlijk. Hoe kan hij dit met zijn verantwoordelijkheid in overeenstemming brengen? Daarop antwoordt hij in de zin waar de brief mee eindigt: , , Tot een conclusie of ik onder deze onstandigheden Minister van Justitie mag blijven ben ik nog niet gekomen".

Zo'n zin is ongebruikelijk in de correspondentie tussen bewindslieden en volksvertegenwoordiging. In dit artikel kwam de nodige critiek naar voren. Speciaal tegen het kwaad van de totstandkoming van het kabinet en de daadwerkelijke en morele medewerking daaraan, die rust op de confessionele partijen. Dê Minister heeft er destijds het zijne in bijgedragen. Dat is allemaal bekend. Het neemt evenwel niet weg dat wij er waardering voor willen opbrengen dat het voor hem nog een vraag is die hem sterk bezig houdt of hij nog Minister vc> n Justitie mag blijven. Voor hoevele machtsbelusten is dat nooit van hun leven ook maar éne minuut een vraag. Voor ons is echter geen vraag dat het gebed voor de Hoge Overheid ons allernadrukkelijkst is bevolen. Het gebed dat bidt dat zij onder meer wijs mogen regeren .en de justitie aan hun onderdanen recht bedienen.

Nog altijd is gebed beter dan critiek. Helaas is er bij "ons oneindig veel critiek en bittér weinig gebed. Dat zij niet zo.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1976

De Banier | 8 Pagina's

DE ONMACHT VAN HET RECHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1976

De Banier | 8 Pagina's