Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

buitenland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

AMERIKA'S BUITENLANDSE POUTIEK EN DE OLIEPRIJZEN

De verwachting van Amerikaanse diplomaten dat Saoedi-Arabie de prijssti^ing van de aardolie wel tot 10% zou kunnen beperken, is op een verrassende wijze werkelijkheid geworden. De invloed van de V.S. op Saoedi-Arabie bleek groot genoeg om niet alleen een prijsstijging van slechts 5% (wat de Saoedi's betreft) uit de bus te doen komen, maar ook werd er een wig gedreven in het anders zo eensgezind opererende OPEC-blok. Elf van de dertien lidstaten zullen hun olieprijzen immers per 1 januari verhogen met 10%.

De milde houding van Saoedi's olieminister sjeik Achmed Zaki Jamani is zeker niet te verklaren uit een stukje coulance met betrekking tot de verzwakte Westelijke economieën, al gaan mét de Arabische investeringen in het Westen natuurlijk ook de belangen bij een wezenlijke bestrijding van de inflatie een steeds belïingrijker rol ^)el«i.

Vooralsnog echter moet waarschijnlijk meer waarde worden gehecht aan de steeds nauwer wordoide betrekkii^en tussen de VS en Saoedi-Arabie, met name tot stand gekomen na het olie-embargo van 1973. Saoedi-Arabie is de belangrijkste exporteur van aardolie naar de VS geworden en tevens een grote kapitaalverschaffer voor de regering en de ondernemingen in de VS. Anderzijds zijn de Amerikaanse regering en de ondernemingen nauw betrokken bij de ontwikkeling van Saoedi- Arabie.

In 1970 leverde 'Saoedi-Arabie slechts 2 min. ton aardolie aan de VS, en dit voorjaar was de uitvoer gestegen tot 55 min. ton per jaar. De VS importeren thans 42% van hun aardolieverbruik en de Saoedi's zijn de belangrijkste leverancier; alleen dit land is in staat meer te leveren naarmate het Amerikaanse verbruik toeneemt.

De belangen die Saoedi-Arabie heeft bij goede betrekkingen met de VS zijn echter bepaald niet minder: het bestaan van een Amerikaans-Saoedische Commissie voor Economische Samenwerking en een soortgelijke Commissie voor Militaire Samenwerking, zijn daar een tastbaar bewijs van. Militaire deskundigen zijn betrokken bij de uitvoering van militaire en civiele projecten. Amerikaanse particuliere ondernemingen helpen bij de opbouw en training van het leger, luchtmacht en vloot; de meeste van de leidinggevende Saoedische technocraten en talrijke jongere leden van het Koninklijk Huis hebben hun opleiding gekregen in de VS. Kissinger is de afgelopen drie jaar niet minder dan dertien maal in Saoedi-Arabie geweest en hij noemde onlangs dit land , , Amerika's oudste vriend in de Arabische wereld''.

Gezien alles wat hier op het spel staat, zou elke storing in de onderlinge betrekkingen zeer ernstig zijn. Deze storing is echter bij voortduring als een smeulend vuur aanwezig: een opnieuw uitbreken van een Israëlisch-Arabisch conflict. Alle mooie betitelingen van Kissinger ten spijt is de positie van de VS in Saoedi-Arabie slechts gebaseerd op de duidelijke verzekering van de VS dat zij al het mogelijke zullen doen om een oplossing van het Israelisch-Arabische conflict tot stand te brengen. Aangezien een mislukking op dit gebied een olie-embargo ten gevolge zou hebben, hoezeer Saoedi- Arabie dan ook op economische samenwerking met de VS gesteld moge zijn, lijkt een optimale be­ hartiging van Israels legitieme belangen niet gewaarborgd bij deze Amerikaans-Saoedische , , deal".

Overigens kunnen we wat dat betreft dichter bij huis blijven: twee weken geleden nc^ lieten de EEGpartners hun ontstemming blijken over wat zij noemden de, , Nederlandse pro-Israel politiek". Nederland zou, als voorzitter van de EEG-ministerraad, gemanipuleerd hebben met de ondertekeningsdatum van een aantal samenwerkingsakkoorden met Middellandse-Zee staten, waaronder Syrië, Jordanië en Egypte, waarbij de ondertekening van een gelijksoortig akkoord met Israel, méér in de publiciteit zou komen. Een Europees diplomaat verklaarde in dit verband: , , Wanneer de Nederlandse regering een pro-Israelische houding aan wil nemen, dan moet zij er toch ook rekening mee houden dat lidstaten als Frankrijk en Groot-Brittannie, wat meer pro-Arabisch zijn georiënteerd' '.

De volgende - overigens weinig diplomatieke, maar wel ophelderende - verklaring voegde hij er nog aan toe: , , Bovendien staat er nu met die olieprijsverhc^ing veel op het spel"

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 1977

De Banier | 8 Pagina's

buitenland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 1977

De Banier | 8 Pagina's