Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gebed van Agur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gebed van Agur

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

door Ds. G. Veldjesgraaf, Randwijk.

Twee dingen heb ik van U begeerd, onthoud ze mij niet, eer ik sterve: IJdelheid en leugentaal doe verre van mij. (Spreuken 30:7, 8a)

Agur smeekt wijselijk: „Help mij eer ik sterf!" maar hij erkent ook, dat het God naar Zijn vrij macht vrij staat om het hem te geven of niet. Hij kan er geen aanspraak op maken.

Maar overtuigd van de rijkdom der Goddelijke goedheid, smeekt hij des te vuriger: „Heere, geef mij die dingen in de dagen van mijn strijd onder de stervelingen."

In de eerste plaats wil Agur iets afbidden: „IJdelheid en leugentaal doe verre van mij." Dat beschouwt hij als verderfelijk kwaad. IJdelheid is niets, is woest en ledig, het wezenlijke ontbreekt. Welnu lezer, gemis aan waarheid, gemis aan wezen, dat is ijdel. Agur beschouwt de ijdelheid als een zedelijk kwaad, waaraan ook hij bloot staat.

In de staat der rechtheid was de mens versierd met het beeld Gods: ware kennis, ware gerechtigheid en heiligheid. Maar zie nu is met God al het ware en wezenlijke de mens ontvallen. Want de mens is niet in de waarheid staande gebleven. Hij is in het Paradijs van God afgevallen en de duivel toegevallen en daar ligt hij nu met een leugenachtige kennis, met een leugenachtige gerechtigheid en met een leugenachtige heiligheid.

En daar heeft Agur nu veel last van gekregen. U ook? Het kwelde Agur zo zeer dat hij er van af wil. Maar nu de grootheid van zijn ellende. Hij kan het niet zo maar van zich afschudden. O nee, het zit in hem. Heel zijn bestaan is met ijdelheid en leugenachtigheid doortrokken.

Gehazi zocht ijdelheid en sprak leugentaal, om zich ijdelheden te verwerven. Met ijdelheid in het hart is er altijd leugen en bedrog in de mond. Maar wie de ijdelheid en haar dienstmaagd „de leugen" liefheeft wordt van God gestraft, want deze dingen zijn uit den duivel, in wie geen enkele waarheid is.

En nu had Agur zelfkennis. Hij kende eigen bedrieglijk hart en zag de slangen van de vader der leugen op hem afkomen. Daarom roept hij de Heere te hulp. „Heere, verlos mij van de ijdelheid, opdat ik niet als een heiden in de ijdelheid des gemoeds wandel." „Doe ze verre van mij."

O, al die onkunde, die schadelijke blindheid omtrent God en Goddelijke zaken en dat onbezonnen leven, dat met de wijsheid en godsvrucht niet kan bestaan. Die onoprechtheid in handel en wandel, in woord en daad. Al die onwonende onoprechtheid voor God en mensen, hij wil er zo graag geheel van af. Uook?

Dit doet hem bidden, dat de Heere hem van dit kwaad verlost, opdat geen valse begrippen hem aftrekken van de leer der waarheid. En dat verderfelijke gedachten hem niet te laag van God of te hoog van het schepsel doen denken. Dat zijn hart niet gebonden wordt aan dingen, die geen wezen hebben.

Agur smeekt of God het licht der waarheid al meer en meer in zijn ziel wil doen opgaan. Zijn hart wil verenigen tot de vreze van Zijn Naam, opdat hij veel Gods waarheid zien en beleven mag. Ja dat hij ook eerlijk met zijn medemens mag omgaan.

Wederomgeboren mensen, die weer naar het beeld Gods vernieuwd werden, worden in de Bijbel altijd genoemd; mensen, die uit de waarheid zijn, die in de waarheid wandelen, bij wie het door genade waarheid in het binnenste werd. En dat waarmakende werk Gods wil Agur aan zich gedaan hebben. U ook geliefde lezer?

Bent u daar waarachtig om verlegen? Bent u de onwaarheid en het ijdele van het onbekeerde levensbestaan waarlijk moe?

Zucht dan maar vanuit uw ongeluk tot God, die werelddwazen wijsheid leert. Zalig, wie als Agur leert schuilen bij den Heere. Zalig, wie de gevaren, die hem omringen ziet en dan vreest voor eigen zwakheid. Want van de bidder, die als Agur bidt om Gods bewarende genade zal nooit gezegd worden: „Gij bidt en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt en het in uw wellusten doorbrengt."

Luther zegt van Agur: „Hij begeerde Gods Woord en zijn dagelijks brood, daarom is zijn gebed zo schoon".

Lezer, wat is nu het grootste, de wijsheid of de vroomheid van deze bidder? Wil dan als Agur altijd om die twee dingen bidden, die één worden en zijn in Jezus Christus. HIJ is het de WAARHEID én het LEVEN. Door het geloof in Hem zal ons leven pas wezenlijk zin hebben. Zoek dan door de Waarheid vrijgemaakt te worden. En nieuwgeboren kinderen, wandelt in de Waarheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1979

De Banier | 8 Pagina's

Het gebed van Agur

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 1979

De Banier | 8 Pagina's