Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gemeentebestuur (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gemeentebestuur (II)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

door: C. den Uil, te Hendrik Ido Ambacht

COMMISSIES (ARTIKELEN 61 T/M 64e VAN DE GEMEENTEWET)

Tot nu toe hebben we steeds gesproken over 3 gemeentelijke bestuursorganen, t.w. de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester. Sinds 1964 kermen we daarenboven de z.g. bestuurscommissies. De gemeentewet heeft weliswaar vanaf het begin steeds bepalingen omtrent commissies bevat, maar dit betrof dan uitsluitend commissies van voorbereiding en/of bijstand en tijdelijke commissies ad hoc. Deze commissies hadden slechts adviserende bevoegdheden. De praktijk heeft zich langzamerhand echter in een andere richting ontwikkeld. Zo bevatte in 1928 de Tielse verordening op de lichten krachtbedrijven reeds bepalingen, waarin aan de commissie van bijstand een aantal bevoegdheden werden gegeven, waaronder het aankopen van grondstoffen en de verkoop van nevenproducten. Dat waren dus daden van beheer. De toenmalige minister van binnenlandse zaken zag in tegenstelling tot de opvatting van gedeputeerde staten geen aanleiding om de bewuste bepalingen ter vernietiging voor te dragen. Hij meende dat de evolutie, die zich ten aanzien van de bevoegdheden van de commissies van bijstand langzamerhand aan het voltrekken was, niet mocht worden voorbijgezien.

Na de tweede wereldoorlog braken opvattingen als deze zich pas ruim baan. Meer en meer vond de opvatting ingang dat deelneming aan het bestuur niet optimaal is, als deze beperkt blijft tot adviseren. De behoefte bestond ook om burgers meer bij het bestuur te betrekken en daardoor de belangstelling van de bestuurden in het bestuurswerk te vergroten. Als gewenste zaken werden genoemd het verkleinen van de afstand van het bestuur tot de bestuurden, het tegengaan van de overbelasting van de 3 bestaande bestuursorganen en het bevorderen van de birmengemeentelijke decentralisatie en spreiding van de verantwoordelijkheid.

Een en ander heeft gestalte gekregen in de wet van 9 juni 1964 tot wijziging van de gemeentewet, waarbij een titel II A werd ingesteld, die thans na een nadere wijziging de artikelen 61 t/m 64e omvat.

Behoudens een enkele uitzondering, waarover straks meer, is het niet langer meer zo, dat speciaal raadsleden zitting in de commissies hebben. Het behoeven zelfs in het geheel geen raadsleden te zijn.

Onder de gewijzigde wetgeving bestaan allereerst nog steeds de van ouds bekende commissies van advies en bijstand. Artikel 62 zegt dat commissies van advies uitsluitend aan burgemeester en wethouders of aan de burgemeester door het college van burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester worden ingesteld. Dit zullen vaak commissies ad hoc zijn, die met betrekking tot een bepaalde zaak om advies worden gevraagd. De instelling van vaste commissies van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders en de regeling van haar bevoegdheden en samenstelling geschieden door de raad op voorstel van burgemeester en wethouders. De raad kan dus burgemeester en wethouders niet een dergelijke commissie opdringen. Evenmin zullen amendementen op de betreffende ontwerpverordeningen kunnen worden aangebracht tegen de wil van burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders zullen dan immers hun voorstel tot het insteller van de commissie kunnen terugnemen De vaste commissies van advies en bijstand zijn in zeer veel gemeenten (behoudens de kleinere) bekende verschijningen. Bekende commissies ziji) b.v. die voor openbare werken, vooi financiën, voor onderwijs en sport, voor de bedrijven, voor algemene zaken, voor de strafverordeningen enz. Er wordt al jarenlang van mening verschild over de wenselijkheid van openbaarheid van deze commissies. In de ene gemeente zijn de vergaderingen openbaar, in de andere niet. Of de openbaarheid in een behoefte voorziet, valt sterk te betwijfelen. Het aantal toehoorders is vaak zeer gering. Een groot nadeel is dat niet in alle vrijheid de nodige, soms vertrouwelijke achtergrondinformatie over aan de orde zijnde ontwerpraadsvoorstellen zal kunnen worden gegeven en dat de leden zwijgzamer zullen worden, teneinde hun kruit droog te houden tot de officiële raadsvergaderingen. De openbaarheid zal voorts noodwendig meebrengen dat ook burgemeester en wethouders zwijgzamer zullen moeten worden over allerlei zaken, die nog niet rijp voor behandeling zijn. Een bron van vertrouwelijke informatie gaat voor de leden verloren. Teneinde hier nog zoveel mogelijk te redden, wordt dan vaak na het sluiten van de openbare vergadering met gefloten deuren verder gegaan. Een weinig elegante oplossing.

Artikel 61 vormt met de artikelen 63 en volgende de basis voor de nieuwe z.g. bestuurscommissies. Bepaald is in artikel 61 dat de raad commissies kan instellen: a. met het oog op de behartiging van bepaalde belangen (de functionele commissies) en b. met het oog op de behartiging van de belangen van een deel van de gemeente, hetwelk daarvoor hetzij door zijn ligging, hetzij door zijn karakter in aanmerking komt (de territoriale commissies of wijkraden). De raad regelt de bevoegdheden en de samenstelling. Er is ten aanzien van de samenstelling een grote mate van vrijheid. De raad kan aan deze commissies bepaalde bevoegdheden van de raad en van burgemeester en wethouders toekennen. Als aan een functionele commissie op deze wijze bevoegdheden zijn toegekend, wordt ten minste één lid van de commissie gekozen uit de leden van de gemeenteraad. Overigens kunnen de leden worden benoemd door de raad of door burgemeester en wethouders dan wel rechtstreeks door de bevolking van de wijk in het geval van de wijkraden. De functionele commissies worden meestal door de gemeenteraden gekozen. Van de thans in de wet geopende mogelijkheden tot instelHng van bestuurscommissies is nog maar weinig gebruik gemaakt. De commissies, die er zijn, liggen in hoofdzaak in de recreatieve, culturele en sociale sfeer. In de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht b.v. bestaat een beheerscommissie zwembad en een raad voor de gemeenschapsopbouw.

Vóór de wetswijziging van 1964 werd ook wel door speciale deskundigen of geïnteresseerden mee bestuurd. Dat gebeurde dan in de vorm van gemeentelijke stichtingen. Nu deze zaken publiekrechtelijk kunnen worden geregeld door instelling van commissies, zal aan deze privaatrechtelijke stichtingen praktisch geen goedkeuring meer worden verleend.

Artikel 63 zegt dat de raad aan een functionele of territoriale commissie bevoegdheden van de raad en van burgemeester en wethouders kan toekennen. Dit kunnen zowel bevoegdheden van regelend als van bestuurlijk karakter zijn - het kan dus zowel betreffen het vaststellen van verordeningen als het verrichten van beheersdaden - terwijl de bevoegdheden kunnen liggen zowel op het gebied van de autonomie als van het zelfbestuur. Bevoegdheden van burgemeester en wethouders kunnen slechts op voorstel van dit college worden toegekend. Niet toegekend kunnen echter worden de bevoegdheden tot:

a. het vaststellen van de gemeentebegroting of van de bedrijfsbegrotingen b. het voorlopig vaststellen van de gemeenterekening en de bedrijfsrekeningen c. het vaststellen van verordeningen, door strafbepaling of politiedwang te handhaven

d. het heffen van andere belastingen dan leges en retributies.

We moeten dit zien als een waarborg, die de wetgever heeft geschapen, teneinde onder meer te voorkomen dat het deelbelang boven het algemeen belang wordt gesteld.

Een volgende maal nog iets meer over deze commissies.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 maart 1979

De Banier | 8 Pagina's

Gemeentebestuur (II)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 maart 1979

De Banier | 8 Pagina's