De zoon van God die de verbreker verbrak

Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou. 1 Johannes 3 : 8b.

We leven in de eeuw van de wetenschap. Daar is echter niet veel van te merken. In vele bedrijven heerst een schreeuwend gebrek aan personeel, maar men weet de vakante plaatsen niet bezet te krijgen. Ook onder de jongeren zijn velen werkeloos. Vooral jonge mensen uit a-sociale gezinnen, die niet werken, komen gemakkelijk tot uitspattingen. Iemand heeft terecht eens gezegd dat we allemaal geen professor of doctor kunnen worden. De wetenschappelijke mensen, die in deze eeuw van wetenschap zo talrijk zijn, zitten dus met dit probleem, dat er straks geen mensen meer zijn, om het werk te doen. Het gevolg van een en ander is, dat ons overvolle landje overspoeld wordt door buitenlanders, die legaal of illegaal werk verrichten wat een Nederlander weigert te doen. Wat zal er worden van een volk dat Gods Woord verwerpt? Zijn de getrouwen niet weinig geworden onder de mensenkinderen?

David zegt in psalm 12: „De god-delozen draven rondom, wanneer de snoodsten van de mensenkinderen verhoogd worden".

Duidelijk is dit wel gebleken uit de discussie over een nieuwe abortuswetgeving. We lazen in een van de grootste Nederlandse dagbladen dat het initiatiefontwerp van de S.G.P. en het G.P.V. daarbij in de schaduw is gebleven. De P.v.d.A. fractie heeft, zo lazen wij, er in haar reactie terecht op gewezen, „dat een wet pas kan functioneren wanneer zij aansluit bij het normbesef van de meerderheid der burgers". Nu, dat weten we dan ook al eens weer. Dat normbesef van de meerderheid der burgers moet dan wel op een zeer laag peil staan als we letten op de terechtstellingen die plaats vinden in de lichamen van meisjes en vrouwen. Paulus zegt dat de werken des vleses openbaar zijn. Hij noemt o.a.: overspel, hoererij, onreinheid, ontuchtigheid, nijd, moord en dronkenschappen. De mens is in zijn diepe val de duivel toegevallen.

Onze belijdenis zegt in art. 14: , , De mens heeft zichzelf willens der zonde onderworpen, en overzulks de dood en der vervloeking, het oor biedende aan het woord des duivels." De Heere Jezus zei tot de Joden: „Gij zijt uit de vader de duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen: die was een mensenmoorder van de beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven: want geen waarheid is in hem".

In onze tekst gaat het over de werken des duivels. Heel veel mensen geloven niet aan het bestaan van God en ook niet aan het bestaan van de duivel. Maar al deze mensen zullen het eenmaal ervaren dat al bemoeien ze zich niet met God, dat God Zich wel met hen bemoeit. En wat de duivel betreft: het kan satan niets schelen dat de mens niet in zijn bestaan gelooft. Er is de vorst der duisternis alles aan gelegen dat ge zijn werken doet. En wat zijn nu de werken des duivels? Deze zijn onder één noemer samen te brengen n.l.: zondigen. En wie zijn kinderen des duivels? Dat zijn zij die de zonde doen. De apostel schrijft in vers 8: „Die de zonde doet, is uit de duivel: want de duivel zondigt van de beginne". Satan doorwandelt de aarde om tot zondigen aan te zetten. In het boek Job lezen wij wat de Heere tot de satan zei: Vanwaar komt gij? En de satan antwoordde de Heere en zeide: Van om te trek­ ken op de aarde, en van die te doorwandelen. De duivel gunt de mens van alles en nog wat. Hij gunt u rijkdom, eer, aanzien en zelfs een hoge plaats op de maatschappeUjke ladder. De duivel gunt u het lidmaatschap van de kerk en een plaats aan het HeiUg Avondmaal onder één voorwaarde en die voorwaarde is, dat ge de zonde niet zult haten en vlieden. Er zijn mensen die de macht van satan overschatten. Zij denken dat de duivel ook heerschappij oefent in de natuurwereld. Satan heeft echter een beperkte macht, hij kan de oogst niet laten mislukken, hij heeft niet te gebieden over ziekten en kan geen natuurrampen laten komen. De duivel is wel machtig, maar niet almachtig, hij is veelwetend, maar niet alwetend, hij kan nooit verder gaan dan de Heere hem toelaat. Er zijn echter ook mensen die de macht van satan onderschatten. Zij hebben er geen erg in dat de duivel zich overal nestelt, dat hij omgaat als een briesende leeuw zoekende wie hij zou mogen verslinden. O, zijt dan nuchter en waakt, onderschat de macht van de overste dezer wereld niet, hij is uw tegenpartij, de oude slang die de gehele wereld verleidt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen