Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geopende ogen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geopende ogen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

door: ds. B. Haverkamp, Kesteren

En Elisa bad en zei: EERE, open toch zijn ogen dat hij zie. II Koningen 6 : 17a.

Met geopende ogen door het leven gaan. Je ogen goed open houden, er is veel schijn naar de kant van de wereld en in de godsdienst. Je ogen goed open houden, dat is altijd goed. Want dan worden we niet zo snel betoverd door allerlei schone schijn.

Nog rijker is het als onze ogen geopend worden zoals het hier gebeurt bij de knecht van Elisa. Dan zien we pas de volle werkelijkheid, dan zien we niet alleen de werkelijkheid van het leven, maar ook de heerlijkheid en almacht van God. U kent de geschiedenis. Benhadad van Syrië mag invallen doen in Israël, het noordelijke rijk. Mag, zeg ik, de Heere laat het toe. Dit is een bestraffing van Israël, want wie vraagt er nu in waarheid naar de Heere? Niet de koning, Joram, niet de massa van het volk, slechts enkele getrouwen zijn er. En al heeft men dan officieel de baaldienst afgeschaft, echte liefde tot de Heere en Zijn dienst is er over het algemeen niet. Nu wil de Heere door die invallen van de vijand het volk en de koning tot inkeer brengen. En Elisa mag telkens waarschuwen, zodat Joram nooit verrast wordt door die invallen. Koning Benhadad denkt aan verraad in eigen kring, maar één van zijn knechten helpt hem uit de droom, weet van Elisa, die al zijn geheimen openbaart. Waar is hij, haalt hem hier.

Zo ligt een groot leger van Benhadad rondom het plaatsje Dothan, waar Ehsa zich bevindt. Wat schrikt zijn knecht als hij in de vroegte die bende ziet. Och, mijn heer, wat moet dat nu?

Wel, vrees niet, mag Elisa in geloof zeggen, die met ons zijn die zijn meerder dan die bij hen zijn. Open toch zijn ogen Heere, zo bidt hij. En dan gebeurt dit wonder, ook die knecht mag zien, zien in geloof. Wat zie hij? Vurige paarden en wagenen, rondom de profeet en dus ook rondom hem zelf. Een machtig leger des Heeren tot hun bescherming. Met ons zijn meer dan bij hen. Met ons, daar hoort dus ook die knecht bij. Al heeft hij nog niet zoveel ervaring in het geloofsleven, al is hij misschien een begiimeling.

Als zo onze ogen geopend mogen zijn, dan zien we de volle werkelijkheid. Dan is de dreiging van allerlei machten in deze wereld niet minder geworden en ze kunnen nog wel doorgaan, maar dan zien we ook dat de Heere machtiger is dan al die krachten die zich tegen Hem verzetten.

En wat dat betreft is er eigenlijk in al die eeuwen niet veel veranderd. Het gaat altijd om die ene vraag, mogen we leven met de Heere of leven we zonder Hem, ja tegen Hem.

En al heeft de techniek en de wetenschap dan tegenwoordig een vlucht genomen om er bang voor te worden, en al durft men te experimenteren met het ongeboren leven, en al probeert men zelfs de aanleg van de nieuwe mens te regelen door beïnvloeding van de zogenaamde „genen", wie mag zien zoals die knecht mocht zien en zoais EÜsa mocht zien, die mag weten dat de Heere lacht om al dit goddeloos gedoe en dat Hij regeert en dat alle dingen moeten medewerken tot heil van die Hem liefhebben.

En dan weet de Heere wonderlijk te verlossen, al doet Hij het niet altijd op deze manier, dat Hij de vijand wegstuurt. Hij weet Zijn kind moed en kracht en getrouwheid te schenken tot in de dood.

Wat wordt dan al dit gedoe waarmee wij denken de wereld te besturen en een nieuwe wereld op te bouwen zonder God, wat wordt al dat gedoe dan belachelijk. Wat valt al de glans van de wereld in het niet bij die vurige paarden en wagenen des Heeren. Daar vlucht ook de schrik voor al die machten in de wereld voor weg.

Dan mag er immers iets verstaan en ingeleefd worden van het wonder dat het vuur Gods op het altaar op de karmel viel en niet op het volk, hoewel het dit dubbel en dwars verdiend had. Dan mag er iets verstaan worden van het wonder dat de Heere het vuur van Zijn heilige toom liet neerdalen op Zijn Kind Jezus en dat er voor een doemwaardig zondaar ontkomen is.

Met geopende ogen door het leven gaan, dat betekent dat we als één, die de dood verdiend heeft, die zich als enkel zondaar heeft leren kennen voor God, met verwondering mogen ervaren dat die Heere Jezus Christus er is, ook voor mij.

En dan verliezen we ons niet in allerlei onheilzame twisten, wie toch wel het trouwste is in het vasthouden vati beginselen, maar dan mo­ gen we er iets van in praktijk brengen, ook in de omgang met elkaar. Met geopende ogen door het leven gaan, met ogen die door Gods Geest en Woord zijn geopend, dat betekent dat we in echte afhankelijkheid van de Heere, van Zijn Woord zoeken te leven in alle dingen. Wat is dat rijk, als we in ons bezig zijn in het staatkundige leven en in het maatschappelijke leven, waarin zoveel problemen op ons afkomen, de binnenkamer mogen nodig hebben, om de weg te weten die we van stap tot stap hebben te gaan. En dan zien we wel de dreigingen, maar dan mogen we ook weten dat de Heere regeert en dat Zijn Koninkrijk komt en nu hier al is.

Eeuwig wonder van Gods genade, want van ons zelf zijn we blind voor dit alles. Blind voor onze verlorenheid en blind voor het heil in Christus. En al weten we het krachtens opvoeding, we zijn toch blind als het op beleving aankomt. Dan mag voortdurend onze bede wel zijn, Heere open toch mijn ogen, open toch de ogen van mijn kinderen, open toch de ogen van allen die te maken hebben met het staatkundig leven van ons volk en van de volkeren, dat wij met elkaar mogen zien.

En de Heere weet ook nu wonderen te doen bij jongeren en ouderen, en doet ze ook, overal in de wereld. Hij bouwt Zijn Rijk, dwars door alle ontreddering heen en dwars door alle vervolging heen.

Heere open onze ogen dat wij zien en Uw Naam in dit alles mogen verheerlijken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 1980

De Banier | 8 Pagina's

Geopende ogen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 1980

De Banier | 8 Pagina's