Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jeugdwelzijnsbeleid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jeugdwelzijnsbeleid

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

door ir. B. J. van der Vlies

JUIST OP DIT BELEIDSTERREIN

Is het niet een gevleugeld woord van Troelstra „Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst"? Met de zorg voor haar jeugd bouwt de samenleving aan de toekomst. Nu is het helaas een feit dat nogal wat jeugdigen de toekomst niet „zien zitten". Demotivatie, ontmoediging, angst, onlust en bedreiging zijn duidingen van de gesteldheid van veel jongeren. Onze maatschappij kent wetmatigheden en omstandigheden waardoor onzes inziens deze gesteldheid wordt bevorderd. Kernbewapeningswedloop, kernenergievraagstukken, problemen van armoede en honger, gezinnen door echtscheiding en andere conflicten ontwricht, en grote jeugdwerkloosheid zijn enkele van die omstandigheden. Vlucht in seks en genot, stijgend alcoholisme - juist onder de jeugd - druggebruik en agressief gedrag zijn de gevolgen die steeds schrijnender hun sporen trekken in onze samenleving. Wij spreken vandaag over een stadium van een groeiproces van de overheid naar het uitstippelen van een samenhangend jeugdwelzijnsbe­ leid. Mijn fractie doet daar gemotiveerd aan mee en wel vanuit de diepe overtuiging dat juist op dit beleidsterrein de naleving van Gods geboden tot grote zegen zou kunnen zijn. Immers, de jeugd hééft toekomst, als het hart en zinnen richten mag op de geboden en de daaraan verbonden beloften van de Bijbel. Met zulk een jeugd heeft ook ons land toel-omst.

MEER SAMENHANGEND BELEID

Er is een veelheid van instellingen - en een veelsoortigheid van instituten - welke zich bezighoudt met en inzet voor jeugdigen; residentiële, dagopvangende en ambulante voorzieningen voor fysieke, psychische en sociale probleemgevallen, in een historisch gegroeid patroon. Dat patroon is niet erg overzichtelijk meer. Enige wildgroei lijkt aanwezig te zijn. Het laatste constateren wij overigens met respect voor de daarachter werkende mensen met hun intenties. Wel is de noodzaak beseft van een meer samenhangend beleid voor de diverse voorzieningen op het vlak van de uitvoering.

Mijn fractie steunt in beginsel deze aanpak, maar deze moet ingebed zijn in zorgvuldig overleg over en overwegingen van de inhoudelijke en structurele kaders waarbinnen harmonisatie, ook van de financiering, decentralisatie en herordening op dit terrein dienen plaats te vinden. Hoever is het overleg tussen de provinciale overheden en de rijksoverheid over deze materie werkelijk gevorderd?

INTERRUPTIE OVER HOMOFILIE

In het overleg over de inhoudelijke kaders wil mijn fractie vooral de normen van de bijbel erkend zien en in het verlengde hiervan het werk op levensbeschouwelijke grondslag. Het is mij opgevallen dat de antwoorden op diverse schriftelijk gestelde vragen een duidelijke plaats laten voor het jeugdwelzijnswerk op levensbeschouwelijke grondslag en de keuze van de ouders uit overtuiging voor dit werk. Het is duidelijk dat mijn fractie de bewindslieden op dit punt gaarne volgt, niet slechts in de mogelijkheid, maar ook in de noodzakelijkheid. Ons ideaal is evenwel dat alle bestaande werk op bijbelse leest is geschoeid.

Mevrouw Verkerk-Terpstra (VVD): Als de heer Van der Vlies zo nadrukkelijk zegt dat de normen van de bijbel leidraad moeten worden voor de gehele hulpverlening, vraag ik hem wat hij bij voorbeeld wil doen voor homofiele jongeren.

De heer Van der Vlies (SGP): Ik heb inderdaad gezegd dat het ons ideaal is dat alle hulpverlening is geënt op de normen van de bijbel. Ik heb er geen probleem mee, zonder meer te zeggen dat hulpverlening voor homofiele jongeren op uiterst zorgvuldige wijze behoort te gebeuren vanuit de bijbelse noties, die mijn partij ettelijke keren in uw midden heeft verwoord. Wij willen hierbij zeker niet in de kuil vallen van de discriminerende benadering die tegenwoordig in discussie is.

Ik voeg hieraan toe dat voor ons als uitgangspunt en als toetsingskader zonder meer Gods Woord en Zijn wet gelden. Ik acht deze voor hen en ons niet alleen bindend, maar ook zegenrijk.

WELZIJNSWERK OP LEVENSBESCHOUWLIJKE GRONDSLAG

In het kader van decentralisatie van rijkstaken in deze sector dient voorkomen te worden dat landelijk welzijnswerk op levensbeschouwelijke grondslag als gevolg van overheveling naar provincies en gemeenten tussen wal en schip valt. Dit is niet denkbeeldig, als deze decentralisatie gepaard gaat met een geregionaliseerde normstelling voor de erkenning van voorzieningen. Het draagvlak voor bepaalde voorzieningen kan dan immers per regio te klein worden.

De heer Leerling haalde al de voorbeelden aan van reformatorische en tegenwoordig zogeheten evangelische voorzieningen. Krachtig pleit ik voor een ruime en royale benadering van deze voorzieningen, die vaak een bovenregionale functie vervullen voor ouders en jongeren die hiervoor kiezen. Is de bewindsman ertoe bereid, mij hierin te volgen en een en ander toe te zeggen, mede in het licht van opgestelde, geadviseerde en ten finale op te stellen spreidingsplannen van deze voorzieningen?

Een en ander kan concreet worden, als de aangekondige herordening wordt aangepakt. Op zichzelf zijn wij voor een herordening, maar deze mag niet inhouden dat voorzieningen van verschillende signatuur tot min of meer vergaande samenwerking of samensmelting worden gedwongen. De verschuiving van de aandacht en functie van de intramurale hulpvorm naar de extramurale voorziening beoordelen wij positief. Hulp, begeleiding en ondersteuning zo dicht mogelijk bij huis lijken ons de beste; als maar niet door een overaccentuering van democratiseringstendensen de kwaliteit van de verwerkelijking van de doelstelling afbreuk wordt gedaan.

Anderzijds ondersteunen wij het particulier initiatief en het vrijwilligerswerk op dit terrein, dat de jaren door van onderaf inventiviteiten heeft getoond.

HARMONISATIE OP RIJKSNIVEAU

Ik kom tot de harmonisatie op rijksniveau, inclusief de financieringsstromen. Verloopt dit allemaal niet te traag en te onduidelijk? Het geïntroduceerde rekening-courantsysteem staat reeds onder de verdenking een bezuinigingsinstrument te zijn, in plaats van een harmoniserend en integrerend systeem. Hoewel de doelstelling nu is „een samenhangend jeugdwelzijnsbeleid" wordt de aanpak van de rijksoverheid nog als zuiver sectoraal ervaren. Daarom vraagt het voorbereidend gestructureerd overleg dringend om daden waaruit blijkt dat men ook inderdaad staat voor de aangegeven beleidskeuzes, met insluiting van een financiële vertahng. „Als dat niet kan, kan de hele zaak van samenhang en harmonisatie maar beter de kast in", aldus dit overleg. Noopt zo'n hartekreet niet tot snelle daden? Bij de hulpverlening moet het belang: de hulpvraag van het kind centraal staan. Het is, in aansluiting op de wens van de ouders, als gelijkwaardig te bezien of deze zal leiden tot ambulante hulp, dagopvang of residentiële plaatsing, met — voor ons — een afnemende voor keur in die volgorde.

REPLIEK

BEPAALDE LEVENSBESCHOUWELIJKE GRONDSLAG

De intentie om tot een samenhangend beleid te komen is duidelijk verwoord en daarbij is door de bewindslieden begrip gevraagd voor de tijd die nog met een en ander gemoeid zal zijn.

Ik heb Staatssecretaris Scheltema horen zeggen dat de keuze van de ouders voor een instelling met een bepaalde levensbeschouwelijke grondslag voorrang heeft boven de randvoorwaarde van het regionaliseringsproces van het hulpverleningswerk. Ik stem daarmee in en ik vind het een duidelijke uitspraak, maar elders moeten dergelijke instellingen op die grondslag dan ook bestaan en kunnen bestaan. Dit leidt mij tot de omgekeerde vraagstelling: mag nu een instelling van een bepaalde signatuur bij de aanvraag voor erkenning en toelating zich onder andere - niet uitsluitend - gronden op een boven-regionale functie voor ouders en jongeren die verwant zijn aan diezelfde signatuur en eventueel anderen die om uiteenlopende redenen voor die instelhng zouden kunnen kiezen dan wel daar naar verwezen worden.

Vervolgens wil ik nog het aspect van de herordening naar voren brengen, één van de doelstellingen van de operatie waar wij ons vandaag mee bezighouden. Deze herordening zal enige sanering tot gevolg kunnen hebben. Enige schaalvergroting in verband met minimaal te stellen eisen van grootte en bezetting zal niet altijd kunnen worden ontlopen. Mijn vrees is dat bepaalde kleine instellingen met een bepaalde signatuur en die ook sectoraal klein zijn min of meer gedwongen worden tot samenwerking of samensmelting met voorzieningen die op andere grondslagen gevestigd zijn. Dit zijn processen die wij in andere sectoren natuurlijk ook waarnemen. Wil één van de bewindsüeden - tot wiens terrein een en ander nu expliciet behoort is mij ontgaan - zich hier nog eens uitdrukkelijk over uitspreken? Het is namelijk onze mening dat dit niet zo mag gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 1982

De Banier | 24 Pagina's

Jeugdwelzijnsbeleid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 1982

De Banier | 24 Pagina's